Zzzuvfb 'V'iigelbier Edïïïjk blrdï JlJ/J Zee UW5S bodem Daar ligt de uitdaging voor de natuur- en landbouworganisaties: zij kunnen geza menlijk het begrip plattelandsvernieuwing inhoud geven. Daar ligt ook een grote rol voor het provinciebestuur. Door de decen tralisatie van taken van het ministerie van LNV wordt met name het provinciebe stuur verantwoordelijk voor het landelijk gebied. Deeloplossingen Wat staat ons in het kader van plattelands vernieuwing te doen? Allereerst een zoektocht ondernemen naar de kansen en mogelijkheden voor de land bouw in Zeeland. Waarschijnlijk zal de conclusie zijn dat DE oplossing niet bestaat. Meer voor de hand ligt dat er ver schillende deeloplossingen zijn. Voor een aantal boeren zal dat schaalvergroting inhouden, voor anderen juist intensive ring op een kleinere oppervlakte. Streekeigen produkten kunnen een deel van de oplossing zijn, zeker gezien de lig ging van Zeeland. De provincie wordt omringd door verstedelijkt gebied: een potentiële afzetmarkt. Part-time landbouw behoort ook tot de mogelijkheden, in som mige gebieden gecombineerd met recre atie. Boeren kunnen ook ingeschakeld worden bij het beheer van de natuurgebie den en een taak krijgen bij het in stand houden van het landschap. Een deel van het landbouwareaal kan een andere func tie krijgen. In het kader van het Natuurbe leidsplan krijgen enkele duizenden hecta res de komende jaren al een natuurfunc tie. Er kan ookgedacht worden aan de aan leg van enkele nieuwe grote recreatie- en natuurgebieden. Bestrijdingsmiddelen Hoe het ook zij, een groot deel van het lan delijk gebied blijft bij voorkeur landbouw gebied. De grote uitdaging is om die land bouw duurzaam te maken. Dat betekent zowel een rendabele als ook een milieu verantwoorde landbouw. De twee cruciale milieuproblemen waar mee de landbouw worstelt, zijn het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de bemesting. Wat er wel en niet mag wor den gespoten wordt vooral door de centra le overheid bepaald. De milieufederaties hebben met hun rapport "Leve de sloot" een pleidooi gehouden om een strook langs de sloot vrij te houden van bespuitin gen. Dan zal er minder gif in het water waaien. De landbouworganisaties zien ons rapport echter niet zitten. Om greep te krijgen op deze problematiek is er in Zeeland een werkgroep gevormd waaraan ook de-Zeeuwse Waterschapsbond mee doet. Bemesting Bij bemesting is het beleid gericht om op niet al te lange termijn 'evenwichtsbemes- ting' te realiseren. Dit betekent dat er net zoveel meststoffen worden toegediend als het gewas opneemt. Een 100% evenwicht zal in de praktijk buitengewoon lastig zijn. Wat acceptabel verlies is, hangt deels af van de plaatselijke situatie. Dat is bijvoor beeld in Zeeland met zoute kwel en zware klei iets heel anders dan op de zandgrond in Brabant. Ook hier ligt een taak voor het provinciebestuur. Dat moet snel duidelijk heid verschaffen over wat evenwichtsbe- mesting in Zeeland moet inhouden. Kringloop In een duurzame landbouw past het niet om op grote schaal kunstmest te gebrui ken. Bij de productie van kunstmest wordt een ongelooflijke hoeveelheid energie gebruikt. Mest moet dus vooral organische mest zijn. Of dat bij voorkeur kippe-, var kens- of koeiemest is, hangt af van de invulling van het begrip 'evenwichtsbe- mesting' op Zeeuwse schaal. In een duurzaam scenario past dat die mest ook in Zeeland wordt geproduceerd. Zo ontstaat de mogelijkheid om een kring loop op regionale schaal te ontwikkelen. Er moet dan uitgerekend worden hoeveel mest en van welke soort er in het kader van de evenwichtsbemesting per regio nodig is. Het veevoer kan dan door de Zeeuwse akkerbouwer zelf worden geteeld. Zo snijdt het mes aan twee kan ten. Provinciebestuur Plattelandsvernieuwing in Zeeland bete kent dus primair: invulling geven aan het begrip duurzame landbouw. Maar platte landsvernieuwing veronderstelt ook een andere bestuurlijke aanpak. Het valt op dat niemand zich verantwoordelijk voelt voor het landelijk gebied als geheel. Hier ligt een taak voor het provinciebestuur, zeer zeker na de decentralisatie van taken van het ministerie van LNV. Een provincieap paraat dat aan het reorganiseren is, moet de kans benutten de structuur mede op deze uitdaging aan te passen. Dat wil niet zeggen dat de provincie alles moet gaan bepalen. Integendeel, een benadering van onderaf heeft de voorkeur. Goede initiatie ven van boeren moeten gestimuleerd wor den, vooral samenwerkingsprojecten tus sen boeren en milieuorganisaties. Niet met meer regels, maar waar nodig juist met minder regels om initiatieven de ruimte te geven. Tijdens de Zomeruniversiteit werd het idee geopperd van een 'permanente prijsvraag': een bud get voor plattelandsvernieuwing dat aan goede ideeën voorrang geeft. Het geld voor zo'n prijs vraag hoeft geen probleem te zijn. In Zeeland zijn er subsidie stromen genoeg die voor de plat telandsvernieuwing ingezet kun nen worden. Thijs Kramer is stafmedewerker van de ZMF. Streekeigen produkten van een duurzame landbouw. Illustratie: Stichting Zeeuwse Vlegel 4 WANITII OKTORFR 1QQR

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1995 | | pagina 4