Vraagtekens bij luchtverontreiniging Zeeuwse bedrijven Peter van den Berg In het Zeeuws milieubeleidsplan Kerend Tij zijn vergaande beperkingen van de uitstoot van gevaarlijke stoffen geformuleerd. Ligt het terugdringen van uitstoot van gevaarlijke gassen op schema? Stagiaire Ivy de Heer van de Hogeschool West-Brabant deed een onderzoek. Milieu en Waterstaat van de provincie Zeeland heeft maar een beperkt beeld van de industriële uitstoot naar de lucht. Op dit moment ontbreekt een duidelijk plan om de uitstoot van milieugevaarlijke stof fen aan te pakken. Ook de uitstoot van kleinere bedrijven verdient extra aan dacht. Een aantal vergunningen moet drin gend aangescherpt worden wegens grote tekortkomingen. k Kerend Tij staat bol van doelstel lingen om de uitstoot te beper ken. Doelstellingen waar je meestal niets mee kunt. Een dui delijk reductiebeleid met een daaraan vast gekoppeld actieprogramma per stof of bedrijf ontbreekt. Een positieve uitzonde ring op deze trieste constatering is het CFK-actieprogramma en het KWS-2000, dat uitstootbeperking van koolwaterstof fen in het jaar 2000 met 58% nastreeft. Vergunningen Om een indruk te krijgen van de uitstoot naar de lucht zijn de vergunningen inge zien van achttien grote bedrijven in Zeeland. Grofweg veroorzaken deze bedrijven de helft van alle industriële uit stoot naar de lucht. Over het algemeen geven de vergunnin gen niet het inzicht dat verwacht mocht worden. De belangrijkste redenen zijn dat gegevens over de hoeveelheid uitstoot, over de concentratie van de uitstoot en ovër milieugevaarlijke stoffen in de ver gunning ontbreken. Het betreft vaak oude re vergunningen. Recent verstrekte ver gunningen geven gelukkig een vollediger beeld van de uitstoot. Bezwaren Bij het aanpassen van vergunningen vraagt de Zeeuwse Milieufederatie zich af of bij de provincie Zeeland wel de wil aanwezig is om reductiedoelstellingen uit te voeren. Voor milieugevaarlijke stoffen staan in Kerend Tij reducties genoemd van 60 tot 90 procent. Vandaar onze verzoeken om die reductiedoelstellingen op te nemen in de vergunningen. Jammer genoeg zijn die verzoeken steeds genegeerd. De provincie voert dan als argument aan dat er nog geen vertaling van de doelstelling van Kerend Tij naar het betreffende bedrijf heeft plaatsgevonden; de gegevens uit het basisjaar zouden ontbreken of beperkin gen zouden wettelijk nog niet afdwing baar zijn. Trend Meer duidelijkheid geven de uitstootmel- dingen die de achttien bedrijven jaarlijks moeten doen in het kader van hun vergun ning. Over de jaren 1989, 1990 en 1991 zijn deze door de provincie gedeeltelijk geïnventariseerd. Helaas ontbreken de cij fers over het basisjaar. Tezamen met cijfers uit het TNO-rapport "Industriële lucht- emissies in Zeeland weergeven 1985- 1988", krijgen we een aardige indruk van de uitstoot in de loop der jaren. De totale uitstoot van de achttien bedrij ven is de afgelopen drie jaar iets afgeno men. Dit wordt geheel veroorzaakt door de dalende trend van de uitstoot van ver zurende en vermestende stoffen. Ondanks deze daling is niet te verwachten dat de reductiedoelstellingen voor verzurende stoffen, afgesproken voor het jaar 2000, gehaald worden. Voor de zeer schadelijke stoffen benzeen, formaldehyde, styreen en fluoriden is ech ter een duidelijke toename zichtbaar in de uitstoot! Beperkt beeld Van een gestructureerde beperking van de uitstoot van industriële bedrijven is geen sprake. Daardoor komen de doelstellingen van Kerend Tij in de knel. De Dienst Gelukkig zijn er bedrijven in Zeeland die zichzelf beperking van uitstoot naar de lucht tot doel stellen, bijvoorbeeld Dow Benelux en Hercules. Ook naar aanleiding van convenanten, zoals met de basismetaal, kunnen er flinke reducties bereikt wor den, bijvoorbeeld bij Pechiney en de Cokesfabriek. Ten slotte kun nen ook bedrijven die het conve nant van de chemie ondertekend hebben in de toekomst bijdragen tot flinke beperking van de uit stoot. Dat is een positieve ontwik keling. Peter van den Berg is stafmedewerker van de Zeeuwse Milieufederatie. 16 WANTIJ JUNM993 14 VVMIN IIJ JOIMl I33J

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1993 | | pagina 20