Zeeland staat voor belangrijke
keuzes
Nieuw streekplan
Thijs Kramer
Er komt een nieuw streekplan voor de provincie
Zeeland. Dit betekent niet dat alles weer wordt ver
anderd. 'Het huidige ruimtelijke beleid wordt geac
tualiseerd", heet dat tegenwoordig. In de discussie
over de toekomst van Zeeland behoren de natuur-
en milieubelangen een belangrijke rol te spelen.
Waar komt de industrie, welke
ruimte krijgt de verblijfsrecre-
atie langs de kust, hoe wordt
met intensieve veehouderij
omgesprongen, op welke wijze krijgt de
ecologische hoofdstructuur vorm? Eind
vorig jaar werd een begin gemaakt met de
actualisering van het streekplan Zeeland,
dat dateert uit 1988. Het provinciebestuur
heeft in een "Beslispuntennotitie" aange
geven wat voor haar de belangrijke onder
werpen in het nieuwe streekplan zijn. Na
overleg met ministeries en allerlei maat
schappelijke organisaties, zoals de
Zeeuwse Milieufederatie, heeft Gede
puteerde Staten afgelopen zomer een
Keuzenotitie opgesteld. Daarin staat het
standpunt van het provinciebestuur over
de verschillende onderwerpen.
De ZMF kan zich in grote lijnen vinden in
de keuzes van het provinciebestuur. Maar
bij drie belangrijke thema's blijft er het
nodige te wensen over. Die thema's zijn:
duurzame ontwikkeling, de ruimtelijke
hoofdstructuur en de toekomst van het
platteland.
Duurzame ontwikkeling
Voor het nieuwe streekplan zijn duurzame
ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit sleu
telbegrippen. Ze horen als een rode draad
door het nieuwe streekplan te lopen. Het
is echter de vraag wat daarvan in de prak
tijk terecht komt. Het begrip 'duurzame
ontwikkeling' is door het provinciebe
stuur tot nu toe niet uitgewerkt en blijft
voorlopig een mooi voornemen. Een uit
werking van dit begrip is dringend nood
zakelijk omdat in het nieuwe streekplan
"de optimale benutting van de economi
sche kansen" wordt nagestreefd, maar een
confrontatie tussen de twee centrale
thema's iverkgelegenheid en duurzame
ontwikkeling ontbreekt.
Studie
De paragraaf "Ruimte voor economie"
leunt zwaar op een studie van het ministe
rie van Economische Zaken. In deze studie
komt de behoefte aan ruimte van drie sec
toren aan bod: distributieparken, kantoor
locaties in de binnenstad en hoogwaardige
bedrijvenparken. Maar voor een goede
onderbouwing van het streekplanthema
"Ruimte voor economie" is het nodig dat
in de discussie alle economische sectoren
worden betrokken. Vervolgens moet de
vraag gesteld worden hoe deze sectoren
een bijdrage kunnen leveren aan een duur
zame economische ontwikkeling. In feite
moet je voor elke bedrijfstak nagaan wat
de zinvolle economische en milieu-hygië
nische perspectieven op lange termijn
zijn.
In de studie van het ministerie van
Economische Zaken, waarop het provin
ciebestuur zich baseert, zijn enkele scena
rio's genoemd. Uiteindelijk is in de studie
het scenario "European Renaissance" uit
gewerkt, en niet het duurzame scenario
"Balanced Growth". Dit betekent dat voor
de bepaling van de behoefte aan ruimte de
gangbare trend als uitgangspunt genomen
is en niet de ombuiging naar een duur
zaam gebruik van de ruimte.
Open ruimte als in Zeeland wordt schaars,
Als het provinciebestuur het begrip duur
zame ontwikkeling werkelijk een sleutel
rol wil laten spelen in het streekplan, dan
is er nog het nodige werk te verzetten. In
ieder geval verwacht de ZMF bij duurzame
ontwikkeling dat in het nieuwe streekplan
het milieu- en waterbeleid doorklinkt. Het
milieubeleidsplan Kerend Tij 2 biedt daar
voor de nodige aanknopingspunten.
Ruimtelijke hoofdstructuur
Voor de ruimtelijke hoofdstructuur wordt
al jaren uitgegaan van het hoefijzermodel.
Dat is het model waarbij in een hoefijzer
rond een open Deltagebied stedelijke en
infrastructurele voorzieningen, industrie-
en havengebieden liggen. Het hoefijzer
model is bedoeld om de ruimtelijke kwali
teit van het blauwe hart van de Delta te
garanderen. Voor het nieuwe streekplan is
dit model opnieuw het uitgangspunt. Er is
echter alle aanleiding om dit model te her
ijken!
Tijdens de Zomeruniversiteit Zeeland
werd door P. Smeets van de Rijkspla
nologische dienst helder op een rijtje
gezet met wat voor internationale ontwik
kelingen Zeeland de komende jaren
geconfronteerd wordt. Een blik op de
kaart leert dat Zeeland niet bang hoeft te
zijn het Jutland van West-Europa te wor
den. De Zeeuwse Delta ligt buitengewoon
centraal tussen diverse groeiende metro
polen. Wat in een groot deel van dit sterk
verstedelijkte gebied steeds schaarser
wordt, bezit Zeeland nog volop: open agra
risch gebied met grootschalige natuurge
bieden als de Oosterschelde en de Kop
van Schouwen. De economie leert dat wat
schaars is, waarde heeft. De waarde van
het Deltagebied zal toenemen mits de kwa
liteit van de open ruimte gehandhaafd
wordt.
12 WANTIJ OKTOBER 1995