Knotwilgen
JLanascnap
Peter Maas
En dan nu het goede nieuws over ons milieu
"Ingrijpen door de mens kan verrijkend werken op
natuur en landschap". Een mooi bewijs voor deze stel
ling is de knotwilg, een product van menselijke inven
tiviteit en de ideale combinatie tussen natuur en cul
tuur.
hHet oude agrarische landschap
van begin deze eeuw is niet
voor te stellen zonder knotwil
gen. Ze vormden een onlosma
kelijk geheel met het boerenbedrijf. Het
regelmatig snoeien van de takken, het
knotten, leverde waardevol geriefhout op.
Dunne twijgjes gebonden tot musters voor
in de oven; schoppestelen, bonestaken,
hooiruiters, weipalen en natuurlijk klom
pen en dik hout voor in de haard. Niets
ging er verloren. Bovendien was en is de
wilg een gemakkelijke boom, niet alleen
gemakkelijk te stekken, maar vooral op
vochtige terreinen ook een zeer krachtige
groeier. Veel van de laaggelegen gebieden
in Zeeland gingen dan ook vergezeld van
een beplanting bestaande uit knotwilgen:
langs kreken en kreekrestanten, op laagge
legen weiden en langs sloten. Ook zie je ze
op dijken, landschappelijk misschien nog
wel het fraaist, zeker als het gaat om lange
dubbele rijen. Vele duizenden hebben ons
landschap gesierd, totdat
Verdwijnen
Totdat die gebruiksfunctie vendel.
Weipalen gaan gecreosoteerd langer mee,
de kachel wordt gestookt op olie of gas en
ja, wie draagt er nu nog klompen? Geen
haar op een boerenhoofd die er nog aan
dacht om de bomen te knotten. De knot
wilg werd verdoemd tot het natuurlijk
proces van uitgroeien, topzwaar worden,
openscheuren, om aldus te verdwijnen uit
ons landschap. Een proces dat in de jaren
vijftig begon. Met bosjes verdwenen ze.
Was het niet door het achterwege blijven
van het onderhoud, dan wel door de niets
ontziende ruilverkavelingen welke alleen
schaalvergroting tot doel hadden.
Onderhoud
Vanaf 1970 kwamen er mensen in actie
die zich het lot van de knotwilgen aantrok
ken. Ze zagen in dat onderhoud noodzake
lijk was. Deze natuur kun je niet zomaar
aan zijn lot overlaten. Onderhoud is nood
zakelijk; beheer verzekert niet alleen het
voortbestaan, maar kan bovendien leiden
tot het verhogen van de natuurrijkdom
van het element. Verschillende groepen in
gecoördineerd. Inmiddels zijn zo'n 7000
nieuwe bomen aangeplant. Bij het onder
houd van deze bomen spelen vrijwilligers
(u dus!) een zeer voorname rol.
Tronk
Een knotwilg in volle wasdom is een
natuurgebied op zich. De zware, breed uit
gegroeide knot biedt plaats aan tal van
planten en dieren. De steenuil is wel de
bekendste. Onze kleinste uilensoort vin
den we nagenoeg alleen daar waar knot
wilgen staan. Maar nog veel meer vogels
vinden er hun stekje; koolmees, pimpel
mees en ringmus vinden altijd wel een hol
letje om een nest te maken. De grote
bonte specht, holenduif en winterkoning
ontbreken zelden. Maar ook voor kleinere,
onopvallende dieren is de tronk een waar
paradijs: pissebedden, duizendpoten, spin
nen, kevers, slakken, tot zelfs hele mieren
en bijenvolken toe. Ook planten komen
we vaak tegen, zoals vlier, kruisbes, lijster
bes, heel soms de eikvaren en natuurlijk
het wilgenroosje. Iedere knotwilg is het
bestuderen meer dan waard. Let ook eens
op de mossen, schimmels en paddestoelen
die welig tot ontwikkeling kunnen komen
op het oude, veelal vermolmde hout. Want
Nederland en ook in Zeeland gingen aan
de slag om de oude knotwilgen te knotten.
Een onderhoudsbeurt die gemiddeld iede
re vijf jaar moet worden herhaald. Het ach
terstallige onderhoud, waar we begin
jaren zeventig tegenaan keken, is inmid
dels weggewerkt en heeft plaats gemaakt
voor regulier onderhoud. Er is nu meer
tijd gekomen voor aanplant van jonge
knotwilgen. De aanzet daartoe werd in
1986 gegeven door De Steltkluut met de
zogenaamde "actie wilgenpoot". Gratis
plantmateriaal werd verstrekt aan particu
lieren; een actie die daarna door heel de
provincie via de Stichting
Landschapsverzorging Zeeland werd
Foto: 5LZ Goes
dat maakt de knotwilg misschien nog het
meest bijzonder. De boom zelf is nooit
"kaprijp" en kan dus in lengte van jaren
blijven staan. Ze zijn de belangrijkste ver
tegenwoordigers van oude bomen in ons
landschap.
Voor meer informatie:
Stichting
Landschapsverzorging Zeeland
Postbus 286
4460 AR Goes
Tel. 01100- 30936.
Peter Maas is regiomedewerker van de
Stichting Landschapsverzorging Zeeland.
15 WANTIJ OKTOBER 1993