Bewerkingen Nieuwe ontwikkelingen Arbeidsomstandigheden blauw. Vlas is veel minder geschikt voor toepassing van moderne landbouwtechnie ken dan katoen. Dat is voordelig voor het milieu. Op 'gewoon' vlas wordt wel gespo ten, maar de stap naar biologische teelt is niet al te groot. Synthetische vezels Polyesther. polyacryl en polyamide zijn de bekendste vezels die gemaakt zijn van fos siele grondstoffen als aardolie, aardgas en kolen. Deze worden chemisch aan elkaar geplakt waardoor reuzenmoleculen ont staan. Deze kunnen worden uitgetrokken tot draden. Een van de milieubezwaren bij deze vezels is het gebruik van eindige grondstoffen. Een ander probleem is de water- en luchtverontreiniging die deze chemische industrie veroorzaakt.. Kunstvezels Er is nog een ander type chemische vezel, namelijk die waarbij plantaardige grond stoffen chemisch worden bewerkt. Op die manier kan er van katoenafval rayon wor den gemaakt, en (dennen)hout wordt zo omgetoverd in viscose. Maar daar komt wel het een en ander bij kijken: o.a. zwavel zuur, zware metalen, natriumsulfaat, oplos middelen. Het zal duidelijk zijn dat dit heel wat milieu-ellende geeft. Voor de vezels geschikt zijn voor 1de- Vding moeten ze eerst nog 'veredeld' worden. Ze kunnen gebleekt worden, gesterkt, afgekookt, gemerceriseerd, alle maal bedoeld om de stof mooier en bruik baarder te maken. Ook hier komt weer heel wat chemie aan te pas. Dat geldt nog sterker voor de volgende fase: het verven. Er zijn alle mogelijke kleurstoffen uitgevonden die allemaal in meer of mindere mate slecht zijn voor het milieu. Soms wordt er gewerkt met plant aardige kleurstoffen, maar doorgaans hech ten die niet zo goed, dus moeten er alsnog vervelende stoffen aan te pas komen voor de fixatie. In Nederland bestaat een zwarte lijst van giftige verfstoffen. Maar geïmporteerde kle ding wordt nauwelijks gecontroleerd en de kans is groot dat die uit een land komt waar die bedenkelijke kleurstoffen wel gewoon worden gebruikt. Voor donkere kleuren is de meeste kleur stof nodig. Aan blauw katoen komen vaak zware metalen te pas en felle kleuren rood, turquoise en lila bevatten maar liefst dioxi ne. Ook in geverfde wol zitten meestal zware metalen. Al deze kleurstoffen komen bij het wassen langzamerhand vrij. Dat is Foto: Elly Geelhoed dus niet alleen jammer voor de kleren, die in de loop der tijd wat vaal kunnen wor den, maar het betekent ook dat het afvalwa ter aardig verontreinigd wordt. De lijst met milieu-onvriendelijke bewerkin gen is nog heel wat langer, maar het ver haal wordt dan langzamerhand wat eento nig. Het mag duidelijk zijn dat textiel niet al te schoon is. Na deze litanie van wat er allemaal nmis is, wordt het tijd voor hoopge vende ontwikkelingen. Allereerst worden alle plantaardige vezels inmiddels ook biologisch geteeld. De hoe veelheden zijn nog maar klein, maar het begin is er in ieder geval. Bij katoen wordt er ook gewerkt aan vezels die van zichzelf niet écru zijn maar gekleurd. Voorlopig gebeurt dit nog door planten te kruisen, maar er gaan uiteraard ook stemmen op om dit te doen door middel van genetische manipulatie Ook hebben Europese bedrijven heel wat milieu-investeringen gedaan en hebben daarmee hun energieverbruik en de uit stoot van schadelijke stoffen en afvalwater flink teruggebracht. Wel worden er vestigingen opgezet in lan den waar men het met het milieu wat min der nauw neemt en waar de arbeid stukken goedkoper is. Hennep Ook vrij nieuw, in ieder geval voor Nederland, is de ontwikkeling van hennep als vezelgewas voor kleding. Hennep stelt weinig eisen aan de bodem, kan best zon der kunstmest en bestrijdingsmiddelen, en is door zijn enthousiaste wortelgroei ook nog eens goed voor de bodemstructuur. In een paar maanden groeit de plant tot een paar meter hoog, en levert dan bruikbare verzeis, en nog het een en ander: zeep, shampoo, kattebakkorrels, bioplastic en nog meer. Géén nederwiet, want daar heb je een andere cultuurvariëteit voor nodig. Wel geeft de naam, die hennep heeft als leverancier van verdovende middelen, de nodige politieke discussie. Onder andere hierdoor wordt hennep nog maar mondjes maat geteeld en zijn de prijzen aan de hoge 2 Vouwblad Wantij december '97 kant. Kleding van hennep is ideaal voor wie er jaren mee wil doen: de hennepvezel is vijf maal zo sterk als de katoenvezel. In Amsterdam en Rotterdam zijn winkels waar kleding, stof en andere hennepproducten worden verkocht. Eén derde van de kleding die in e Nederland wordt verkocht komt uit landen buiten Europa. Vanaf de jaren zeventig is de textielindustrie vanuit Brabant en Twente steeds verder weg ver plaatst. De wantoestanden die hier een eeuw geleden heersten, zijn nu in het Verre Oosten te vinden. Kinderarbeid, hongerlo nen, werkweken van 80 uur, verbod op organisatie, ongezonde en gevaarlijke arbeidsomstandigheden: dat zijn zo de ingrediënten waarmee een deel van de wes terse kleding in elkaar gezet wordt. Dat geldt in ieder geval voor goedkope kleren, maar een hogere prijs is nog geen garantie voor eerlijk betaalde arbeid. Neem bijvoor beeld de behoorlijk prijzige sportschoenen van een zeer bekend merk, waarbij het stukloon van de (Indonesische) maakster minder dan een halve procent bedraagt van de winkelprijs van de schoen. Bij een loon van één gulden per t-shirt blijft het uurloon van de naaister flink onder het minimum. Ook in de confectie-industrie dichter bij huis is niet alles netjes geregeld. Niet in Turkije en in Oost-Europa, maar ook niet in Nederland, waar een deel van de werkge vers de controle op grond van de 'Wét op het thuiswerk' ontduikt door de thuisarbeid niet op te geven. Campagne Tegen al dit onrecht zijn de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen, de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, Natuur en Milieu en de Alternatieve Konsumentenbond een aktie begonnen onder het motto: Zit het goed? Staat het beter! Bij deze campagne wordt gewerkt op twee fronten: het vergroten van de vraag naar eerlijke en schone kleding en het vergroten van het aanbod. Dat laatste gebeurt door te werken aan de invoering van het Eerlijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1997 | | pagina 12