Aanleg van een
drinkput
SMS
Frank Hamelink
In de loop der jaren zijn veel drinkputten in Zeeland
gedempt. Een drinkput voorzag in de watervoorziening
voor het vee en diende in sommige gevallen als wasplaats
voor de werktuigen. Al deze kleine watertjes zijn waarde
volle natuurgebieden: er komen oever- en waterplanten,
slakken, insecten, kikkers en salamanders voor.
Een mooie drinkput
Een drinkput die permanent water bevat
want dat biedt de grootste kans op
voortplanting van amfibieën.
De aanwezigheid van struweel en ruigte.
Lijnvormige beplantingen want die bie
den amfibieën de mogelijkheid tot
migratie en dus tot herkolonisatie van
andere gebieden.
Geen mest in de drinkput want mest
verstikt het water.
Een goed ontwikkelde oever- en water
vegetatie.
Regelmatig onderhoud om te voorko
men dat de drinkput verlandt.
Geen vis, eenden en ganzen want die
zijn funest voor amfibieën en voor de
helderheid van het water.
De Stichting Landschapsbeheer
e Zeeland (SLZ) is sinds zijn oprich
ting, 15 jaar geleden, bezig bestaan
de drinkputten te herstellen en
nieuwe te graven. Momenteel loopt in
Zeeuws-Vlaanderen het project "Herstel
amfibiebiotopen". Particuliere eigenaren
dragen ongeveer 10% in de kosten bij.
Het is de bedoeling kwetsbare soorten als
de kamsalamander en de boomkikker een
helpende hand te bieden. De boomkikker
bijvoorbeeld komt uitsluitend in de omge
ving van Aardenburg, Retranchement en
Cadzand voor. Jan Wolkers wijdt er zelfs
een boekje aan (zie volgende Wantij). Hier
leeft ook de kamsalamander, die we ook
verder oostwaarts tegenkomen, in de omge
ving van Hoek, Zaamslag, Axel en Hulst. De
alpenwatersalamander komt voor in enkele
gebiedjes in de omgeving van Koewacht-
Hulst. De rugstreeppad heeft zijn laatste
bolwerk in de Nieuwe-Othenepolder bij
Terneuzen.
Nieuwe put
Voor een nieuwe put is ruimte nodig want
de doorsnede moet minimaal 15 meter zijn.
Het grondwaterpeil bepaalt de diepte van
de aan te leggen put. Niet zelden zit het
grondwaterpeil 1,5 meter of dieper bene
den het maaiveld.
Amfibieën leven zowel in het water als op
het land. Het is dus zaak om bij de aanleg
ook aandacht aan hun landbiotoop te
besteden. Dat kan door een groepje strui
ken bij de drinkput te planten, bijvoor
beeld koebraam of meidoornstruiken, en
door het creëren van een verruigd hoekje.
Na de aanleg is het woord aan de natuur.
Kikkers, padden en salamanders weten de
Foto: SLZ
drinkput vanzelf te vinden. Een beetje
geduld is wel nodig. De begroeiing met
oever- en waterplanten moet op gang
komen en de waterkwaliteit stabiliseren.
Beheer
Met de aanleg van een drinkput wordt
tevens het beheer voor de komende tien
jaar door de SLZ met de eigenaar geregeld.
Voor het onderhoud stelt SLZ geld beschik
baar. Dë eigenaar belooft op zijn beurt de
drinkput in stand te houden.
Wanneer er te veel planten in de drinkput
gaan groeien, dan moeten die verwijderd
worden. Dit kan het beste in het najaar
gebeuren. Dan zitten er minder amfibieën
in het water. Het beste is de plantenresten
aan de rand van de drinkput te leggen,
zodat al wat kruipt een weg terug naar de
drinkput kan vinden.
Als de drinkput in een weiland ligt, een
gedeelte uitrasteren. Dan kan het vee er
toch bij.
Een partij oude stenen levert een ge
schikte schuilplaats voor salamanders
op.
We zoeken nog geschikte plekken
voor drinkputten in Zeeuws-
Vlaanderen.
Heeft u belangstelling dan kunt u
contact opnemen met SLZ: tel.
0113-230936.
Frank Hamelink is medewerker bij SLZ.
UiuïïT
17 WANTIJ december'98