Mestinvasie roept gramschap op Een front van Cadzand tot Budel Elly Janmaat en Willem de Weert Tweehonderdduizend varkens naar Zeeland. Acht duizend bezwaarschriften in Hontenisse. Het televi siejournaal op de stoep. Een machteloze burgemees ter Steenkamp. De golf van aanvragen voor het ves tigen van grote nieuwe intensieve veehouderijen in Zeeuwsch-Vlaanderen, Tholen en West-Brabant roept weerstand op. Verscheidene milieugroepen voeren samen met politieke partijen en lokale land bouwers een front van meer dan honderd kilometer tegen de Oostbrabantse invasie. Ook het Belgische verzet tegen de mestoverschotten is daarbij betrok ken. Oprichtingsactie Grenzen Aan de Mest Foto: BMF Veel gemeenten hebben sterk ver- Vouderde bestemmingsplannen voor het buitengebied. Ze bevatten geen regels tegen forse uitbreiding van de veehouderij. "Niet dichtgetimmer de bestemmingsplannen" noemt men dat. De gemeenten moeten zo snel mogelijk een nieuw bestemmingsplan buitengebied opstellen. Natuurlijk kan dat niet van de ene op de andere dag. De procedure begint met het nemen van een voorberei- dingsbesluit. Dat betekent in ieder geval dat nieuwe vergunningsaanvragen een jaar lang niet in behandeling hoeven te worden genomen. Het nieuwe bestem mingsplan moet dan wel binnen dat jaar gemaakt zijn. Milieubeheer Vanuit de milieuregelgeving zijn er ver schillende andere mogelijkheden om meer intensieve veehouderijen in Zeeland en West-Brabant te weren, bijvoorbeeld door toetsing aan de richtlijn Ammoniak en Veehouderij. Is extra uitstoot van ammo niak in een gebied, gezien de al aanwezige uitstoot, toelaatbaar? Ook de mogelijke stankoverlast is een onderzoek waard. De brochure "Veehouderij en Hinderwet" en de circulaire "Beoordeling cumulatie stankhinder door intensieve veehouderij" geven hier richtlijnen voor. De wet biedt verder mogelijkheden om de aantasting van landschappelijke waarden tegen te gaan. Gemeenten kunnen de te verwach ten ammoniakuitstoot vergelijken met de doelstellingen van de diverse overheden om de verzuring te verminderen. Men zou de aanvraag voor nieuwe intensieve vee houderijen kunnen beoordelen op de te verwachten stikstofuitstoot. Het is bekend dat kleigronden gevoelig zijn voor een overmaat aan stikstof. Hier bestaat echter nog geen rechterlijke uitspraak over. Ook kan de gemeente een koppeling leggen met de Meststoffenwet. Die stelt dat er geen uitbreiding van mestproduktie boven 125 kilo fosfaat per hectare per jaar mag plaatsvinden. Als de aanvrager niet kan aantonen dat de veehouderij gekop peld is aan een zeker areaal grond, zou de vergunning geweigerd kunnen worden. Gemeenten die niet van plan zijn om enige serieuze actie te onder nemen, kunnen rekenen op het verzet van GRAM en RBVI. GRAM staat voor Grenzen Aan de Mest en is in Brabant en België actief. RBVI (Regionale Bestrijding Varkens Invasie) roert zich in Zeeuwsch-Vlaanderen. De actie groepen trekken gezamenlijk op tegen de dreigende invasie van vee en mest. Ze volgen de ontwik kelingen op de voet en zullen samen met de Brabantse en Zeeuwse Milieufederatie bezwa ren indienen bij gemeenten die vergunningen willen verlenen. Voor meer informatie: RBVI, secretariaat werkgroep Zeeuwsch-Vlaanderen; Derde Verkorting No. 2, 4571 RM Axel. K. Steyaert tel. 01143-5257. GRAM; Bloemenstee 13, 4882 BH Zundert, tel. 01696-71641 Elly Janmaat is eindredacteur van Brabant Natuurlijk (BMF). Willem de Weert is eindredacteur van Wantij (ZMF). 11 WANTIJ JUNI 1994

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1994 | | pagina 11