Nieuwe woningen voor vleermuizen Landschap Rudi Geus Als je 's avonds een rondje loopt kom je ze vaak tegen: vleermuizen. Je ziet ze in een flits rondfladderen in de avondschemering. Het is nauwelijks voorstelbaar dat, ondanks de stilte, de lucht vervuld is van allerlei hoog frequente geluiden die wij niet horen. Pas met een vleer muisdetector kun je de verschillende geluiden waarne- Holle bomen en gebouwen zijn de belangrijkste zomerverblijfplaatsen van vleermuizen. FotoSLZ dDe meeste vleermuizen leven van insecten die 's nachts rondvliegen. Vaak hebben vleermuizen een vaste vliegroute waarlangs ze let terlijk heen en weer pendelen. Deze vlieg route hangt samen met allerlei beplantings elementen. Verblijfplaatsen Er zijn verschillende mogelijkheden om de leefomgeving van vleermuizen te verbete ren. Soms met eenvoudige middelen zoals het ophangen van vleermuiskasten, of, wat bewerkelijker, door het geschikt maken van oude bunkers en kelders. In Zeeland is al een aantal van dergelijke projecten gereali seerd. De verblijfplaatsen van de vleermuizen zijn te verdelen in winter- en zomerplaatsen. Tijdens de actieve periode in de zomer wordt een warme droge plaats uitgekozen. Soms zijn dit holle bomen, maar veel soor ten zoeken liever een plaats in gebouwen. Hoewel vleermuizen vaak in verband gebracht worden met oude gebouwen zijn het vooral de gewone, moderne woonhui zen die als vleermuizenverblijf dienen! Vleermuizen zitten op plaatsen waar men sen niet bij komen zoals in de spouw, ach ter betimmeringen of onder de dakbedek king. Voor wie nog meer woonruimte wil aanbieden zijn er speciale vleermuiskasten te verkrijgen die dienen als zomerverblijf plaats. De Stichting Landschapsbeheer Zeeland heeft er nog enkele te koop. De meeste vleermuizen verhuizen regelma tig waarbij ze telkens een plek opzoeken met de gunstigste temperatuur. Een kolonie vleermuizen kan zich lange tijd, op verschil lende plaatsen, in huis bevinden, zonder dat er sprake is van overlast. Als ze wel overlast veroorzaken, neem dan contact op met een natuurorganisatie in de buurt. Een tuin kan voor vleermuizen aantrekke lijk gemaakt worden door te zorgen voor veel insecten, bijvoorbeeld door aanleg van een bloemenweide of vijver. Kraamkamers Net als andere zoogdieren brengen vleer muizen hun jongen levend ter wereld. In april/mei zoeken de vrouwtjes een geschik te plaats om te baren. Dergelijke plaatsen moeten warm, droog, rustig en donker zijn. Als meerdere vrouwtjes zich op zon plaats verzamelen spreekt men van kraamkolonies of kraamkamers. Vanaf september t/m maart houden vleer muizen een winterslaap in een verblijf met een vrij constante lage temperatuur en een hoge luchtvochtigheid. Bekend zijn de grot ten in Limburg waar zeer grote kolonies vleermuizen overwinteren. Bunkers In Zeeland overwinteren vleermuizen vaak in gebouwen, bijvoorbeeld in een vochtige spouw. Ook worden oude bunkers en kel ders als winterverblijf gebruikt. De Stichting Landschapsbeheer Zeeland heeft een plan opgesteld om enkele bunkers op Walcheren in te richten als winterverblijf voor vleer muizen. Bunkers zijn ideale verblijfplaatsen omdat ze voorzien zijn van dikke betonmu- ren en -daken en meestal overdekt zijn met grond. Ze staan vaak op afgelegen plekken en worden niet intensief gebruikt. In 1995 hebben vrijwilligers van natuurver- eniging De Steltkluut de kelder van de oude burgerwachttoren te Kloosterzande ingericht als winterverblijfplaats voor vleer muizen. De gladde muren zijn voorzien van ruwe blokken en jutezakken waaraan de vleermuizen zich kunnen hechten. Ook is de toegangsdeur geschikt gemaakt voor vleermuizen. In 's-Heer Arendskerke en in de heemtuin van de Hollandse Hoeve in Goes zijn dit jaar nieuwe winterverblijfplaatsen voor vleermuizen aangelegd. Bij het uitgraven van een nieuwe drinkput is de uitkomende grond gebruikt om enkele half ingegraven oude riolerings- en duikerelementen te voorzien van een meter dikke isolatielaag en een ruwe bekleding van cement en ste nen voor houvast van de vleermuizen. Voor de ingang is een stevige deur gemonteerd met een invliegspleet. Aan de onderkant van de deur is een opening gemaakt zodat ook amfibieën de vorstvrije winterverblijf plaats kunnen gebruiken. Voor meer informatie: Stichting Landschapsbeheer Zeeland, tel. 0113 - 23 09 36. Rudi Geus is medewerker van de Stichting Landschapsbeheer Zeeland. 18 WANTIJ oktober'96

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1996 | | pagina 18