Waterschap
wil meer
Anton van Haperen
Waterschappen hebben van oudsher twee taken: het
onderhoud van de dijken en het afvoeren van overtollig
water. Later is daar ook de zorg voor de kwaliteit van het
oppervlaktewater en in een aantal gevallen ook het
valt dus veel voor te zeggen om het beheer
van deze zaken van de gemeente en de pro
vincie over te brengen naar het waterschap.
Maar de kosten voor de burger moeten
binnen de perken moeten blijven. Het is
vanzelfsprekend dat als het rioolbeheer in
het buitengebied van de gemeenten naar
het waterschap gaat, ook de daarbij beho
rende belastingheffing mee overgaat.
Een andere mogelijkheid is dat er 1 reke
ning voor drinkwater, rioolheffing en ver
ontreinigingsheffing komt gerelateerd aan
het verbruik. Voor de burger maakt het wei-
onderhoud van de wegen bijgekomen. Op dit moment
woedt in de boezem van het waterschap Zeeuwse
Eilanden een discussie met welke zaken het waterschap
zich wél en met welke het zich niet moet bezig houden.
Tot voor enkele jaren was iedereen in
twaterschapsland het erover eens dat
de zorg voor natuur geen-zaak was
voor een waterschap. Maar dat is ver
anderd. Nu zul je niet meer horen dat een
waterschap geen bemoeienis mag hebben
met natuurvriendelijke oevers of biologisch
gezond water. Dat heeft te maken met
gewijzigde verhoudingen in het bestuur en
met de financiering van waterschappen.
Sinds de burgers meebetalen en mee
mogen stemmen in het waterschap heeft
het fenomeen van de groene bestuurder
zijn intrede gedaan. Er is zelfs een groene
vertegenwoordiger lid van het Dagelijks
Bestuur. Ook het beheer van fietspaden
levert steeds minder discussie op. De kos
ten van bijvoorbeeld het wegenonderhoud
in de Zeeuwse waterschappen worden voor
ruim 70% betaald door de inwoners en de
eigenaren van gebouwen. Onderhoud van
een recreatief fietspad komt juist aan deze
groep ten goede.
In een hand
Maar de discussie gaat verder. Het water
schap Zeeuwse Eilanden heeft onlangs in
een nota zijn werkterrein voor de komende
jaren afgebakend. Als deze nota werkelijk
heid wordt, dan zal het waterschap in de
toekomst ook het beheer van het (ondiepe)
grondwater en het rioolbeheer in het bui
tengebied voor zijn rekening gaan nemen.
Dat zijn zaken die nu nog door de provin
cie en de gemeenten worden gedaan. De
Waterschap wil ook het riool in
achterliggende gedachte is dat als alle uit
voerende taken op het gebied van het
waterbeheer in één hand gelegd worden,
deze het best en tegen de laagste kosten
worden uitgevoerd. Versnippering over
meerdere instanties leidt immers al snel tot
afstemmingsproblemen en onnodige kos
tenverhogingen.
Positief
Voor veel waterschapsbestuurders is deze
"brede kijk" nog even wennen. Zij zijn bang
dat de nieuwe taken leiden tot sterke stij
ging van de lasten en ten koste gaan van de
oude kerntaken, zoals het dijk- en wegen-
onderhoud en het beheer van het water
peil. De groene waterschapsbestuurders
staan in principe wel positief tegenover
deze brede kijk. Bij modern waterbeheer is
het immers van groot belang dat de sys
teembenadering wordt gevolgd. Dat bete
kent dat alle aspecten van het verschijnsel
water in relatie met elkaar worden beke
ken. Grond- en rioolwater maken onmis
kenbaar deel uit van het watersysteem. Er
het buitengebied beheren. Foto: Rudy Visser.
nig uit aan wie hij moet betalen. Zo'n geza
menlijke nota wordt het Waterspoor
genoemd. Overdracht van taken hoeft dus
niet te leiden tot extra kosten voor de bur
ger.
Verbreding van taken van het
waterschap leidt wel tot een
andere bestuurssamenstelling.
Vroeger was het waterschapsbe
stuur een "boerenaangelegen-
heid". De laatste jaren is hierin al
veel veranderd. Het zal duidelijk
zijn, dat naarmate de taken én de
financiering van het waterschap
zich verder verbreden, dit ook
gevolgen moet hebben voor de
samenstelling van het bestuur. De
oude waterschapstraditie is
immers: belang - betaling - zeg
genschap.
Anton van Haperen is groene waterschapsbestuurder
15 WANTIJ december'98