Frisse wind Verschenen Tjeu van Mierlo Milieu-organisaties zijn voorstanders van windenergie, al jaren. Zoals we ook voor energiebesparing, voor een rijke vogelstand en voor een mooi landschap zijn. Daarom moet windenergie zó worden toegepast dat al deze aspecten goed uit de verf komen. Dat dit goed moge lijk is, kan men lezen in de brochure 'Frisse Wind: het gezamenlijke standpunt dat de milieu-organisaties in juni uitbrachten Milieu-organisaties zijn voor concentratie van windmolenparken bij bestaande bebouwing zoals bedrijventerrei nen en infrastructuur. Foto: Sky Pictures g Gebruik maken van de wind is voor een duurzame energievoor ziening belangrijk. Dat staat bui ten kijf. Wind put geen grondstof fen uit en veroorzaakt geen uitstoot van schadelijke stoffen. In een windrijk land als Nederland kan windenergie een behoorlijk aandeel leveren. Daarom heeft de overheid zich ten doel gesteld dat er in het jaar 2000 zo n 1000 megawatt aan windenergie op het land staat opgesteld. De provincie Zeeland neemt hiervan 250 'windwatts' voor haar rekening. Maar met het huidige tempo van plaatsing wordt zowel de landelijke als de Zeeuwse doelstelling bij lange na niet gehaald. In Zeeland staat nog maar 40 MW opgesteld. Overheden, energiebedrijven en particulie ren zullen dus alle zeilen moeten bijzetten. Ook de milieuorganisaties spelen daar een rol in. Daling energiegebruik Tot nu toe was het voor anderen niet altijd even duidelijk wat het gezamenlijk stand punt van de milieu-organisaties is. De bro chure 'Frisse Wind' geeft daar zicht op. De organisaties benadrukken, dat meer windenergie moet samengaan met een daling van het totale energieverbruik. Het milieu en de natuur schieten er namelijk niets mee op als in Nederland windmolens worden geplaatst om nog méér energie te gebruiken. Zonder energiebesparing is meer windenergie dweilen met de kraan open. Bovendien zal het relatieve aandeel van windenergie inde totale energievoor ziening stijgen als het totale energiever bruik daalt. Overheid en energiebedrijven zullen zich de komende jaren dus daadwer kelijk moeten inzetten voor energiebespa ring. 13 WANTIJ oktober'97 Concentratie De milieu-organisaties vinden ook dat natuur en landschap zo weinig mogelijk schade behoren te ondervinden van de plaatsing van windmolens. Dat kan, als je de molens laat aansluiten bij bestaande bebouwing zoals industrieterreinen en infrastructuur. Voor Zeeland betekent dat veelal plaatsing aan en op dijken en bij waterwerken. Een veel gehoorde kritiek is dat de molens overal in het landschap opduiken. De milieu-organisaties zien de windmolens ook het liefst geconcentreerd. Geen alleenstaan de molens op allerlei plaatsen, maar con centratie van molens in kleine en grotere parken. In Zeeland heeft de provincie in haar streekplanuitwerking opgenomen dat grote gebieden gevrijwaard moeten blijven van windmolens. Dat geldt voor bijvoorbeeld de kuststrook en het waardevolle cultuur landschap de Zak van Zuid-Beveland. Daarnaast onderzoekt de provincie momen teel een aantal locaties voor grootschalige windparken. De ZMF staat achter dit pro vinciale beleid. Gehaktmolens Soms hoor je mensen zeggen dat windmo lens gehaktmolens zijn. Dat is een fabeltje. Het aantal aanvaringen van vogels met molenwieken blijkt mee te vallen. Vogelbescherming heeft daar het nodige over gepubliceerd. Natuurlijk kunnen vogels worden verstoord op plaatsen waar dagelijks vogels passeren, eten en rusten. Daarmee moet de overheid rekening hou den als er een plaats voor windmolens wordt gekozen. Ondanks deze ruimtelijke beper kingen blijven in Zeeland nog genoeg plekken over om de 250 megawatt te realiseren. Dat is de uitdaging voor de komende paar jaar. De ZMF en andere milieu organisaties gaan die uitdaging graag aan. De brochure 'Frisse Wind' met het stand punt van de milieuorganisaties is gratis verkrijgbaar bij de Stichting Natuur en Milieu te Utrecht, tel. (030) 2331328. Tjeu van Mierlo is coördinator van de Zeeuwse Milieufederatie.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1997 | | pagina 17