ming van drie Vlaamse zeehavens niet meer rendement op? Ook op Europees niveau zou veel meer afstemming moeten komen. Alternatieven Aan de verdieping liggen rapporten ten grondslag van 1984. Sindsdien is er de nodige informatie bijgekomen. Rijkswaterstaat heeft veel studie verricht naar alternatieven voor het vaarweg- beheer op de Schelde. Er is een alternatief ontwikkeld dat je met een beetje goede wil een "ecologisch verantwoord rivier- wegbeheer" kunt noemen. Daarbij is voor al gekeken hoe in andere estuaria in Europa met de vaarweg is omgesprongen. De conclusie is dat door kanaliseren en versmallen van de vaarweg de bagger- problemen enorm toenemen. Het alternatief is de rivier meer ruimte te geven. Dan kan er veel water in en uit stro men en blijft de vaargeul op een natuurlij ke wijze op diepte. Voor de Schelde houdt dit in dat een eenmalige verdieping van de drempels, gecombineerd met een toena me van overstromingsgebieden langs de oevers, liefst zo ver mogelijk stroomop waarts, de baggerwerkzaamheden per jaar enorm kan verminderen. Gezien de jaar lijkse kosten aan het onderhoud van de vaarweg een prettig economisch vooruit zicht. Een club professoren heeft positief over dit alternatief geadviseerd. Het ver dient een serieuze kans. De milieuorgani Kinderschoenen Naast de lofzang op de schoonheid van de Schelde hoort natuurlijk de kanttekening dat de Schelde één van de vuilste rivieren van Europa is. Daar moet vooral België zo snel mogelijk iets aan te doen. In de bag- ger-vergunning uit 1991 was door Nederland een aantal voorwaarden opge nomen voor verbetering van de water kwaliteit. Deze zijn maar gedeeltelijk, te laat of in het geheel niet nagekomen. Inspanningen van de Vlaamse overheid om de waterverontreiniging terug te drin gen staan in de kinderschoenen. De Vlaamse minister Kelchtermans kondigde aan dat alle lozers op de Schelde pas met saties bepleiten daarom een Milieu-Effect- Rapport op te stellen, waarin alle mogelij ke alternatieven voor verdieping afgewo gen worden. 13 WANTIJ SEPTEMBER 1994 ingang van 1 januari 1996 verplicht wor den de best bestaande technologie voor waterzuivering toe te passen en de opge legde strengere lozingsnormen te respec teren. Ook zal de Vlaamse Milieumaatschappij pas dit jaar over de noodzakelijke gegevens beschikken voor een eerste inventarisatie van de lozingen. Hieruit valt op te maken dat België niet voldoet aan. de in het kader van de Noordzee Ministerconferentie gemaakte afspraken. Eén van de belangrijkste afspra ken was, dat voor 1995 alle emissies gehal veerd moeten worden volgens het princi pe van de toepassing van de "stand der techniek". Nederland heeft al bij de ver gunningverlening in 1991 aangekondigd dat de bereikte resultaten van het terug dringen van de verontreiniging een belangrijke factor zal vormen bij het verle nen van een nieuwe vergunning. Rijkswaterstaat lijkt nu echter de hand doek in de ring te gooien. In de nieuwe vergunning wordt Vlaanderen eerder gefeliciteerd met het traineren van het milieubeleid, dan dat de duimschroeven worden aangedraaid: geen nieuwe eisen aan de inspanning van Vlaanderen op het gebied van schoon Scheldewater dus. Integendeel, zonder bijkomende voor waarden wordt Vlaanderen zelfs toege staan te verdiepen. Rijkswaterstaat doet een schone Schelde in de uitverkoop. Voor de Nederlandse en Vlaamse natuur- en milieu-organisaties is de strijd nog niet gestreden. De krachten worden gebundeld in het belang van een schone Schelde. Voorop staat dat de Vlaamse overheid geen nieuwe baggervergunning mag krijgen zonder dat de waterkwaliteit van de Schelde verbetert. In dit ver drag moet zicht worden geboden op een schone Schelde. Daarna hoort pas de vergunning aan bod te komen die de verdieping op een ecologisch verantwoorde wijze regelt. Om de economische en ecologische belangen even wichtig aan bod te laten komen, is op z'n minst een Milieu Effect Rapport (MER) op zijn plaats. Het MER zou vooraf moeten gaan aan een definitieve regeling van de verdieping in een vergunning. Thijs Kramer is stafmedewerker van de Zeeuwse Milieufederatie.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1994 | | pagina 17