licht tot intensief tuinonderhoud, terwijl een andere opvatting kan meebrengen, dat alleen het hoognodige wordt verricht en dat de natuur zijn gang maar moet gaan. Muller is kennelijk een aanhanger van deze laatste opvatting, al dan niet door omstan digheden daartoe gedwongen. In beginsel moet een ieder vrij zijn de tuin in te richten zoals het hem goed dunkt, maar deze vrij heid kan niet onbeperkt zijn." Dan volgt een passage waarin gerept wordt dat buren geen last mogen hebben van uit zaaiend of woekerend onkruid. Cruciaal in het vonnis is de opmerking dat de stichting "niets te veel zegt wanneer zij de tuin van Muller een wildernis noemt, waarin het onkruid welig tiert," en dat "Muller door het reglement gebonden is aan het oordeel van het stichtingsbestuur over de vraag welk tuinonderhoud nodig is." Tuinopvatting De rechter stelt Muller in het ongelijk. Hij veroordeelt de huurder tot betaling der proceskosten. Verder wordt de woonstich- ting gemachtigd de tuin opnieuw in te rich ten en vervolgens de kosten van het onder houd te verhalen op de huurder. De rech ter vraagt zich in het vonnis wel af "welke tuinopvatting WSB aanhangt" en vindt dat met de wensen van Muller rekening moet worden gehouden en dat de kosten zo laag mógelijk moeten blijven. Volgens een offer te van een hoveniersbedrijf aan de woningstichting gaat het om een bedrag van f 1.565,- voor achterstallig onderhoud, f 350,- voor onderhoud voor de rest van 1998 en f910,- voor 1999. De tuin wordt dan o.a. 6 x per jaar gemaaid en 1-2 x per jaar tegen onkruid gespoten: "nodig voor een minimaal acceptabel beeld voor omwo nenden." Han Muller is voorlopig niet van plan de strijd op te geven. Hij beraadt zich op ver dere stappen. Intussen heeft de woningstichting Mullers tuin aan laten pakken. "Het is erger dan was gevreesd, alles is afgemaaid, vreselijk!", reageert Han Muller dezelfde dag nog. Wilde rozen Ook Nanning-Jan Honingh is huurder van een huis van de woningstichting Borsele. Hij is regiomedewerker van de Stichting Landschapsbeheer Zeeland en maakt plan nen voor erfbeplantingen. Toch ook iemand met kennis van zaken zou je zeg gen. Toen Honingh zijn woning in Kwadendamme betrok, trof hij een droge en schaduwrijke voortuin aan. Hij egaliseer de de boel, bracht paardenmest op en liet vervolgens de bodem tot rust komen. Daarna zaaide hij een mengsel van wilde Snoeihout en maaisel ideaal voor egelnest. Foto: ZMF bloemen in dat hij elk jaar in de nazomer maaide om verschraling te bereiken. Akkerdistels en brandnetels ruimde hij op. Als erfafscheiding werden meidoorn, slee doorn en wilde rozen, kenmerkend voor het Zeeuwse landschap, geplant. Wilde rozen zoals egelantier, bosroos en honds roos zijn in ons land een zeldzaamheid aan het worden. Al gauw barstte zijn tuin van de insecten en scharrelden er egels rond. Tevreden genoot hij van de weelde. Van omwonenden werd nooit een klacht verno men. Toch was ook deze tuin niet naar de zin van de woningstichting. Vorig jaar viel een schrijven op de mat waarin de huurder gemaand werd zijn tuin op orde te bren gen. Honingh schreef een brief terug met uitleg over zijn visie op tuininrichting. Vervolgens hoorde hij niets meer van WSB en dacht dat het goed was. Maar in juni j.l. stond ook bij hem het gerecht aan de deur. Zonder enige vorm van overleg werd hem met een proces gedreigd. En daar heeft Honingh geen zin in. "Ik ga geen energie steken in verzet tegen lieden die blijkbaar door het chaosbeeld van natuur geïrriteerd raken. Ik spit de zaak wel om en zaai bieten of zo. Dat bevalt misschien wel." 0 Willem de Weert is eindredacteur van Wantij. Dood hout leeft. Foto: ZMF 8 WANTIJ oktober '98

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1998 | | pagina 8