Nachtelijke verlichting kassen langs Ooster-schelde werkt verstorend op vogels. Foto: ZMF Thijs Kramer Het glastuinbouwgebied iti Zuid-Holland wordt geher structureerd. Veel glastuinbouwers moeten op zoek naar een nieuwe stek. Zeeland is in trek door het milde kli maat en de vele uren zonneschijn. Moeten we daar vanuit het oogpunt van natuur- en milieu blij mee zijn? dDe beroemde "glazen stad" is ver ouderd. Bestaande bedrijven zijn te klein. Uitbreidingen ter plaatse zijn onmogelijk. Bovendien is extra ruimte nodig om aan de hoge milieu-eisen te voldoen. In 2010 moet circa 3000 hecta re glastuinbouwgebied elders zijn gereali seerd. De kustprovincies zijn daarvoor kli matologisch het meest geschikt: het is er minder koud in de winter (minder stook kosten) en ook niet te warm in de zomer. Hoeveel hectares van de beoogde 3000 er in Zeeland komen, is nog onduidelijk. Dat hangt af van de belangstelling van de tuin ders en de ruimte die Zeeland zelf biedt. Deskundigen houden het voor Zeeland op 800 hectare. Convenant Het streekplan Zeeland houdt al rekening met de komst van glastuinbouw. Het pro vinciebestuur heeft met de gemeenten Kapelle, Reimerswaal en Borsele een conve nant gesloten. Dit gaat uit van de realisatie van een locatie per gemeente van ongeveer 200 ha. Daarvoor zijn drie polders genoemd, van oost naar west: de Bathpolder, de Willem Annapolder en de Quarlespolder. Verder laat de provincie een beperkte groei van de glastuinbouw toe bij Sirjansland en op Tholen. Maar bij het eerste project in de Bathpolder ging het al meteen mis. Naar aanleiding van een beroep van de ZMF besloot de Raad van State het bestemmingsplan af te keu ren, omdat er verzuimd was een Milieu Effect Rapport (MER) op te stellen. Kritisch De ZMF is kritisch op glastuinbouw. Het is een zeer intensieve vorm van landbouw met een hoog gebruik van energie en bestrijdingsmiddelen. Die gifstoffen komen via de lucht en het afvalwater in het milieu terecht. Daarnaast past glastuinbouw niet overal in het landschap en werkt de nachte lijke verlichting soms storend op vogels. Aanvoer en afvoer van grondstoffen en pro ducten levert veel vrachtwagenkilometers op. Gelukkig wil de glastuinbouwsector zelf wat aan het slechte milieu-imago doen. Deels gedwongen door de consumenten, deels door de overheid, die bijvoorbeeld de gunstige aardgas tarieven gaat afbouwen. Voor de ZMF voldoende reden om het 'nee' op voorhand in te ruilen voor een voorzichtig 'ja, tenzij'. De milieufederatie wil dat de glastuinbouw niet over heel Zeeland verspreid wordt en dat nieuwe projecten aan hoge milieu-eisen voldoen. Het hoge energieverbruik hoort gecompen seerd te worden door zo duurzaam moge lijke energieopwekking, waarbij restwarmte de voorkeur geniet. De ZMF vond dat bij het convenant onvol doende rekening was gehouden met deze overwegingen. Vandaar dat de ZMF er bij het provinciebestuur op aandrong het beleid te heroverwegen. Dat verzoek werd gehonoreerd. Afgesproken is dat de provin cie een zogenaamde locatie-MER zal uitvoe ren: een onderzoek waarin alle geschikte locaties op milieu en ruimtelijke aspecten worden vergeleken. Daarna zal het beleid aangepast worden. Koploper Maar wat te doen met de lopende aanvra gen? Reimerswaal was met de Bathpolder het verst gevorderd. De gemeente stemde in met een 'inrichtings-MER' voor deze pol der, waarin alle milieu-aspecten onder de loep worden genomen. Voor dit gebied wordt nachtverlichting uitgesloten in ver band met de vogelbewegingen aan de rand van de Oosterschelde. De ingediende aan vragen voor ongeveer 35 hectare worden vooruitlopend op de MER gerealiseerd. Met Kapelle werd overlegd over een aanvraag voor de Willem Annapolder. Voor deze loca tie had zich een ondernemer aangemeld, die op overtuigende wijze aantoonde tot de koplopers op milieugebied te behoren. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen wordt tot een minimum teruggebracht en er vindt geen uitspoeling van meststoffen plaats. Het energiegebruik wordt via een warmte krachtinstallatie opgewekt. Gezien deze feiten werd afgespro ken dat de ZMF geen bezwaar zal aantekenen. Maar wel onder de voorwaarde dat ook voor de rest van de polder vergelijkbare milieu-eisen gelden en dat over de landschappelijke inpassing nader afspraken zullen worden gemaakt. Thijs Kramer is stafmedewerker van de Zeeuwse Milieufederatie. 14 WANTIJ oktober'98

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1998 | | pagina 18