Vervuiling Kanaal Gent-Terneuzen nog steeds niet onder controle Regionaal Werkgroep Redt de Schelde Bijna vier jaar na de voettocht naar de bron van de Schelde presenteert de werkgroep "Redt de Schelde", afdeling Terneuzen, een onderzoek naar de kwali teit van het water in het Kanaal Gent-Terneuzen. Het blijkt dat er nog heel wat moet gebeuren om de vervuiling van het kanaal onder controle te krijgen. hHet onderzoek brengt in kaart wat de bedrijven aan de Nederlandse kant van het kanaal bijdragen aan de vervuiling van de Westerschelde. De vervuiling is vergele ken met provinciale, nationale en interna tionale milieubeleidsplannen. Het onder- zoek beantwoordt vragen als: I -Wat mogen de bedrijven volgens de offi- I ciële milieuplannen vervuilen? I -Wat moeten de bedrijven volgens de I milieubeleidsplannen verbeteren? Conclusies j Het onderzoek zet de gegevens van bijna veertig bedrijven op een rijtje. Per bedrijf wordt beknopte informatie gegeven over de produktie en de vervuiling. I Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies getrokken worden: 1. Veel vergunningen zijn verouderd en hebben geen tussentijdse bijstellingen. Dit wordt gelukkig intussen planmati ger aangepakt. In de periode van het onderzoek is bij de instanties die toe zien op het vergunningenbeleid nogal wat verbeterd. Waarschijnlijk is die verbetering mede te danken aan de kritische vragen van de werkgroep zelf. 2. Bij de instanties bestaat een gebrekkig overzicht over de vergunningen die bedrijven hebben of zouden moeten hebben. Instanties werken naast elkaar, het totaaloverzicht ontbreekt. Het is voor een leek, maar vaak ook voor de bedrijven zelf, ondoorzichtig wie de vergunningverlener is. Ooit was de wet Milieubeheer bedoeld om een integrale aanpak van water-, lucht en bodemverontreiniging mogelijk te maken. Watervervuiling werd echter Kanaal Gent-Terneuzen Foto: Peter Verdurmen apart van deze wet geregeld. Jammer, want het blijkt dat men nog steeds naast elkaar heen werkt. Er wordt bij de waterzuivering Terneuzen geen controle uitgeoefend op micro-verontreinigingen die in lage concentraties aanwezig zijn, maar toch behoorlijk het milieu kunnen vervui len. Deze stoffen worden niet door de waterzuivering afgebroken. 4. In veel vergunningen staat dat bedrij ven het maximale moeten doen naar "de huidige stand der techniek". Dat is een rekbaar begrip. Volgens de werk groep is de interpretatie van de bedrij ven vooral "wat economisch haalbaar wordt geacht door de ondernemingen zelf'. 5. Een deel van de zogenaamde grijze en zwarte lijststoffen - vooral de zware metalen en moeilijk afbreekbare stof fen - worden niet of slechts algemeen in de vergunningen van Rijkswaterstaat opgenomen. Er is nog te weinig onderzoek gedaan naar mogelijk schadelijke uitwerkingen van bepaalde stoffen op de waterkwaliteit. Die stoffen zouden wellicht ook op de lijsten moeten worden opgenomen. 6. Gemeenten moeten nog een grote inhaalslag met vergunningen leveren. 7. Hoewel het sanctiebeleid van Rijkswaterstaat verbetert, worden overschrijdingen zelden financieel bestraft. Aanbevelingen De werkgroep doet de aanbeveling dat er één loket moeten komen voor het ver strekken en controleren van de vergunnin gen. Deze instantie kan een belangrijke coördinerende rol vervullen. Zo 'n coördi natie ontbreekt nu. De werkgroep vindt ook dat het gedoog beleid zo snel mogelijk beëindigd moet worden. Als in de tussentijd nog gedoog vergunningen verstrekt worden, dienen ze tijdelijk te zijn. Verder moeten de vergun ningen voor sanitaire en koelwater installaties actueel gemaakt worden. Koelwaterleidingen en septictanks moe ten op milieuvriendelijke wijze schoon gemaakt worden. Er moet ook geregeld worden hoe vaak ze gereinigd dienen te worden. Tot slot beveelt "Redt de Schelde" een actielijst voor de rivier aan, zoals bij voorbeeld voor de Rijn het geval is. Voor nadere gegevens over het onderzoek: Maurice Vereecken Zandstraat 83 4551 LD Sas van Gent tel. 01157-1260 13 WANTIJ JUNI 1994

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1994 | | pagina 13