Naar een nieuwe Flora-
en Faunawet
Vogels
Jan-Willem Vergeer
Vogelbescherming Nederland houdt zich al vanaf haar
oprichting in 1899 bezig met het afdwingen van een goede
wettelijke bescherming voor wilde vogels. De Vogelwet
van 1912 was hier een rechtstreeks gevolg van. Jac.P.
Thijsse en andere vogelbeschermers van het eerste uur
presteerden het om een fors aantal soorten beschermd te
krijgen. De basis was gelegd, maar echt tevreden was
Vogelbescherming nog niet.
dDe langdurige vraag om betere
bescherming leidde in 1936 tot
een forse aanpassing van de wet
die sindsdien als 'Vogelwet 1936'
door het leven gaat. Voor die tijd was het
zonder meer een vooruitstrevende wet.
Natuurlijk werd er nogal wat kritiek op
geleverd. Jagers en zelfs sommige ornitho
logen -vooral diegenen die zich bezig hiel
den met het vergaren van collecties gescho
ten vogels- spraken van 'overdreven vogel
bescherming'. De kwestie leidde zelfs tot
een splitsing in de Nederlandse ornitholo
gische wereld.
Nieuwe wet
Tijden veranderen en nieuwe wetten wor
den oud. De destijds zo frisse Vogelwet
1936 oogt vandaag de dag als een relict uit
vervlogen tijden. Natuurlijk: de wet is tus
sentijds geregeld aangepast, maar de con
touren staan nog overeind. Enkele jaren
terug werd gestart met een project, dat
onze verouderde natuurwetgeving in één
keer weer bijdetijds moet maken. Een alge
hele Flora- en Faunawet moest er komen,
waarin onder meer Vogelwet en Jachtwet
zullen opgaan. De contouren vah deze
nieuwe wet worden steeds duidelijker en
het moet gezegd: de voorstellen zien er
over het algemeen redelijk uit. Het aantal
vogel- en diersoorten waarop gejaagd mag
worden, is tot zes beperkt; andere vogels -
waaronder ganzen, smient, meerkoet en
kraaiachtigen- kunnen alleen bejaagd wor
Slobeend mag nooit meer
bejaagd worden.
Foto: Chiel Jacobusse
Minpunten
Daarnaast zien we ook nog minpunten in
de huidige voorstellen. Het belangrijkste is
dat de aanzet voor een actief soortenbeleid
blijft ontbreken. Internationale afspraken
die voortvloeien uit de Europese
Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn komen
in de wet niet uit de verf, terwijl ook een
actiever beleid en een zorgplicht voor
kwetsbare Rode Lijst-soorten ontbreekt. En
dan dat rare kievitseieren rapen. Het enige
lichtpuntje daar is dat de minister voorne
mens is om de verantwoordelijkheid voor
het kievitseirapen aan de provincies over te
doen, waardoor de Zeeuwse politiek de
kans krijgt om de raaptijd tot nul terug te
brengen. Dat lijkt een wijs besluit, want
moderne actieve weidevogelbescherming
gaat ook prima zonder eitjes rapen; een
'traditie' die in Zeeland trouwens al lang
tot het verleden behoort, maar door som
mige lieden de laatste jaren kunstmatig
nieuw leven wordt ingeblazen.
den als de noodzaak daartoe onherroepe
lijk is aangetoond.
Jagers
Jagers, verenigd in Faunabeheereenheden,
maken alleen kans op zo'n vergunnig als ze
een deugdelijk faunabeheerplan indienen,
dat door de provincie beoordeeld zal wor
den. De jacht op onschadelijke trekvogels -
op dit moment na lang aandringen onzer
zijds al voorlopig stopgezet- zal volledig tot
het verleden gaan behoren. Op soorten als
houtsnip, watersnip, wintertaling, pijlstaart,
slobeend, tafeleend, kuifeend en topper
eend zal dan definitief nooit meer gescho
ten mogen worden. Dat werd na bijna 100
jaar Vogelbescherming in Nederland ook
wel eens tijd!
Wie dezer dagen de media volgt,
zal het zijn opgevallen dat de
jagers wat minder positief denken
over de wetsvoorstellen, die vol
gens hen neerkomen op 'overdre
ven vogelbescherming'. Hadden
we dat in 1912 en 1936 niet ook
al eens gehoord?...
'Overdreven' natuurbeschermers
blijken gewoon goed bij de tijd te
zijn, dat is de les van 1912 en
1936.
Jan-Willem Vergeer is regioconsulent voor
Vogelbescherming Nederland in het Deltagebied.
8 WANTIJ december '96