Nieuwe gedeputeerde Gert van Zwieten Foto: ZMF De nieuwe gedeputeerde Enkele weken later spraken we haar opvol ger Gert van Zwieten. De nieuwe gedepu teerde ontving ons in zijn kamer op de Ab dij. Daar stond een groot abstract schilde rij tegen de muur, mogelijk een duinland schap. Een hoopvol teken voor de belan- genverdediging van natuur en milieu? "Ik zal er een tijdje naar kijken, misschien be valt het werk me," grapt een ontspannen gedeputeerde die zich nog aan het inwer ken was. Hoe zijn uw eerste weken als gede puteerde bevallen? "Mijn beeld is nog niet compleet. Ik ben op een rijdende trein gesprongen en heb het gevoel dat mijn handen de trein vasthebben, maar dat mijn voeten nog bungelen. Zoveel overleg, zoveel structuren, zoveel mensen die je willen spreken, daar heb je als staten lid geen idee van. Tot mijn schrik ben ik uit hoofde van mijn nieuwe functie lid, vaak zelfs voorzitter, van zo'n 25 overleggroepen. Gelukkig heb ik veel steun van mijn ambte naren. Toen ik met hen sprak, over de brief bij de begrotingsvoorstellen '96, bleken ze al een concept-tekst gereed te hebben. Ze had den mijn visie juist ingeschat." Vindt u ook dat het streekplan niet meer bij de tijd is? "Zeker. Er komt een nieuw streekplan. Vroeger legde je dat vast voor tien jaar. Geen wonder dat je er dan op een bepaald moment niet meer mee uit de voeten kunt als je kijkt naar de ontwikkelingen die zich voordoen. Ik ben voorstander van globaal zijn waar mogelijk en gedetailleerd waar nodig. Je legt de ontwikkelingsrichting voor 10 tot 15 jaar vast, dus abstracter dan het streekplan nu doet. Die keuzes vertaal je in het streekplan in helder beleid voor een jaar of vier. Dat werk je weer uit in eenjarige uitvoeringsprogramma's. De dis cussie over wat we in Zeeland tot 2010 willen, moet daarom snel starten." Wat is uw visie op ruimtelijke orde ning? 'Het is mij opgevallen dat de gebiedsge richte benadering in Zeeland heel succes vol is. Je gaat in een regio met alle partijen praten: met de landbouw, het waterschap, de kamer van koophandel, de gemeenten, de milieubeweging enz. Dan probeer je tot een overeenstemming te komen waarbij elke partij het gevoel heeft iets gewonnen te hebben. Dat werkt." Hoe denkt u over de ontwikkeling van recreatie en toerisme in Zeeland? "Het valt me op dat recreatie en natuur tegenwoordig samen door een deur kun nen. De natuurbescherming beseft dat er maatschappelijk ook nog andere belangen zijn. De recreatie-ondernemers erkennen de waarde van de natuur, zeker als je naar seizoensverlenging streeft. De provincie moet daarbij helpen. Langs de kuststrook liggen campings die kwaliteitsproblemen hebben en op een verkeerde plek zitten, midden in beschermde natuur bijvoor beeld. Die moeten wellicht verhuizen en ik wil ze daarbij steunen. Op Schouwen is dat proces al op gang; in West-Zeeuwsch- Vlaanderen zie ik ook mogelijkheden. Het grootste probleem ligt op Walcheren, vooral rond Valkenisse. Wellicht moeten we daar met de landinrichtingscommissie maar opnieuw om de tafel." Onze ervaring is dat de landbouw nog al eens de hakken in het zand zet. "Dat kan ik me wel voorstellen omdat er zoveel op de agrarische sector afkomt. Maar de landbouw is met landbouw alleen niet te redden. Met nieuwe produkten en technieken redden de boeren het niet meer. Dat besef dringt in de landbouw door. Daarom wordt het beleid voor plat telandsvernieuwing zo belangrijk." Welke rol ziet u voor de natuur- en milieubescherming? "De natuur- en milieubescherming is voor mij één van de actoren in het veld. Daar moet recht aan gedaan worden, maar ook aan andere partijen. Ik wil heldere keuzes maken die de spanningen in de ruimte weghalen. Dat kan met zonering. Hier krijgt natuur de hoofdrol, daar de land bouw bijvoorbeeld. En daarna niet meer zeuren! Van de Zeeuwse Milieufederatie verwacht ik dat ze aan tafel een partner zijn en in de media een horzel. Volgens mij is dat de strategie waar jullie het meeste mee kunnen bereiken." Willem de Weert is eindredacteur van Wantij. 6 WANTIJ JUNI 1995

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1995 | | pagina 6