Nog veel vragen bruikbaar zijn geworden, en gebruik maken van materialen die goed te scheiden en I weer te gebruiken zijn als uiteindelijk sloop plaatsvindt. I Werken met milieugebruiksruimte zal niet betekenen dat iedere individuele consu ment een bonnenboekje krijgt. Het begrip dient vooralsnog als basis voor ontwikke- lings-scenario's. Uiteindelijk zullen dan met name overheid en bedrijfsleven met de toe gewezen ruimte hun productie en voorzie ningen moeten realiseren. Vraagtekens Vervolgens plaatste H. van den Belt, weten- schapsfilosoof, kanttekeningen bij milieuge bruiksruimte en de gekozen uitgangspun ten. Kunnen we bijvoorbeeld de behoeften van volgende generaties inschatten? Waarom hebben we morele verplichtingen jegens die generatie? Hoe zit het met de rechtvaar digheid binnen onze generatie? Wat is de plaats die andere levende wezens krijgen (de voorraad wordt voornamelijk doorgere kend op gebruik door mensen)? De ant woorden hierop hoeven niet voor iedereen vanzelfsprekend dezelfde te zijn. Verder is het ontzettend moeilijk om de ruimte vast te stellen, er bestaan sterk uit eenlopende schattingen van verschillende voorraden. Hoe kan dat dan dienen als ver dere leidraad? Welke grenzen stel je aan verontreiniging, hoe groot mag een risico zijn? Dat is een oord op de vraag of er Jaap Wolterbeek. (willekeurige) keuze, geen absoluut gege ven. Al met al bleek uit deze vragen vooral de complexiteit van het begrip milieugebruiks ruimte, en leidden ze niet tot een principië le verwerping van het begrip. Proces S. Warmerdam, medewerkster van het ministerie VROM, signaleerde dat milieu minder in de belangstelling van politiek en burger is komen te staan, en dat er doelen niet zijn bereikt. Het ministerie concen treert zich daarom met name op andere middelen om milieubeleid te voeren, waar onder het overlaten van dat beleid aan lage re overheden. Een van die middelen is het uitvoeren van een aantal projecten die raken aan milieu gebruiksruimte. Op niveaus, uiteenlopend van lokaal tot internationaal, zitten er bij die projecten partijen bij elkaar die onder handelen over geluid op een bedrijventer rein in Beetsterzwaag, grondwater in Overijssel, de Noordzee, bos in verschillen de landen én gebiedsgericht beleid in Zeeland. De nadruk zal bij het ministerie in de toe komst vooral gelegd worden op het proces, het werken aan betrokkenheid, en minder aan het nastreven van milieudoelen, die immers niet allemaal dwingend opgelegd kunnen worden. Milieugebruiksruimte ver dwijnt daarmee weer uit het beeld. Zeeland Ook de provincie heeft zich afgevraagd of er te werken is met milieugebruiksruimte. Als voorbeelden kwamen op de studiedag de toedeling van grond bij het Zeeuws- Vlaamse natuurgebied 'de Braakman' aan de orde, en de aanpak van het Zeeuwse mest probleem. Ze werden achtereenvolgens behandeld door J. Hoekstra en T. Blauw, beiden medewerkers van de provincie Zeeland. Bij het project de Braakman zijn allereerst de voorraden benoemd: schoon zoet grond- en oppervlaktewater, hectares land en hun bruikbaarheid, oeverlengtes en geluid, oftewel rust. Datgene wat voor meer dan één partij van belang is, en als verhandelbare eenheid gebruikt kan wor den, wordt ingebracht in een voorraad- beurs. De verschillende partijen, nl. de ver tegenwoordigers van de landbouw, natuur, recreatie, drinkwatervoorziening, industrie. visserij, jacht en verkeer gaan vervolgens onderhandelen en uitruilen. De vraag is welke rol de overheid hierbij moet spelen. Moet een zwakke partij (natuur) beschermd worden door voorwaarden? Mest Tenslotte de mest. De Zeeuwse mestpro ductie laat nog ruimte over voor import uit bijvoorbeeld Brabant. Of niet? Kan je er als provincie ook voor kiezen om ruim onder de norm te blijven? Vrijwel geheel Zeeland zit onder de langere-termijn normen voor ammoniakuitstoot, maar het oppervlaktewater voldoet juist weer niet aan de normen. Voor de helft wordt dat veroorzaakt door het teveel aan stikstof dat met de mest op het land komt. Voordat er aan de hand van de huidige gegevens wordt vastgesteld voor hoeveel varkens er plaats is in Zeeland, wordt er onderzocht of deze ruimte nog is uit te breiden. In hoeverre kan mest de plaats van kunstmest innemen? Wat is er te bereiken met een andere voersamenstelling? En wat doet mest eigenlijk op klei, want daarover is veel minder bekend dan over mest op zandgrond. Met deze kennis van zaken kan vervolgens door middel van vergunningen de ruimte voor mest verdeeld worden onder de Zeeuwse boeren. Of er dan ook nog Brabantse boeren aan bod komen? Het bepalen van de beschikbare voorraad, het maximale gebruik daarvan en de verde ling zijn de kwesties die bij milieugebruiks ruimte al eerder aan de orde kwamen.1 Het werd duidelijk dat bij ver schillende toepassingen van het begrip milieugebruiksruimte heel andere vragen naar voren komen. Milieudefensie heeft met haar uit werking een goede voorzet gege ven. Zeeland doet een poging de bal over te nemen en komt daar mee een stapje dichter bij het verwezenlijken van duurzame ontwikkeling. 1 Noot van de auteur: Bij deze toepassing van milieugebruiksruimte wordt er niet gekeken naar alle geïmporteerde veevoer. Als daaraan grenzen gesteld zouden worden, loopt het met het fosfaat- en stikstof overschot ook niet meer zo'n vaart. Het 'Actieplan Nederland Duurzaam' van Milieudefensie is te bestellen bij Milieuboek, tel. 020 - 62 44 989. Gerdci Spaander is lid van de Wantijredactie. 15 WANTIJ oktober'96

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1996 | | pagina 15