Het juiste bezwaar bij de juiste wet de. heren Thal&c dirk- Handhaving Jan-Eelco Dijk Omwonenden van een paardenfokkerij annex manege ondervinden al geruime tijd overlast van hun buren. Ook in juridisch opzicht is het bedrijf een rommeltje. De eige naren beschikken niet over een milieuvergunning. Bovendien is de manege gevestigd in strijd met het gel dende bestemmingsplan. Op een dag vinden de buurtbewo- Oners een publicatie in de krant. Er ligt een ontwerpvergunning op grond van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (de WVO) voor de manege ter inzage bij het waterschap. Omwonenden grijpen de ontwerpvergun ning dankbaar aan om hun bezwaren te uiten. "Hoe is het mogelijk," vragen de buren zich af, "dat voor de manege een vergunning wordt afgegeven, terwijl de gemeente bin nenkort de bestemming natuurgebied aan de locatie wil gaan geven?" Ofschoon de buurtbewoners al jaren geplaagd worden door stankhinder en verkeersoverlast, heb ben de paardenhouders pas onlangs een milieuvergunning aangevraagd. Door mest, urine en door het afschrobben van paarden wordt ook nog eens het oppervlaktewater in de omgeving verontreinigd. Voor omwo nenden is het duidelijk: een bedrijf dat in alle opzichten de regels overtreedt, kan niet beloond worden met een vergunning op grond van de WVO. Afvalwater Naast de Wet Milieubeheer is de WVO een belangrijke milieuwet. In deze wet zijn bepalingen opgenomen, die tot doel heb ben te voorkomen dat zowel de sloot om de hoek als grote wateren, bijvoorbeeld de Oosterschelde, verontreinigd worden. Bedrijven die direct lozen op het opper vlaktewater moeten bij het waterschap een vergunning aanvragen. Dat geldt ook voor de manege want die voert het afvalwater noodgedwongen direct af in de sloot omdat er nog geen aansluiting op de riole ring is. Het waterschap toetst of de lozing het oppervlaktewater toelaatbaar verontrei nigt. Door lozing mag bijvoorbeeld de con centratie van zogenaamde "zwarte lijststof fen" als lood en koper in het water niet toe nemen. Geen milieuvergunning Terug naar de omwonenden van de mane ge. Hun bezwaar dat de fokkerij stankhin der en verkeersoverlast veroorzaakt kan in deze procedure geen rol spelen, net zo min Heb je het gelezen over de buren van die manege, ze hebben stankklachten, verkeers overlast en ze maken zicli zorgen over oppervlaktewaterverontreiniging door mest, urine en door het afschrobben van de paarden. als het argument dat het bedrijf in een toe komstig natuurgebied is gevestigd- Deze bezwaren hebben immers niet direct te maken met de kwaliteit van het oppervlak tewater. Het argument dat de gemeente nog geen milieuvergunning had verleend, is sterker. De wet verlangt in ieder geval dat de milieu- en de WVO-vergunning ongeveer gelijktijdig worden aangevraagd. De stal houders waren echter niet voor één gat te vangen; de aanvraag van een milieuvergun ning lag inmiddels ook op het bureau van de behandelende gemeenteambtenaar. Het bezwaar over urine en mest in het oppervlaktewater werd door het water schap afgewezen, omdat de ontlasting van de paarden in stro werd opgevangen en niet via het oppervlaktewater werd afge voerd. Mocht blijken dat fecaliën wel in het oppervlaktewater terechtkomen, dan kun nen omwonenden bij het waterschap aan kloppen. Het enige bezwaar dat overeind bleef, heeft te maken met de afvoer van water waarmee de paarden worden afge schrobd. Maar de verontreiniging die dit veroorzaakt is zo beperkt, dat het water schap geen reden zag de vergunning alleen op die grond te weigeren. Het Bureau voor Rechtshulp adviseerde omwonenden de WVO-vergunning te laten rusten. Er viel op de beslissing van het waterschap weinig af te dingen. De bezwa ren van de buurtbewoners komen veel beter tot hun recht in de procedure tot ver lening van de milieuvergunning en in de procedure tot handhaving van het be-stem- mingsplan. Zo gezegd zo gedaan: de manege houders beschikken inmiddels over een onherroepelijke WVO- vergunning, maar het is de vraag of ze er lang plezier van zullen hebben. Jan-Eelco Dijk is milieujurist bij het Bureau vóór Rechtshulp Zuid-Holland-Zuid dat in samenwerking met de ZMF mensen die met milieuproblemen kampen, juri disch helpt. Dat afschrobben vsn die paarden vind ik een vreemde klacht! Nou weet jc wat ik denk. dat ze bij het afschrobben, een beetje te veel anti-roos hebben gebruikt 16 WANTIJ december '98

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1998 | | pagina 20