Een bloemdijk ben je
niet zomaar
Landschap
Peter Maas
Wat is er Zeeuwser in het landschap dan een dijk, liefst
een bloemdijk? Een bloemdijk is geen natuurverschijnsel
dat spontaan optreedt. Het is typisch een element van het
cultuurlandschap dat een speciaal beheer vergt. Want een
bloemdijk ben je niet zomaar.
Je bent pas een bloemdijk als je talud
Jrijk begroeid is met kruidachtige plan
ten die uitbundig bloeien. Veel bin
nendijken voldoen niet aan deze
definitie. Ze zijn te zwaar bemest, te
intensief beweid en daardoor alleen be
groeid met een korte, soortenarme gras
mat. Of we zien juist het tegenovergestelde:
er wordt niets aan het beheer gedaan en er
treedt als natuurlijk proces verruiging op,
aangejaagd door de voedingsstoffen die
ongevraagd uit de lucht vallen.
Voorwaarden
Wil een dijk zich tot een mooie bloemdijk
ontwikkelen, dan moet er aan een aantal
voorwaarden worden voldaan. Centrale rol
daarbij speeltwarmte". Hoe warmer, hoe
beter. Zuidhellingen vangen als echte zon
necollectoren de warmte op waarvan wilde
plantensoorten profiteren. De bodemsa
menstelling moet bij voorkeur zanderig en
droog zijn. Dan geschiedt de opwarming
sneller dan bij zwaardere en vochtigere
grond. Een beplanting met bomen, met een
gesloten kroondek, is ongewenst. Dit fun
geert immers als zonnescherm en houdt
heel veel warmte tegen.
Pas als aan al deze voorwaarden is voldaan
kan er een bloemdijk ontstaan. Maar dan
nog zal een speciaal beheer rekening moe
ten houden met de bloemdijk flora.
Hooilandbeheer bijvoorbeeld: één maal per
jaar maaien in de nazomer. Of relatief
extensieve beweiding door weinig beesten
per hectare, of juist in korte tijd meer bees
ten per hectare die de vegetatie flink kort
grazen, waarna een periode van herstel
optreedt.
11 WANTIJ oktober'98
Afgenomen
Bloemdijken horen in het bijzonder bij het
waardevolle cultuurlandschap van de Zak
van Zuid-Beveland. Daar immers is een
grote concentratie van dijken, daar loopt
een schaapskudde rond om de bloemdijk-
flora in stand te houden. Van alle dijken in
de Zak is een kwart in eigendom en beheer
bij Natuurmonumenten. Toch zijn de afge
lopen jaren de aantallen bloemdijkplanten
afgenomen en is hun verspreidingsgebied
verkleind en versnipperd. Om daar aan
dacht voor te vragen hebben de natuur
beschermingsorganisaties een visie op
bloemdijken gepresenteerd.
Bomen
Bij de inrichting komt al gauw de vraag aan
de orde wat we kunnen of willen doen met
bomen. Op dijken accentueren ze het land
schap, maar veel bomen op een dijk kan de
ontwikkeling van de bloemdijkflora belem
meren. In de praktijk zijn daar gelukkig
goede compromissen voor te vinden. Zo
kun je de bomen bovenop het talud inplan
ten. De zuidhellingen worden dan nog
steeds vol door de zon beschenen.
Sommige soorten geven minder schaduw,
zoals zomer eik, walnoot of es. En dan is er
natuurlijk de plantafstand tussen de
bomen. Maak die 2 of 3 keer zo groot als
normaal, dus niet om de 8 meter een
boom, maar om de 23 meter of zelfs om de
50 meter. Iedere boom kan dan uit groeien
tot een prachtig solitair exemplaar, maar
nog steeds de dijk en daarmee het land
schap accentueren.
Boeren
De visie gaat ook over het beheer van de
dijken. Daarbij realiseert men zich dat altijd
een groot deel van de dijken niet door een
natuurbeschermingsorganisatie wordt be
heerd, maar door boeren. Dan is samen
werking van het grootste belang. Er is
inmiddels een milieucoörporatie in de Zak
actief die op dit vlak veel werk kan verzet
ten.
Als er daarnaast meer geld komt,
bijvoorbeeld door een aanpas
sing van het instrument relatieno
ta zodat boeren een vergoeding
voor beheermaatregelen krijgen,
dan zullen zonder twijfel meer
dijken in de Zak van Zuid-Beve
land in bloei komen te staan.
Peter Maas is medewerker van de Stichting
Landschapsbeheer Zeeland.
Een bloemdijk vergt beheer. Foto: SLZ.