In de ban van de mest Handhaving Jan-Eelco Dijk Zeeland is in de ban van de mest. Het begon met de dreigende komst van een groot aantal varkenshou derijen met name in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het gevaar voor een roze invasie is enigszins geweken, maar nieuw onheil ligt al op de loer. Deze keer gaat het om de komst van een aantal mestbassins, die niet op het erf van een landbouwbedrijf komen te liggen. Integendeel, de reservoirs zijn gepland op geringe afstand van elkaar, her en der verspreid in het Zeeuwse landschap. hHet systeem is eenvoudig. Een mestbassin is op het eerste gezicht niet veel meer dan een gat in de grond. De vrijkomende aarde legt men als een dijk rondom het bassin. De bodem van het reservoir wordt vervolgens vloeistofdicht gemaakt door bekleding met een kunststoffolie. Tot het moment dat dunne mest op het land wordt uitgereden, kan het bassin dienen als tijdelijke opslagplaats. Wet Omwonenden van een mestbassin kunnen veel stankhinder ondervinden. De wetge ver heeft dan ook bepaald dat voor het plaatsen van zo'n bassin in principe een vergunning op grond van de wet Milieubeheer vereist is. Burgemeester en wethouders van een gemeente kunnen, als het mestbassin ontoelaatbare hinder ver oorzaakt, de vergunning weigeren in het belang van de bescherming van het milieu. Als weigering niet mogelijk is, kunnen voorschriften aan de vergunning verbon den worden. Inspraak van de omwonen den is daarbij gewaarborgd. Adder Er zit echter een adder onder het gras. De wetgever heeft via een zogenaamde alge mene maatregel van bestuur kleinere mestbassins van de vergunningplicht uit gezonderd. Zo hoeft bijvoorbeeld degene die een mestbassin met een inhoud van minder dan 350 m3 wil aanleggen op meer dan 50 meter afstand van een woning, geen vergunning aan te vragen. De initia tiefnemer kan volstaan met te melden aan de gemeente dat hij het bassin wil aanleg gen. Het feit dat zo'n mestbassin onder een algemene maatregel van bestuur valt, wil overigens niet zeggen dat het bouwen van het bassin aan geen enkele norm gebon den is. In de regeling (het Besluit mestbas sins milieubeheer) zijn normen opgeno men waaraan het mestbassin moet vol doen. Zo mag het niet te dicht bij een natuurgebied liggen en moet het afgedekt zijn. Transport van en naar het reservoir moet geschieden in gesloten tankwagens. Serie De normen die in het Besluit mestbassins zijn opgenomen, zijn o.a. bedoeld om te voorkomen dat de omwonenden teveel hinder ondervinden van de stank van de mest. De wetgever heeft echter nagelaten regels te stellen ten aanzien van de stank overlast door een serie mestbassins van verschillende boeren, op geringe afstand van elkaar gelegen. Ten aanzien van één bassin van 750m3 dient, ongeacht de afstand naar de dichtstbijzijnde woning, altijd een vergunning te worden aange vraagd. Maar als zes verschillende bedrij ven allemaal het plan hebben opgevat een mestbassin van 345 m3 aan te leggen op 55 meter afstand van één en dezelfde woning, dan staat de bewoner met lege handen. Het wordt hoog tijd dat ambtelijk Den Haag ingrijpt om dergelijke onbedoelde gevolgen te voorkomen! Oplossingen Gelukkig heeft de gemeente waar een soortgelijk probleem zich in de praktijk voordeed zelf al een aantal andere oploss ingen bedacht. De bestemming van één van de percelen bleek de aanleg van mest bassins niet toe te staan. Ook het Buro voor Rechtshulp draagt een steentje bij in de strijd. Wij trachten namens omwonen den het over een andere boeg te gooien: wellicht hebben de verschillende mestbas sins onderling bepaalde technische bin dingen, of zijn de verschillende initiatief nemers organisatorisch nauw met elkaar verbonden. Dit kan er toe leiden dat twee reservoirs als één moeten worden beschouwd, en er toch een vergunning moet worden aangevraagd. Foto: Malmberg Mocht deze keer het gevaar afgewend zijn, elders ligt het onheil alweer op de loer. De kern van het probleem blijft namelijk bestaan. Het staat bedrijven vrij op andere locaties een mestbassin te plannen en er is vast ergens in Zeeland nog een gemeente te vinden waar het bestemmingsplan wél ruimte biedt voor de aanleg van mestbas sins. Zo lang de wetgever de maas in de wet niet gerepareerd heeft, is het raadzaam dat gemeenten hun bestemmingsplan aanpassen om de invasie van mestbassins te ver hinderen. Jan-Eelco Dijk is als milieujurist verbonden aan het Buro voor Rechtshulp in Dordrecht dat in samenwerking met de ZMF mensen die met milieuproblemen kampen, juridisch helpt. 15 WANTIJ DECEMBER 1995

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1995 | | pagina 15