In de schaduw van
Mainport Rotterdam
Sloehaven en Kanaalzone overloop voor Rijnmond
ZMF stelt havenuitbreiding in discussie
Hans Bannink en Tjeu van Mierio
Rotterdam is de grootste haven van de wereld en de
belangrijkste poort (Mainport) waardoor goederen
Nederland binnenkomen of verlaten. De haven is van
belang voor de nationale economie. Haven en kabinet
zijn doodsbenauwd dat de haven in de toekomst ruimte
gebrek krijgt. Een van de oplossingen voor het vermeende
ruimtetekort is overloop van havenactiviteiten naar
Zeeland. De ZME staat hier uiterst kritisch tegenover en
stelt in de discussie een duurzame ontwikkeling van de
regio Rijnmond en van Zeeland voorop.
Transportstromen lopen niet noodza
kelijk langs Rotterdam en de Delta.
Foto: Jaap Wolterbeek
De gemeente'Rotterdam koestert samen
met'de rijksoverheid plannen voor haven
uitbreiding met een tweede Maasvlakte.
Daarvoor is 2000 hectare nodig en wordt
een stuk van de Voornse duinen en van de
Voordelta bedreigd.
De regering heeft lering getrokken uit de
fout gelopen inspraak bij de Betuwelijn en
de Hoge Snelheidslijn en heeft gekozen
voor een bredere maatschappelijke discus
sie. Deskundigen, belangenbehartigers en
geïnteresseerde burgers wordt gevraagd
deel te nemen aan een verkenning van het
ruimteprobleem voor de haven van
Rotterdam.
Twee vragen staan in de discussie centraal:
•Is er een ruimteprobleem in de haven van
Rotterdam?
•Is dat probleem van nationaal belang; zo
ja, in welke richtingen gaan we oplossin
gen zoeken?
Zeeuwse havens
Bij ruimtetekort is het uitbreiden van de
huidige Maasvlakte één alternatief. Een
ander is het beter benutten van bestaande
ruimte. Maar ook haventerreinen buiten
Rotterdam zouden een oplossing kunnen
bieden: de Zeeuwse havens bijvoorbeeld.
Hier is immers nog 1000 ha in voorraad.
Niet gek dus dat begin oktober een ronde
tafelgesprek in Zeeland werd gehouden.
Enkele vertegenwoordigers van de ZMF
namen eraan deel. Over de allereerste en
belangrijke vraag of ruimte-uitbreiding wel
echt noodzakelijk en nuttig is, werd echter
niet gediscussieerd. Er werd enkel gespro
ken over hoe de havens in het Sloe en de
Kanaalzone zouden kunnen meegroeien
met de uitbouw van de Mainport
Rotterdam.
Opstappen
De discussie over wat nuttig en noodzake
lijk is, zou later aan de orde komen in
aparte "werkateliers". Bij de eerste bijeen
komst in Middelburg bleek daar geen
ruimte voor. Dat was voor de ZMF vol
doende reden om op te stappen. De stap
van de ZMF stond niet op zichzelf. Ook
andere milieufederaties en de stichting
Natuur en Milieu merkten dat over de
kernvraag niet gediscussieerd kon worden.
Het gevolg was een gesprek met de pro
jectdirecteur. Die zegde toe dat er een
aparte sessie komt over het vermeende
ruimtetekort. Een andere belangrijke belof
te is dat er een onderzoek komt naar de
bruikbaarheid van de enquête die basisma
teriaal voor de verschillende discussies
oplevert. Milieu-organisaties vonden de
enquête uiterst suggestieve vragen bevat
ten.
Beide toezeggingen waren voldoende
reden voor de ZMF om in november de
draad in de discussie weer op te pakken.
In het Plan van Aanpak ROM/
1 Rijnmond (1993) en in een aantal late
re analyses, is vastgesteld dat er op
termijn een tekort aan ruimte dreigt
voor de Mainport Rotterdam.
In april dit jaar heeft het kabinet besloten
te onderzoeken wat de mogelijke gevolgen
van dit tekort zijn. Daarbij gaat het niet
alleen om de economische consequenties,
bijvoorbeeld voor de werkgelegenheid,
maar ook om aandacht voor natuur en
milieukwaliteit. Is een verbetering van de
leefomgeving mogelijk? Oplossingen die
samen met burgers in de verkenningsfase
van het ruimteprobleem van Rotterdam
worden voorgesteld, moeten zowel aan de
economische als aan de milieu-aspecten
worden getoetst.
Nederland Distributieland
Milieuorganisaties hebben grote twijfels bij
het concept van de regering dat uitgaat van
"Nederland Distributieland". Bij dat con
cept hoort, naast de groei van Schiphol,
een verdere concentratie van goederenstro
men op de Rotterdamse haven.
5 WANTIJ december '96