Naar de Haringvreter Van zandplaat naar oase Richard Struijk In dit overvolle land zul je niet gauw een Robinson Crusoë-gevoel krijgen. Daarvan is ook op de Haringvreter, zeker in de zomer, geen sprake. Toch loont het de moeite om dit honderd hectare grote eiland in het Veerse Meer eens aan te doen. Bijvoorbeeld met rederij Dijkhuizen, eventueel vergezeld van een gids. Vlak voor aankomst roept de kapi- Vtein u op de spullen te pakken, eventueel het toilet te bezoeken en zonodig proviand in te slaan. Op het eiland zijn geen voorzieningen. Gelukkig maar. Hoewel grotendeels vrij toegankelijk, wordt massatoerisme door Staatsbosbeheer, waaronder het eiland res sorteert, niet gestimuleerd. Dat zou de natuur geen goed doen. Pioniers Onmiddellijk na debarkatie vallen talrijke gele bloemen op, die de meeste bezoekers niet thuis kunnen brengen. Geen wonder, want we hebben te doen met een immi grant uit zuidelijker streken, die met des tijds gebruikt zaad is meegekomen. Vroeger had de plant alleen een wetenschappelijke naam, Parentucellia viscosa, wat kleverig betekent. Na jaren asiel genoten te hebben kwam de Nederlandse naam tot stand: kle verige ogentroost. Dankzij de nabijheid van de zee is het 's winters niet zo koud en kan de plant overleven. De grote grasvlakte, die regelmatig gemaaid wordt, ziet er geel van. Als echte pioniers zijn inmiddels de rietor chis en de moeraswespenorchis versche nen. Hoewel nog niet zo massaal aanwezig als op de Schotsman op Noord-Beveland, nemen de aantallen jaarlijks toe. Kiekendieven Blikvangers vormen de kiekendieven, de bruine wel te verstaan. Regelmatig laten ze zich van voorjaar tot herfst zien. Zeker zo'n vijf paar heeft zich genesteld in de afgeslo ten, noordelijke punt. Daar zitten ze rustig. Een eigenwijs paartje kiest elk voorjaar het grote rietveld .uit, rijk gelardeerd met harig wilgenroosje, Kaukasische berenklauw; vlier en Gelderse roos. Onze wandeling voert er langs. Regelmatig zweven ze over onze hoofden: het forsere wijfje met de gele kop en het kleinere mannetje. Met enig geluk zijn we getuige van het overgeven van de prooi. Even op de rug met de pootjes omhoog. En weg zijn ze weer, voeren en Rozet van de duinreigersbek. Foto: R. Struijk. vangen, volgens de ordening in de natuur in dit ruige, moeilijk toegankelijke terrein. Een verstandige natuurliefhebber doet geen pogingen het nest te vinden. Nijlganzen We vervolgen onze tocht op zoek naar de Nijlganzen. Een buitenkansje, want het bespaart u een lange, dure reis naar Kenya of de Nijldelta. Hier poseren ze om vervol gens langzaam weg te waggelen in de rich ting van het brakke Veerse Meer. Op de Klutennest. Foto: R. Struijk. vlakte voor ons, die begraasd wordt, broe den kluten en scholeksters en fourageren vele steltlopers, plevieren, bergeenden enz. Aalscholvers zitten met klapperende vleu gels op paaltjes in het water. Damherten Helaas...de tijd gaat te snel. Er is ook zoveel te zien. We moeten nog naar het hoogste punt van het eiland, een mini-duintje, met o.a. hertshoornweegbree, duinooievaars- en reigersbek, brunel, Jakobskruiskruid met zebrarupsen en konijnen. Bruine zowel als zwarte. Soms staren de damherten ons aan. Inderdaad, de wandeling is zo voorbij. We moeten stoppen. Daar komt cle boot. Maar wie weet treffen we elkaar nog eens. Waar dan ook in het Zeeuwse, maar vast en zeker op de Haringvreter. Tot dan. Van begin mei tot eind september vertrekt elke woensdagmiddag om 14.00 uur de 'Stad Veere' vanaf de steiger achter de Campveersche toren in Veere voor een geleide excursie. Maak ook eens kennis met dit fraaie stukje Zeeuwse natuur in ontwikkeling. In 1961 was het nog een zand plaat, nu een oase van groen. Richard Struijk is voorzitter van de KNNV Walcheren. 17 WANTIJ juni'98

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1998 | | pagina 21