Vraagtekens rond de opslag van radio-actief afval bij Covra Al te goed is buurmans gek Hans Bannink De Centrale Organisatie voor radioactief afval (COVRA) in het Sloegebied wil haar activiteiten uitbreiden en heeft een aanvraag ingediend om de bestaande Kernenergiewet-vergunning uit 1989 te wijzigen. Er rijzen vraagtekens rond de mogelijkheid tot preventie van radio-actief afval. En is de bouw van nieuwe opslaglood sen in buitendijks gebied wel veilig? Onverwerkt bedrijfsafval is één van Ode soorten radioactief afval dat de COVRA wordt aangeboden. De COVRA voelt zich geroepen dit afval te accepteren. Je vraagt je af of een 100 jaar durende tijdelijke opslag bij de COVRA de enige juiste oplossing is. Wie dan leeft, wie dan zorgt? De COVRA wil in elk geval in die periode zo'n 100.000 m3 radioactief afval van buurman Hoechst opslaan. Dit afval bestaat uit slakken en reststoffen uit het productieproces. Het zal d.m.v. containers worden opgeborgen in twee grote stalen opslaggebouwen. De lokatie? In buitendijks Sloegebied, niet beschermd tegen overstromingsgevaar. De hamvraag is of zo'n kostbare, omvangrijke opslagcapaciteit wel echt nodig is. Hoechst, dat zich beroept op een milieu vriendelijk gezicht, vergeet kennelijk dat goed milieubeleid begint bij het voorko men van het ontstaan van afval. Dat is bij Hoechst zeker mogelijk, doch men zag er van af een verwerkingsfabriek te bouwen voor het verkleinen van de jaarlijkse hoe veelheid radioactief calcinaat (ca. 1000 ton) tot een geconcentreerde rest-hoeveelheid van 20 ton. Dat zou de radioactieve afval berg met maar liefst 98% terugbrengen. Dat is nog eens preventie! Hoechst zal er wel om economische rede nen van af zien, maar verlegt de zorg voor haar radioactieve afval wel erg gemakkelijk naar de COVRA. Hoog radioactief afval Het aan de COVRA aangeboden hoog radio actief afval kan worden ingedeeld in warm- warmteproducerend afval circuleert en wordt afgevoerd via de schoorsteen. COVRA vermeldt hierbij dat er zelfs bij extreme ongevallen geen emissies van radioactiviteit zullen optreden, gezien het ontwerp van de te bouwen opslag en aan te brengen voor zieningen. Het probleem is dat deze maxi maal te bereiken "veilige" opslag pas over enkele jaren klaar is. In die tussentijd wil de COVRA tóch tijdelijk maximaal 400 hoogver- Foto; Jaap Wolterbeek teproducerend en niet-warmteproducerend afval. Na ca. 100 jaar ligt er bij de COVRA: 110 m3 warmteproducerend afval (kern- splijtingsafval en splijtstofelementen) en 3000 m3 niet-warmteproducerend afval. De activiteit, waarvoor nu vergunning wordt gevraagd, bestaat uit de behandeling en opslag van al dit afval in één gecombi neerd gebouw. Dit wordt in beton opge trokken met dikke wanden van 90 m lang, 45 m breed en 20 m hoog. Er komen schoorstenen voor de uitlaat van koellucht (natuurlijke koeling) in het opslaggedeelte en een ventilatieschacht voor de rest van het gebouw. Ook dit gebouw komt in het zelfde buitendijkse gebied te staan, bevei ligd en waterdicht tot tenminste NAP 10 m. Als koellucht wordt buitenlucht toegela ten die door de opslagcompartimenten met rijkte splijtstofelementen in 12 goedgekeurde containers opslaan in een gebouw dat bestemd is voor laag- en middelradioactief afval. Zo'n gebouw is daarvoor niet geschikt, omdat de maximale veiligheid ontbreekt. Het is ontoelaatbaar dat COVRA genoegen neemt met een opslag van hoog radioactief afval die niet voldoet aan de best beschikbare technieken, zoals de wetgeving eist. De grootst mogelijke veilig heid dient voorop te staan, daar heeft de Zeeuwse burger gewoon recht op. Hans Bannink is lid van de Wantijredactie. 16 WANTIJ iuni '96

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1996 | | pagina 16