Selectie van enkele reductiedoelstellingen voor de basismetaalbedrijven (IMT, 1992). In de laatste twee kolommen zijn voor de emissies de landelijke prognoses weergegeven (bronnen: FOI, 1994; SNM, 1994). Vanuit het Ministerie van Economische Zaken zijn convenanten afgesloten die uitgaan van 2% energie-efficiencyverbetering per jaar ten opzichte van 1990. Dit betekent 10% verhoging (vandaar een negatief getal) in 1995 en 20% in 2000. Voor 2010 zijn geen doelstellingen geformuleerd. Volgens de industrie is op basis van de huidige technische mogelijkheden maximaal een reductie van fluoriden realiseerbaar van 50 tot 60 procent. Deze negatieve getallen betekenen dat het gaat om een toename ten opzichte van het referentiejaar (1985). THEMA CHEMISCHE STOF REDUCTIEDOELSTELLINGEN BASISMETAAL PROGNOSES 1995 2000 2010 1995 2000 Klimaat CFK's en halonen 99% 99% 99% 77% 87% Energie-efficiency -10%*) -20% - Kooldioxide (CO,) - - - Verzuring Stikstofoxiden (NOx) 25% 55% 90% 11% 13% Zwaveldioxide (SO,) 35% 75% 90% 29% 55% Vluchtige organische stoffen - 50% 80% 19% 19% Verspreiding Fluoriden - 80%**> 99% 10% 23% lucht Koolmonoxide - 50% 90% 29% 32% Verspreiding Chroom 60% 60% 90% 40% 75% water Cadmium 90% 90% 90% -28%#) -28% Kwik 25% 50% 70% -20% -16% Economische Zaken. De provincie kan ook aan meer duidelijkheid bijdragen door van bedrijven inzicht te vragen in het totale energiegebruik en de CO,-uitstoot, in plaats van genoegen te nemen met een weinigzeggend energie-efficiencyverhaal. Stand der techniek Zoals gezegd wordt het succes van de inspanningen van de bedrijfstak als geheel afgemeten aan het al dan niet behalen van de milieutaakstellingen. Ieder BMP daaren tegen dient te worden getoetst aan de stand der techniek en bestaand beleid. Afwijkingen van deze twee criteria dienen door het bedrijf gedegen, bedrijfsecono misch te worden onderbouwd. Het is daar om een absolute tekortkoming dat bijna geen enkel Zeeuws BMP hier duidelijkheid over verschaft. Het Rijksinstituut op watergebied RIZA heeft voor de wateremissies al geconclu deerd dat men met het daadwerkelijk toe passen van de stand der techniek veel ver der kan gaan dan nu blijkt uit de inspan ningen in de BMP's. Uit de Zeeuwse BMP's blijkt dat er voor alle bedrijven nog moge lijkheden zijn om met maatregelen daad werkelijk de stand der techniek toe te pas sen: Bij Dow, Hoechst en ACZC wordt bij voorbeeld nog bruikbaar stookgas afgefak- kcld. Hydro Agri kan de laatste prill-toren door een eigentijdse techniek vervangen en kan bovendien haar electriciteitscentra- le op stikstofoxiden aanpakken. Bij Pechiney zouden SO ,-maatregelen een goed voorbeeld zijn. Al deze maatregelen zijn in de BMP's echter niet gepland. Bedrijven houden voor een deel van het maatregelenpakket financiële slagen om de arm. Voor deze financiële voorbehou den geeft echter geen enkel plan voldoen de bedrijfseconomische onderbouwing. Sommige plannen geven wel enig inzicht in de kosten van de maatregelen als zoda nig. Lange termijn Ondanks de afspraken in het convenant ontbreekt in de meeste plannen een visie op de lange termijn. Met name de chemi sche bedrijven in Zeeland maken produk- ten die nog lang niet altijd zonder milieu risico's zijn. Het management van deze bedrijven moet aantonen dat zij nadenkt over de ombouw van bepaalde produktie- processen naar milieuvriendelijkere pro- dukten. De omschakeling van Pechiney op meer gerecycled aluminium is een belangr rijk voorbeeld waar over niets in het BMP is te vinden. Zo moet Dow zich richten op de totale omschakeling naar een ander blaasgas voor de produktie van polysty reenschuim. En ook bedrijven als Hoechst en Broomchemie hebben produktiepro- cessen, die op termijn aan revisie toe zijn. In een steeds milieuvriendelijker Zeeland moeten bedrijven tijdig nadenken over mogelijke alternatieven. De vergunning verlener kan hierbij een belangrijke stimu lerende rol spelen door niet in te stemmen met plannen waarin een hoofdstuk "Duurzame visie op produkten en produk- tieprocessen" ontbreekt. Vergunningen Op zich is het bedrijfsmilieuplan een goed instrument voor het milieumanagement van ieder bedrijf: het geeft bedrijven namelijk inzicht in de omvang van hun milieubelasting en tegelijkertijd in de omvang van nog te nemen maatregelen. Het plan kan daardoor een goed kader vor men voor het management om prioritei ten te stellen bij het nemen van maatrege len. Ook is het een bruikbaar middel om de communicatie met overheden en ande re belanghebbenden te verbeteren. Het BMP als instrument om aan de landelij ke doelstellingen en regelgeving te vol doen is echter te zwak: de toetsing aan stand der techniek en bestaand beleid vindt niet uitdrukkelijk plaats en boven dien vindt de terugkoppeling pas plaats op het moment dat alle BMP's er liggen. De procedure van het verlenen van vergun ningen blijft daarom van groot belang om een goede toetsing aan regelgeving en stand der techniek overeind te houden. Temeer daar vergunningprocedures inspraakmogelijkheden kennen; dit in tegenstelling tot het BMP-proces. Een bedrijfsmilieuplan dient eigenlijk uitslui tend te worden gezien als het uitgangs punt van het bedrijf bij het aanvragen van een vergunning. Wanneer de geschetste tekortko mingen in de volgende ronde van de bedrijfsmilieuplannen worden meegenomen, kan beter beoor deeld worden of de industriële bedrijven hun eigen verantwoor delijkheid op het vlak van milieu voldoende kennen. Dit is voor de toekomst de beste garantie om de doelstellingen van het nationale milieubeleidsplan veilig te stellen en daarmee de Zeeuwse natuur, milieu én bedrijven te behouden. Henk de Groote is stafmedewerker van de ZMF. Met dank aan Jan-Willem Biekart van Stichting Natuur Milieu. Bronnen: Stichting Natuur en Milieu (1994), De basisme taal en het doelgroepenbeleid industrie; analyse van proces en resultaten op weg naar 2000, Utrecht. Facilitaire Organisatie Industrie (1994), Knelpuntenanalyse uitvoering IMT basismetaal industrie, 's-Gravenhage. IMT (1992), Intentieverklaring uitvoering milieubeleid basismetaalindustrie, 's-Gravenhage. 16 WANTIJ JUNM995

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1995 | | pagina 16