Steilwanden Landschap Peter Maas Een pioniersoort heeft het niet altijd makkelijk. Zijn de omstandigheden gunstig dan kan een ware explo sie van aantallen optreden. Maar als na verloop van tijd de situatie verandert, kan de eens zo talrijke soort nog sneller verdwijnen dan ze kwam. Soms kan een menselijke ingreep het tij keren, zoals bij de oeverzwaluw. dDe oeverzwaluw is zo'n pionier soort. Zoals met meerdere pio niers het geval is, komt de oever- zwaluw voor door activiteiten van de mens. Natuurlijke steilwanden, waarin de oeverzwaluw broedt, zijn in Nederland ver te zoeken, uitgezonderd afkalvende oevers langs beken en rivieren. Dergelijke wanden tref je regelmatig aan op industrieterreinen of nieuwbouwwij ken waar gegraven en gebouwd wordt. Blijft er ergens een hoop grond liggen met toevallig een steile wand, dan is de kans aanwezig dat de oeverzwaluw deze koloni seert. Het enige nadeel van een dergelijke broedplaats is de tijdelijkheid ervan. Grond die in depot is opgeslagen, wordt vroeg of laat weer afgevoerd. Verspreiding De populatie oeverzwaluwen in Zeeland is grofweg verspreid over drie gebieden: Sloegebied, Kanaalzone en rondom de Rijn-Schelde verbinding. Hier broedt onge veer 5 - 10% van de Nederlandse populatie. Maar omdat er steeds minder geschikte broedgebieden over blijven neemt het aantal kolonies af. Wanneer je je daarnaast realiseert dat de situatie in de overwinte- ringsgebieden (de Sahel) alles behalve ide aal is, wordt het duidelijk dat de oeverzwa luw moeilijke tijden beleëft. Tijd dus om iets te doen. Aanleggen Steilwanden kun je speciaal voor de oever zwaluw aanleggen. Zo kunnen verloren gegane wanden worden gecompenseerd en is het mogelijk om deze wanden een meer definitief karakter te geven. Aangezien de vogels honkvast zijn, ligt het voor de hand om geschikte locaties te zoe ken in de omgeving waar ze eerder gebroed hebben. Op verschillende plaat sen in Zeeland hebben vrijwilligers al der gelijke steilwanden opgezet en onderhou den, soms met een zeer goed en dankbaar resultaat. Essentieel is het maken van een steile wand. Daarin kunnen de vogels diepe nestgaten graven. Vanaf het moment dat ze in ons land aankomen, april, zijn ze op zoek naar geschikte locaties. De wand moet dus bij voorkeur al in maart tip-top in orde zijn. Daarnaast is het van belang dat de wand 'vers' blijft. Bestaande wan den moeten dan ook jaarlijks, ook weer in maart, worden afgestoken. Houd boven dien in de gaten dat er gedurende het broedseizoen (dat loopt tot september) niets misgaat. Een kraan die wat zand komt afgraven heeft in no-time het geheel vernietigd. Vroegtijdig overleg met de eigenaren/beheerders leidt veelal tot een goed resultaat. Waterschappen, Havenschappen, gemeenten, provincie en Rijkswaterstaat zijn instanties die je daar bij kunt aanspreken. Voor meer informatie: Stichting Landschapsverzorging Zeeland tel.OllOO-30936 Peter Maas is regiomedewerker bij de Stichting Landschapsverzorging Zeeland. Een succesvolle steilwand voldoet aan de volgende voorwaarden: - geschikte omgeving: voldoende ruim te, rust en voedsel (insekten); - de vogels moeten kunnen graven in geschikt materiaal, zoals lemig zand of zandige klei; - de wand moet minimaal 10 meter lang zijn en 1,5 meter hoog; - de grond moet voldoende stevig zijn, afhankelijk van de grondsoort moet hij 1 tot 4 jaar inklinken; - de wand moet verticaal zijn, bij voor keur met een iets overhangende rand; - voor de wand moet een open ruimte zijn, liefst water, al is dat niet noodzakelijk; - de wand moet vrij zijn van verstoring zoals weidend vee, hengelaars, motorcrossers (en vogelaars?). 17 WANTIJ MAART 1995

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1995 | | pagina 21