Nieuwe natuur mag ook best nieuw zijn Nieuwe Natuur!? Na het aanvankelijke enthousiasme en de verwondering waarmee (plannen voor) 'nieuwe natuur' in Nederland ontvangen werden, is er ook scepsis gerezen. Bestaat er wel nieuwe natuur, hoe moet of mag die eruit zien, vormt nieuwe natuur geen bedreiging voor oude cultuurlandsdchappen en meer van dit soort vragen. Reden voor Wantij om een aantal opinies op rij te zetten en een rondgang te maken, van de Millingerwaard in het groot tot verboden tuinen in Heinkenszand en Kwadendamme in het klein. Thijs Kramer Nieuwe natuur staat ter discussie. Niet door de belangen behartigers van asfalt en beton, maar door de fellow-tra- velers van de natuurbescherming, Tracy Metz en Willem van Toorn bijvoorbeeld (Zie rubriek Verschenen). Wat is nieuwe natuur, waarom is er kritiek en waar staat de ZMF in deze discussie? d Decennia lang zag de wereld er eenvoudig, doch somber uit voor de natuurbescherming. Jaar in jaar uit werd er ingeleverd. Natuurgebieden vielen ten prooi aan wegenaanleg en recreatiegroei. Planten- en diersoorten verdwenen als sneeuw voor de zon. De boodschap was simpel: deze te loorgang van de Nederlandse natuur moet stoppen. Steeds meer mensen werden zich van deze natuurverloedering bewust, wer den lid van een natuurorganisatie of protes teerden uit hoofde van die natuur tegen de aanleg van de volgende autosnelweg. Er bestaat een voor de hand liggend verband tussen de schaarse natuur in ons land en de grote aanhang van de natuurorganisa ties. Dat moest op de een of andere manier ook politiek zijn vertaling krijgen. Natuurbeleidsplan Het verschijnen van het nationale Natuurbeleidsplan (NBP) in 1991 markeert die politieke aandacht. Het NBP wil de tel oorgang van de Nederlandse natuur een halt toe roepen door de realisatie van een ecologische hoofdstructuur (EHS). Dat is een stelsel van grote natuurgebieden, met elkaar verbonden door ecologische verbin dingszones, zodat bedreigde planten- en diersoorten uit hun isolement worden gehaald en er weer uitwisseling kan plaats vinden. Een uitwisseling, die nodig is om planten en dieren voor uitsterven te behoe den. In de ecologische hoofdstructuur zijn alle voor Nederland kenmerkende biotopen verenigd (schor, slik, bos, moeras, duin) zodat de planten en dieren, die ook inter nationaal van belang zijn, voldoende geschikte gebieden hebben om te kunnen overleven. Alle grote natuurgebieden, bijvoorbeeld de Veluwe, de Oosterschelde en de duinen zijn een onderdeel van de EHS. Maar dat is niet genoeg. Vandaar dat in het kader van het NBP ook natuurontwikkelingsgebieden worden aangewezen. Gebieden, die nu over het algemeen nog landbouwgrond zijn, maar door middel van graafwerk in een vochtig natuurgebied of zo worden omgetoverd. Zo ontstaat zogezegd 'nieuwe Het duinlandschap van Neeltje Jans is gemaak te natuur, maar daarom niet minder waardevol. Foto: ZMF. 3 WANTIJ oktober '98

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1998 | | pagina 3