Leesbaar landschap I Tussen de dichtregels "En dan: wat is natuur nog in dit landEen stukje bosch, ter grootte van een krant, Een heuvel met wat villaatjes ertegen. (J.C. Bloem, 1947) en de opmerking "Natuur is mooi, maar het moet niet te gek worden.(Willem van Toorn, 1998), ligt een halve eeuw verschil. Vijftig jaar waarin het denken over natuur en landschap ingrijpend veranderde. Zo 'n beetje het verschil tussen ruilverkaveling en ontpolderen. Dichter/schrijver Willem van Toorn otiderzoekt in "Leesbaar landschap" de rol van het landschap in de Nederlandse literatuur. Daarbij schuwt hij de confrontatie met de moderne vorm gevers, zowel economen als ecologen, niet. "Nieuwe natuur in het rivierenlandschap is net zo'n bedreiging als de aanleg van de Betuwelijn." Foto: ZMF. het hoofd ziet is dat vele inpolderingen van deze eeuw net zo weinig respect toonden voor het "geheugen van het landschap" als de eindeloze brei van vormeloze stadsuit breidingen van na de oorlog. Want laten we wel wezen: een Wester- schelde en Oosterschelde zonder schor ren en slikken, maar alleen een diepe vaargeul of overbevolkte recreatiepias, is net zo'n massale vernietiging van leesbaar landschap als waar Van Toorn tegen ageert. 0 "Sommige landschappen zijn zo S'vol', zo rijk aan betekenis, dat je ze bijna als een boek kunt lezen of als een prentenboek bekijken.Willem van Toorn is een groot liefhebber van het historisch gevormde cultuurlandschap, dat blijkt uit zijn recent verschenen boek Leesbaar landschap. Het is een verzameling essays en columns die hij aan het Neder landse landschap wijdde. Van Toorn neemt als voorbeeld de provincie Noord-Holland en onderzoekt hoe schrijvers als Hooft en Vondel, maar ook Gorter, Nescio, Bernlef en Leeflang dat landschap beleefd en ver beeld hebben. Kernzinnen zijn: "Het Hollandse landschap is een idee. Het zou helemaal niet bestaan als mensen niet op de gedachte waren gekomen dat het gemaakt kon worden, uit al dat water. Weinig onderscheid Verder in zijn boek verzet Van Toorn zich heftig tegen lieden die het landschap, dat uit zoveel lagen geschiedenis is opge bouwd; rigoureus willen vernietigen. Daarbij maakt hij weinig onderscheid of het economen (de Betuwelijn) betreft of ecolo gen (Nieuwe Natuur). Beide groepen beschuldigt hij ervan niet alleen het land schap maar ook "het geheugen" van het landschap met de grond gelijk te willen maken: "We schijnen het punt gepasseerd te zijn waarop we ons nog konden afvragen wat we nu eigenlijk vervoeren, of we dat wel willen, of we niet moeten ophouden met het produceren en heen en weer slepen van allerlei overbodige, onze omgeving zwaar belastende goederen-, Schiphol moet groei- en, ten koste van het landschap en van het leefmilieu van honderdduizenden mensen; Rotterdam moet zijn Betuwelijn hebben voor continu transport naar Duitsland en verdere achterlanden, ook als die lijn een zware aantasting betekent van een van onze mooiste landschappen. Dezelfde onge breidelde expansiedrift beheerst het den ken over recreatie. In een dichtbevolkt land als Nederland zouden we ons langza merhand toch moeten afvragen hoeveel landschap we nog willen opofferen aan georganiseerde, gestuurde vrijetijdsbeste- ding. Een even grote bedreiging van het 'leesba re' landschap zie ik in de nieuwe droom van de 'natuurbouw', de neiging overal waar het mogelijk is (en so?ns waar het onmogelijk is) 'natuur' terug te brengen in de vorm van moerasgebieden, namaak- oerbossen en andere mooie illusies. Ontpolderen Voor Zeeland is zijn ontboezeming over het idee van ontpolderen interessant. Van Toorn vraagt zich af wat er toch aan de hand is met die roep om natuur: "Ik krijg wel eens de indruk dat de echte natuur- freaks vinden dat we al van de Middel eeuwen af te ver gaan. Wat de schrijver echter in zijn woede over Willem van Toorn, Leesbaar land schap, Em. Querido's Uitgeverij B.Y, Amsterdam 1998, 133 blz. ISBN 90 214 84331/NUGI 320 (f 29,90). Thee drinken in de Millingerwaard De Millingerwaard - in de Ooijpolder ten oosten van Nijmegen - is een van de eer ste, en inmiddels de bekendste van Nederlands nieuwe wildernissen. Wie met eigen ogen hét voorbeeld project van natuurontwikkeling wil zien, kan daar terecht. Vanaf het dorpje Kekerdom voert een wandeling van een paar kilometer door de uiterwaarden langs de Waal. Uiterwaarden die daarvoor als landbouw grond en kleiwinning gebruikt werden, maar nu de bestemming natuur hebben. Ze maken deel uit van het plan Ooievaar dat het rivierengebied terug aan de natuur wil geven. Rustpunt in de wandeling zijn de Millinger theetuinen, een particulier initiatief waar - de naam zegt het al - thee geschonken wordt. De Millinger theetuinen zijn dage lijks (behalve maandag) open tot 31 okto ber; daarna alleen op zondag. In Zeeland is natuurlijk het Plan Tureluur langs de Oosterschelde hét voorbeeld van natuur ontwikkeling. Willem de Weert is eindredacteur van Wantij. 13 WANTIJ oktober'98

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1998 | | pagina 17