Het milieustrafrecht en grote ondernemingen Handhaving Ton de Lange Onlangs heeft de rechtbank Middelburg een multi nationale onderneming, verdacht van milieufraude, veroordeeld tot een geldboete van 3 miljoen gulden. Vijf leidinggevenden, van wie er een aantal tot de top van die onderneming behoort, kregen gevange nisstraffen opgelegd. Hiervoor in de plaats mocht dienstverlening worden verricht. De zaak is in hoger beroep. Ook grote ondernemingen die zich schuldig 7naken aan milieudelicten worden dus vervolgd en berecht. Eigenlijk weten we nog maar weinig van criminali teit binnen grote ondernemingen. Wat voor soo?'t criminaliteit betreft hetHoe moet het milieustraf recht ermee omgaan? Criminaliteit in grote bedrijven Cpast niet in het vertrouwde "boef'beeld. Meestal gaat het om nette bedrijven met nette mensen aan de top. Maar juist criminaliteit in grote bedrijven kan de maatschappij veel schade berokkenen. Direct, omdat grote bedrij ven die de wet overtreden in de regel ook veel vervuiling produceren. Maar ook indi rect, en dat is minstens zo belangrijk, omdat grote ondernemingen een voor beeldfunctie hebben. Als kleinere bedrij ven met justitie in aanraking komen wordt door hen direct naar de grote multinatio nals gewezen: "Daar moet je zijn." Grote ondernemingen kunnen zich daarom maar weinig veroorloven. Als de groten er een rommeltje van maken, dan volgen de klein tjes zeker. Organisatiecriminaliteit Binnen het strafrechtsysteem is men nog wat onwennig met de problematiek van criminaliteit in grote bedrijven. Zware georganiseerde criminaliteit kun je het niet noemen, groepscriminaliteit ook niet. Als grote bedrijven er een rommeltje van maken, dan volgen de klein tjes zeker. Een definitie van dit soort criminaliteit geven is ingewikkeld. Van de Bunt, hoogle raar criminologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, noemt het 'organisatiecri minaliteit'. Hieronder verstaat hij "die mis drijven die individueel of groepsgewijs door leden van een gerespecteerde en bonafide organisatie worden gepleegd binnen het kader van de uitoefening van organisatorische taken (Van de Bunt, Organisatiecriminaliteit, Arnhem 1992 pag. 6). De soort criminaliteit vraagt niet alleen om een eigen definiëring, maar ook om een eigen aanpak. Het is niet alleen lastig om uit te zoeken hoe bevelstructuren in grote bedrijven lopen, het is in de regel ook moeilijk te achterhalen met welke bedoeling de misdrijven gepleegd wor den. Het begrip organisatiecriminaliteit lijkt op het eerste gehoor verwant aan georganiseerde criminaliteit. Er is echter een fundamenteel verschil. De organisa ties die onder de definitie van organisatie criminaliteit vallen zijn gerespecteerde organisaties met wettige doelen. De gepleegde misdrijven zijn volledig inge bed in overige, bonafide werkwijzen. Bij georganiseerd werkende misdaadonderne mingen dient het achtenswaardig zijn slechts als facade om onwettigheid te ver hullen. Het is en blijft "onderwereld", ook al heeft het de schijn van "bovenwereld". Andere motieven Bij organisatiecriminaliteit spelen niet dezelfde motieven een rol als bij andere, meer voorkomende vormen van criminali teit. Aan milieumisdrijven ligt een bewuste belangenafweging ten grondslag. Een belangrijke doelstelling van een onderne ming is het maken van winst. De continuï teit van een bedrijf is zo mogelijk nog belangrijker. Met het op een goede manier afvoeren van afvalstoffen zijn bijvoorbeeld steeds hogere kosten gemoeid. Het bou wen van een afvalwaterzuivering is een hele investering. Een bedrijf dat moet kie zen tussen met verlies draaien en 'wat regeltjes ontduiken', zou, als de nood nijpt, wel eens de voorkeur kunnen geven aan het laatste. Daarnaast zijn er ook motieven van meer persoonlijke aard denkbaar. Loyaliteit met het bedrijf bijvoorbeeld, maar ook carrière maken en daarvan afge leid: macht en status verwerven. 14 WANTIJ JUNI 1994

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1994 | | pagina 14