Het gaat in Zeeland nog niet voor de wind Tjeu van Mierlo Begin dit jaar hebben Gedeputeerde Staten (GS) van Zeeland een voorlopige MER en een streekplanuitwerking grootschalige windenergie naar buiten gebracht. De ach terban van de ZMF wees de daarin voorgestelde 12 loca ties bijna allemaal af. Inmiddels is de wind gedraaid. Meer locaties blijken voor de natuur- en milieuorganisa ties aanvaardbaar. En zij hebben alternatieve locaties gevonden. In maart heeft het bestuur van de ZMF Izijn leden in de jaarvergadering hun mening gevraagd over windenergie in Zeeland. Aanleiding hiervoor was het provinciale voorontwerp Milieu-Effect- Rapportage (MER) en de streekplan-uitwer king voor grootschalige windparken. Die beleidsstukken zijn nodig om aan de slag te kunnen met de plaatsing van 250 Megawatt windenergie in onze provincie. Daar zijn namelijk bestuurlijke afspraken over gemaakt. Gedeputeerde Staten stel den, verspreid over de hele provincie, 12 grote locaties voor. Alternatieven De meeste vertegenwoordigers van de op de jaarvergadering aanwezige organisaties zoals Zeeuwse Landschap, Steltkluut, Natuur en Vogelwacht Schouwen, waren zeer kritisch over deze plannen. Slechts een enkele van de voorgestelde locaties bleef dan ook overeind. Wel onderschreven alle organisaties de 250 megawatt windenergie in Zeeland, en voelden zij zich dan ook ver plicht tot het voorstellen van alternatieve locaties in de eigen regio. Omdat geen definitief standpunt tijdens de vergadering kon worden bereikt, organiseerde het bestuur van de ZMF een consultatieronde langs de belangrijkste lidorganisaties in de diverse regio's. Het werden constructieve en vruchtbare gesprekken. Soms kwam er alsnog steun voor een eerder afgevallen locatie. Zo verkeerde de Steltkluut aanvan kelijk in de veronderstelling dat de bouw natuur- en milieuorganisaties voor groot schalige clusters in plaats van voor solitaire turbines en kleine parken. Zeeuws Landschap Het Zeeuwse Landschap heeft echter nog steeds bezwaar tegen een aantal van deze genoemde locaties. Op korte termijn zal daarom een nieuw overleg met de Stichting plaatshebben met als inzet het voorstellen van voldoende grootschalige ruimte om de 250 Megawatt windenergie te kunnen opwekken. Zeker nu Gedeputeerde Staten in hun uit eindelijke streekplanuitwerking niet meer 12, maar nog slechts 4 locaties hebben opgenomen, is het van belang met aanvul lende grootschalige locaties te komen die draagvlak hebben. /R BC/zeeiï VOOpsTPtrtDeR ZfiR IR/'PO £rt£RG/E R/RRR hex6 U//VÖROCGW__ 5 779/97" W£L RRG DÏcRr&y van windturbines op de Autrichepolder ten koste zou gaan van de inrichting van de ecologische verbindingszone. Toen het tegendeel bleek kwam de locatie terug op de kaart. Uiteindelijk bleek er na alle gesprekken alsnog steun voor 6 provinciale locaties, namelijk de Qüarlespolder, de Jonkvrouw Annapolder, de Eendrachtpolder, de Autriche-polder, de Hooglandpolder en de Willem-Annapolder. Ook kwamen nieuwe gebieden in beeld in regio's waar de door de provincie voorge stelde locaties waren afgevallen. Zoals het gebied ten noorden van de stad Tholen ter vervanging van de Anna-Vosdijkpolder, en de Bruinissepolder in plaats van de Delingsdijk. En de Westelijke Kanaaloever bij Terneuzen als alternatief voor de Beoosten Blij polder. Hiermee kiezen de geraadpleegde bij de ZMF aangesloten De milieufederatie zal met voor stellen van gewicht moeten komen die het provinciebestuur alsnog nopen het aantal groot schalige locaties te verhogen. Het streven van de gezamenlijke Zeeuwse natuur- en milieuorgani saties blijft met één mening te reageren op het plan dat in okto ber ter visie komt. Daar zet de ZMF zich voor in. Want het wordt hoog tijd dat het ook in Zeeland voor de wind gaat. Tjeu van Mierlo is coördinator van de Zeeuwse Milieufederatie. 15 WANTIJ oktober '98

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1998 | | pagina 19