De Zak als veldwerkproject Msuucunej Rita de Ligt Vrijwel iedereen wil de Zak van Zuid-Beveland de status Waardevol Cultuurlandschap bezorgen. Met extra geld zou dan de kwaliteit van het gebied verbe terd kunnen worden. Maar naast erkenning en geld er is ook draagvlak nodig. Dat wordt o.a. bereikt door gerichte educatieve projecten. Om leerkrachten op weg te helpen werd het lesproject Zak van Zuid- Beveland opgezet. Leerlingen van basisschool "De Berenburcht" krijgen uitleg over veldwerk op het schor. Foto: Dick de Groot Jos Elstgeest schreef al in 1980: Het )gaat er om het echte eigen milieu van ieder kind te gebruiken als mid del tot opvoeding, als bron van infor matie, als mijn van wijsheid. In de praktijk komt er echter wel het een en ander voor kijken voor je met leerlingen aan het werk kunt in de eigen omgeving. Maar dat kan geen reden zijn om zo'n belangrijke bron onbenut te laten. Zeker niet in de Zak van Zuid-Beveland! Nascholing Het lesproject bestaat uit: - schriftelijk materiaal (achtergrond informatie voor de leerkracht en werkbla den voor de leerlingen); - twee veldwerkkisten. Maar daarmee zijn we er nog niet. Om de docent voor te bereiden op het veldwerk is er een nascholing voor de leerkrachten verzorgd en is er een cursus voor ouders gegeven om bij het veldwerk te helpen. Vijf schoolteams hebben deze nascholing inmiddels achter de rug en zijn inmiddels samen met de vers opgeleide natuurou- ders aan de slag gegaan of gaan dat doen. In het voorjaar wordt er weer een natuur- oudercursus rond dit lesmateriaal georga niseerd. We hopen op deze manier de komende jaren alle basisscholen in de Zak van Zuid-Beveland te bereiken, uiteraard in de hoop dat de unieke omgeving waarin deze scholen zich bevinden ten volle benut zal worden. De Zak van Zuid-Beveland heeft zoveel te bieden dat het maken van een keuze niet eenvoudig was. Gekozen is voor het cen traal stellen van de markantste elementen in dit landschap: Dijken - de bomen op de dijken, in het bijzonder de grenslinden; - de flora en de fauna op de dijken, in het bijzonder de relatie die er is tussen insekten en planten; - het belang van dijken als verbindings wegen voor plant en dier. Voor groep 5 en groep 8 zijn werkbladen voor veldwerk op een dijk gemaakt. Polders - het verschil tussen oude en nieuwe pol ders met extra aandacht voor de poel- gronden; - de vliedbergen, drinkputten en heggen als landschapselementen in de polders. Voor groep 5 en 6 zijn werkbladen voor veldwerk rond een drinkput en voor groep 7 werkbladen voor veldwerk rond heggen gemaakt. Kreken en welen - het ontstaan van kreken en welen en ver schillen daartussen; - de planten en dieren in en om brak water; - het belang van kreken en welen als ver bindingswegen voor plant en dier. Voor groep 7 zijn werkbladen voor water- onderzoek bij een kreek of weel gemaakt. Inlagen en karrevelden - het ontstaan van de inlagen en karrevel den; - hun betekenis voor plant en dier, in het bijzonder voor de vogels. Voor groep 6 zijn werkbladen voor een vogelexcursie naar een inlaag of een ander vogelrijk gebied in de Zak gemaakt. Schorren en slikken - het ontstaan van schorren en slikken en de relatie met het ontstaan van de Zak van Zuid-Beveland; - de dieren op (en in) schor en slik; - de planten op het schor, de zgn. 'zout- planten"; Voor groep 8 zijn werkbladen voor veld werk op het schor gemaakt. Voor meer informatie: Consulentschap NME, Postbus 334,4460 AS Goes, tel. 01100-11675. Rita de Ligt is medewerkster van het Consulentschap Natuur en Milieu Educatie. 8 WANTIJ DECEMBER 1993

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1993 | | pagina 8