Hooilanden Ltmascnap Peter Maas Maaien en hooien waren vroeger een agrarische bezigheid bij uitstek. Op de meest vochtige gronden werd wintervoer voor het vee geoogst, gedroogd en afgevoerd. Hooilanden waren het voorbeeld voor een belangrijke vorm van natuurbeheer. De boer van vandaag kent ook hooilanden, alleen zijn ze van een totaal ander karakter. dDe moderne hooilanden zijn zwaar bemest om een hoge opbrengst te krijgen. Ze liggen zeker niet op de natste gronden, want de zware tractoren zouden er hope loos in wegzakken. Nee, de "echte" hooi landen moeten we nu meer zoeken in eigendom en beheer bij natuurbeherende instanties. Die zagen al lang geleden in dat die ouderwetse boer onbedoeld een fan tastisch stukje natuur gecreëerd had. Bemesting was afwezig, sterker nog, het gebruik leidde tot een steeds schralere en voedselarmere situatie. Mét het maaisel werden immers ook de voedingsstoffen uit het gebied afgevoerd en zo kon een heel eigen ecosysteem tot ontwikkeling komen. Blauwgraslanden Het meest spectaculair waren de zoge naamde blauwgraslanden met een onge kend hoge soortenrijkdom. Zijn moderne graslanden monotoon gifgroen, een blauwgrasland is een waar mozaïek van allerlei kleuren: het blauw van het Moerasvergeet-mij-nietje, het lila van de Pinksterbloemen, rood van de Spaanse rui ter tot felgeel van de Dotterbloemen. Groen was er ook natuurlijk, maar dan wel in allerlei schakeringen. Waarom dacht u anders dat Rood zwenkgras, Zeegroene rus of Blauwe zegge juist deze namen heb ben gekregen? Echte blauwgraslanden zult u overigens tevergeefs zoeken in Zeeland. Daar is de Zeeuwse klei van nature te voedselrijk voor. Neemt niet weg dat maaien een zeer belangrijke vorm van natuurbeheer vormt. Door verschraling dring je allerlei ruige, dominante soorten terug en wordt er plaats gemaakt voor veel meer soorten die kritischer zijn, kleiner zijn of domweg niet zo'n sterke concurrentiekracht bezitten. Daarbij moet je bedenken dat de huidige milieu-omstandigheden dusdanig zijn dat enkele zeer algemene soorten in de kaart worden gespeeld. Verzuring, vermesting en verdroging hebben daar alles mee te maken. Maaien van natuurterreinen is daarom vaak alleen al noodzakelijk om een sluipende achteruitgang van natuurwaar den enigszins te stoppen, voordat je nog maar aan het ontwikkelen van natuurwaar den kunt gaan denken! Vrijwilligers Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Het Zeeuwse Landschap hebben ieder hooilanden onder hun beheer. Maar derge lijke stukjes natuur kun je ook op heel klei ne schaal tot ontwikkeling laten komen. Er zijn dan ook verschillende vrijwilligers- groepen in de provincie die wat maaiwerk op kleine schaal doen. Bij de Rietput of de Zwaakse weel op de Bevelanden bijvoor beeld, of bij de Dries Arendskreek en de Groese duintjes in Zeeuwsch-Vlaanderen. Ook worden verschillende stukken dijk gemaaid want laten we niet vergeten dat ieder stukje (binnen)dijk een typisch stuk je Zeeland is, met typische plantensoorten als Agrimonie, Marjolein, Aardaker, Ruige anjer of Donderkruid en, zeer zeldzaam, de Mantelanjer, Wollige distel of Vlaamse peterselie. Het gaat dan soms om heel klei ne stukjes waar snel een goed resultaat geboekt kan worden, zeker bij steile stuk jes zanderige dijk op het zuiden. Gazon Op nog kleinere schaal kan maaien zelfs in tuinen tot heel leuke resultaten leiden. U kunt, al hebt u maar enkele vierkante De oude vertrouwde zeis om hooilanden te maaien. Foto: SLZ meter tot uw beschikking, .uw eigen natuurontwikkelingsgebied laten ontstaan. Verlos u zelf van de sleur om het gazon iedere week te moeten maaien, want slechts een of twee keer maaien per jaar is al voldoende! Bij een dergelijk maairegime kunnen veel, vaak zeer fraai bloeiende kruiden tot ontwikkeling komen. Zorg wel vóór goed gereedschap, een maaibalk of veel beter nog de oude vertrouwde zeis, en ervaar, waarom het heerlijke Reukgras, Reukgras heet. Voor meer informatie: Stichting Landschapsverzorging Zeeland Postbus 286 4460 AR Goes Tel. 01100-30936. Peter Maas is regiomedewerker bij de Stichting Landschapsverzorging Zeeland. 5 WANTIJ JUNI 1994

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1994 | | pagina 5