"tmtran Wonen binnen de gevarenzone. Foto: ZMF Het rapport stelt "dat het transport van brandbare vloeistoffen slecht in kaart is te brengen. Vanwege de verwachte geringe bijdrage aan het risico zijn deze stoffen niet in de analyse meegenomen. Het beeld van het vervoer van en naar Antiver pen vertoont omissies. De vanuit risico-oog punt belangrijke transporten van toxische gassen zijn naar alle waarschijnlijkheid echter wel volledig in kaart gebracht. Hoe het mogelijk is dat anno 1994 nog vaagheid bestaat over dergelijke risicovol le transporten, wordt in het rapport ner gens duidelijk gemaakt. Tegenstelling Bijzonder in het rapport is dat er, in tegen stelling tot de uitkomsten van eerdere stu dies, door het vervoer van brandbare gas sen geen ernstig individueel risico gecon stateerd wordt. De Integrale Nota LPG uit 1983/'84 geeft een heel andere uitkomst. Daarin werd vastgesteld dat er niettegen staande de voorgestelde (en inmiddels ook uitgevoerde) maatregelen vooralsnog aan merkelijke risico's blijven bestaan voor het vervoer door de Wielingen en op de rede van Vlissingen. Hoewel de omzet van brandbare gassen in Nederlandse havens verminderd is, wordt dit gecompenseerd door een toename van het transport naar Antwerpen. In het nieu we rapport (april 94) wordt op een zeer theoretische manier berekend dat de ongevalskansen op en schadevorming bij aanvaringen beduidend kleiner zijn dan voorheen werd aangenomen. Niettemin blijft de Zeeuwse Milieufederatie ervan overtuigd dat grootschalige aanlanding van toxische en brandbare gassen tot op minstens 7 km buiten de bewoonde wereld moet worden gehouden. Het gaat daarbij niet alleen om de risico's van het transport, maar ook om die van de over slag en de opslag ervan. De kansen op een ongeluk zijn klein, maar de gevolgen groot! Individueel risico Gevaar voor de bevolking wordt uitge drukt in de begrippen: individueel risico en groepsrisico. Met individueel risico wordt beoordeeld of de individuele bur ger niet aan een te hoge overlijdenskans wordt blootgesteld door één of een totaal van risicohoudende activiteiten. Het individueel risico wordt gebruikt in de besluitvorming rond de ruimtelijke ordening. Het overheidsbeleid is erop gericht dat bij invulling van bestemmings plannen geen woonbebouwing binnen een vastgestelde gevarcngrens plaatsvindt. De overheid acht voor het bepalen van die grens de kans op overlijden aanvaardbaar als deze voor de individuele burger beperkt blijft tot 1 1.000.000. Het rapport trekt de gevarengrens voor Vlissingen op zo'n 1000 meter landinwaarts vanaf het waterfront. Daar vallen de boulevard en achterliggende Spuikom dus ruimschoots binnen. Voor Hansweert ligt deze grens op 800-1000 m landinwaarts vanaf de water kant. Daar ligt weliswaar weinig woonbe bouwing, maar zijn wel regelmatig grote aantallen binnenschepen aanwezig. Die overschrijding van het maximaal toe laatbaar individueel risico wordt uitslui tend veroorzaakt door het vervoer van toxische gassen door de zeevaart en dan voornamelijk ammoniak. Groepsrisico Het groepsrisico geeft aan hoeveel perso nen in één keer door een ongeval kunnen overlijden. De norm hiervoor is nog in ont wikkeling. De grootte van het groepsrisico tengevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Westerschelde wordt in sterke mate bepaald door het transport van toxische gassen. Op enkele plaatsen in de vaarroute is het groepsrisico door het vervoer van brandbare gassen net zo groot als of iets groter dan voor het transport van ammoniak geldt. Niet ongerust Zoals in het begin al aangeduid kopte de PZC van 10 februari 1995: "Bewoner aan Schelde loopt risico". Persberichten daar op volgend maakten kenbaar dat het gemeentebestuur van Vlissingen zich niet ongerust maakte omdat de norm toch wel wordt aangepast aan de bestuurlijke wens om het nog openliggende Spuikomgebied te kunnen bebouwen. Over de bebouwing aan de boulevard maakt men zich al hele maal geen zorgen. Zouden de bewoners van de boulevard zich de risico's realise ren? Het heeft er ook minstens de schijn van dat de gemeente Reimerswaal zich weinig aan de veiligheid van de opvarenden van binnenschepen in de buitenhaven van Hansweert gelegen laat. Eén maand later, 16 maart 1995, een nieuwe kop in de PZC: "Veiligheid langs Westerschelde in orde", waarmee het antwoord van de minister van Verkeer en Waterstaat op kamervra gen over het vervoer van gevaarlijke stof fen werd weergegeven. De berichtgeving in de PZC is vast correct. De nare smaak wordt ver oorzaakt door het feit dat sommi ge Zeeuwse bestuurders een onwelgevallig rapport zo snel en geruisloos in de doofpot kunnen stoppen. Hans Bannink is lid van de Wantijredactie. 8 WANTIJ JUNIl 995

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1995 | | pagina 8