Natuur en milieu (weer) ondergeschikt aan economie Kritiek van ZMF op voorontwerp streekplan Het korte termijn belang heeft gewonnen. Thijs Kramer "Geen evenwicht tussen ecologie en economie in het ruim telijk beleid van het provinciebestuur door een zwaar accent op ruimte voor werk". Dat is de kern van de reac tie van de Zeeuwse Milieufederatie op het voorontwerp van het streekplan Zeeland. Het loslaten van de ruimte lijke hoofdstructuur, het onvoldoende invulling geven aan het begrip duurzaamheid in de ruimtelijke ordening, de deur openzetten voor meer verblijfsrecreatie langs de kust van West-Zeeuws-Vlaanderen en van de Grevelingen allemaal voorbeelden dat natuur en milieu onderge schikt worden gemaakt aan werkgelegenheid. Een streekplan met de omvang van eeen A-4tje. Gedeputeerde Van Zwieten (VVD) begon met een opmerkelijk voornemen aan zijn nieuwe klus. Met het verkiezingsprogram ma van zijn partij in het achterhoofd, dacht hij in eerste instantie dat met zo weinig mogelijk regels een goed ruimtelijk orde ningsbeleid te voeren is. Maar de praktijk is weerbarstig. Het provinciebestuur krijgt jaarlijks honderden plannen van gemeente besturen voorgelegd ter beoordeling. Om die plannen te kunnen beoordelen en niet te vervallen in een ad-hoc beleid, moet het provinciebestuur precies weten wat het wil. Een kijkje over de grens met België leert waar een 'la-maar-waaien 1 aanpak van de overheid toe leidt. Gelukkig kwam Van Zwieten tijdig op andere gedachten. Het nieuwe streekplan Zeeland kent de gebrui kelijke omvang van ruim honderd pagina's. Belang Ruimtelijke ordening is voor natuur en milieu van groot belang. Met een goede planologische bescherming worden natuur en landschapswaarden gevrijwaard van allerlei negatieve ontwikkelingen. Ook voor het realiseren van milieudoelstellingen is de ruimtelijke ordening steeds belangrijker. Zo wordt in het streekplan aangegeven dat bedrijven en voorzieningen waar veel men sen komen, goed bereikbaar moeten zijn met het openbaar vervoer. Beleid Het vorige streekplan dateerde van 1988. Sindsdien is er veel gebeurd: de varkensin vasie, het nieuwe recreatiebeleid waardoor er geen nieuwe campings en zomerwonin gen meer bij mogen langs de kust, en pas nog de discussie over de verdieping van de Westerschelde met de grensverleggende ideeën over ontpoldering. De landbouw staat aan de vooravond van ingrijpende ontwikkelingen. Tijd dus voor een nieuw provinciaal ruimtelijk beleid, dat mede rich ting geeft aan de vraagstukken waar de pro vincie mee wordt geconfronteerd. Meer werkgelegenheid: dat staat centraal in het nieuwe streekplan. Weliswaar wordt daar meteen aan toegevoegd dat het behoud en de versterking van de karakteris tieke Zeeuwse omgevingskwaliteiten van rust, ruimte en groen evenzeer een doel stelling is van het provinciaal beleid. Maar op cruciale momenten blijkt de eerste doel stelling duidelijk voor te gaan. Model Van Zwieten heeft bij herhaling aangegeven dat, wat hem betreft, het hoefijzermodel als ruimtelijke hoofdstructuur versleten is. Dergelijke dogma's zijn volgens hem alleen maar een sta-in-de-weg. Vandaar dat het hoefijzer niet meer is terug te vinden in het streekplan. Het hoefijzermodel staat voor een ruimtelij ke hoofdstructuur, waarbij allerlei stedelij ke, industriële en infrastructurele voorzie ningen rond de Delta worden gebundeld. Het doel is het Deltagebied met zijn grote natuur- en landschapskwaliteiten te behou den. In het ruimere perspectief van de hele Benelux, of nog ruimer van Noordwest- Europa, wordt duidelijk hoe schaars deze open ruimte nog is. Behoud van de speci fieke kwaliteiten van dit gebied dient dus niet alleen een Zeeuws belang. Voor enor me aantallen vogels is de Delta van levens belang, voor de omliggende verstedelijkte gebieden geldt dat ook in toenemende mate. In het streekplan is het hoefijzermodel niet meer terug te vinden. Daar zijn vooral eco nomische motieven voor te bedenken. In het hoefijzermodel wordt bijvoorbeeld uit gegaan van het bundelen van de wegen structuur rond de Delta. De aanleg van de Zoomweg-Noord aan de oostrand van Zeeland past daar niet in. Toch wordt de aanleg van deze weg door het provinciebe stuur van Zeeland van harte ondersteund, omdat het een impuls betekent voor de bedrijvigheid op Tholen en in Reimerswaal. Met het hoefijzermodel lijkt een conse quent 'Delta-breed' denken door het pro- 12 WANTIJ oktober'96

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1996 | | pagina 12