Beleidsplan Zeeuwse Waterschapsbond
En in plaats van de gemiddelde stijging van
6,5% per jaar zal de verhoging van hetgeschot
als gevolg van het waterhuishoudingsplan
ongeveer 3,4% per jaar bedragen.
De stijgingen blijven dus binnen de perken, en
we hopen dat die vaststelling de waterschap
pen beweegt de blokkade voor de uitvoering
van het waterhuishoudingsplan uit de weg te
ruimen.
Nog lagere tarieven
In de praktijk zullen niet alle kosten in de
tarieven tot uitdrukking komen. Want in
plaats van kosten bij de burger in rekening te
brengen, kunnen sommige kosten worden
verhaald op de rijksoverheid. Dat geldt
bijvoorbeeld voor landinrichtingsprojecten en
projecten in het kader van het natuurbeleids
plan.
Met landinrichting kunnen allerlei maatrege
len uit het waterhuishoudingsplan worden
gerealiseerd. Watersystemen kunnen in
landinrichtsverband worden opgeknapt. Deze
kosten kunnen jaarlijks oplopen tot
840.000,in 1997. Voor natuurlijke oevers
is 770.000,per jaar berekend. In plaats
van de burger met al deze kosten op te zadelen,
zal via landinrichtingsprojecten een belangrijk
deel van de kosten door de rijksoverheid
worden vergoed.
Het waterschap het Vrije van Sluis heeft dat
goed begrepen door landinrichting voor de
realisatie van beleid en als kostenbesparend
middel te gebruiken.
Draagvlak
Desalniettemin zullen de burgers de verhoging
van de heffingen in hun portemonnee voelen.
Onderzoeken geven echter aan dat de burger,
als het moet, extra geld voor het milieu wil
uittrekken. Ook het Christelijk Nationaal
Vakverbond stelt voor om loon voor milieu in
te leveren. Het draagvlak is er dus.
Bovendien hebben de ministers Alders en de
Vries in hun Notitie Milieuheffingen en
Koopkracht gezegd, dat op nationaal niveau
het koopkracht verlies voor de laagste
inkomensgroepen ten gevolge van de milieu
heffingen gecompenseerd zal worden. Want
het gaat uiteindelijk om extra lasten als gevolg
van rijksbesluiten die ondermeer in een
waterhuishoudingsplan tot uitdrukking
komen.
Geen gefaseerde aanpak
Er zijn dus argumenten te over om ruim baan
te geven aan het waterhuishoudingsplan. Ook
het vertragen van de uitvoering van de
maatregelen met een gefaseerde aanpak, zoals
de waterschappen voorstaan, is niet meer
nodig, nu blijkt dal de kosten dragelijk zijn.
Laten we er met z'n allen de schouders onder
zetten. (T.v.M.)
De Zeeuwse waterschapsbond heeft haar
beleidsplan voor 1993 en 1994 uitgebracht.
Het plan beoogt een zo groot mogelijke
beleidsafstemming tussen de waterschappen.
Ook moet het dienen als een richtlijn voor
huidig en toekomstig beleid. Na het lezen van
het plan hou je toch de indruk over dat de
afstemming vaag is en de richtingaanduiding
beperkt.
Het is een goede zaak dat de Zeeuwse
Waterschapsbond probeert om met haar
beleidsplan het beleid, van de afzonderlijke
waterschappen meer in onderlinge overeen
stemming te brengen. Het rijksbeleid vraagt er
om. En het waterhuishoudingsplan van de
provincie streeft eveneens naar grotere
eenduidigheid in het waterkwaliteits en
-kwantiteitsbeheer per watersysteem.
Onvoldoende afstemming
Desondanks blijft de afstemming in het
beleidsplan beperkt tot een aantal "beleids
punten", zoals: de afstemming van water-
schapswerken en natuurbelangen, de strategie
van waterbodems, milieuvriendelijke oevers
en chemische bestrijdingsmiddelen. Bij een
aantal van die onderwerpen gaat het enkel om
het benoemen van de "beleidspunten" en het
geven van algemene suggesties. Enkele
voorbeelden: "Het gebruik van gecreosoteerde
materialen voor oeverbeschermingen wordt
verminderd of gestopt". "In het beleid voor de
nabije toekomst zal aandacht moeten worden
gegeven aan de verwerking van vrijkomende
specie". Met zulke formuleringen blijft de
afstemming vaag. Eerder wordt zo aan de
afzonderlijke waterschappen te veel ruimte
gelaten om eigen keuzen te maken.
Een enkel hoofdstuk, zoals dat over het
gebruik van chemische strijdingsmiddelen,
geeft echter wel de gewenste afstemming en
richting. Zo is het gebruik van bestrijdingsmid
delen op en langs trappen en opgangen van
dijken, zoals het waterschap Noord en Zuid
Beveland die in de voorbije meimaand nog
toepaste, in strijd met het beleidsplan.
Vochtig weiland is van belang
en afhankelijk van het peilbehe
Waterschap.
Waarom belangrijke onderdelen als: vergun
ningen en milieuvriendelijk peilbeheer en
monitoring, in het beleidsplan onbesproken
blijven is niet duidelijk. Verhoging van peilen
is hét uitgangspunt van het waterhuishou
dingsplan van de provincie en vooral op het
vlak van de vergunningverlening is bij de
waterschappen nog een hele inhaalslag nodig.
Denk aan WVO-vergunningen voor glastuin
bouwbedrijven.
Geen integrale benadering
Dat de afstemming in het beleidsplan niet echt
uit de verf komt heeft ook te maken met het
ontbreken van een integrale benadering. Vele
aspecten in het beleidsplan worden afzonder-
lijk beschouwd, terwijl het van belang is de
concrete relaties te schetsen tussen water
beheer, milieu, natuur en ruimtelijke ordening
binnen bepaalde watersystemen. Dat is
jammer. Want er was toch alle gelegenheid
voor. Het waterhuishoudingsplan biedt zo'n
integrale benadering. En bij de voorbereiding
van dat plan zijn de waterschappen al jaren
betrokken, zodat in het beleidsplan van de
waterschapsbond dat integrale gedachtengoed
teruggevonden had moeten worden.
Krekenbeheer is ook een taak van het Waterschap.