|Schouwse akkerbouwer spaart natuur
en eigen bedrijf
Handhaving
Jan-Eelco Dijk
Gaan landbouw en natuur samen? En is de agrariër
dikke maatjes met de buurman die niet leeft van het
land? De milieujurist is geneigd beide vragen ontkennend
te beantwoorden. Zijn ivereld bestaat uit stinkende var
kenshouderijen en uit natuurgebieden die door ammo-
niakdepositie worden aangetast. En toch: soms blijkt de
werkelijkheid genuanceerder en is ook de agrarische sec
tor best bereid de natuur een handje te helpen.
Rechter
De bezwaren van omwonenden werden
niet weggenomen door de nieuwe plannen.
Het aantal kampeerplaatsen was niet ver
minderd, en er waren dus niet minder
auto's over het dijkje naar de camping te
verwachten. Het open karakter van het
landschap werd ook door realisering van de
nieuwe plannen aangetast. Omwonenden
stapten naar de rechter, maar ditmaal bleef
de procedure zonder succes. De rechter zag
in de bezwaren niet voldoende reden de
vergunning te schorsen. Deze zomer zal de
landschapscamping waarschijnlijk haar eer
ste bezoekers welkom heten.
De buurtbewoners zullen teleurgesteld zijn:
het is ze niet gelukt de camping tegen te
houden. Maar is er enkel reden tot teleur
stelling? Mede dankzij de protestactie heeft
de natuur in de uiteindelijke plannen een
belangrijker plaats gekregen dan haar aan
vankelijk was toegedacht.
Foto: Jaap Wolterbeek
Oln 1995 besloot een agrariër op
Schouwen-Duiveland dat hij het
over een andere boeg moest gooi
en: van alleen de opbrengst van de graan-
cn suikerbietenoogst kon hij niet langer
rondkomen. De man vroeg de gemeente
om het bestemmingsplan te wijzigen, zodat
Dij een landschapscamping op zijn terrein
kon realiseren. Voor 75 plaatsen had hij
drie hectare camping nodig. Ter compensa
tie wilde hij ook best twee hectare natuur
gebied realiseren. De gemeente was direct
enthousiast, de buurtbewoners minder. Zij
reesden aantasting van het open karakter
van het landschap en verkeersoverlast.
Bovendien zou de aanleg van één camping
tot gevolg kunnen hebben dat iedere agra
riër in de omgeving zijn erf zou openstellen
voor caravans en tenten. Uiteindelijk won
nen de buurtbewoners de procedure.
Gedeputeerde Staten achtte het plan van de
agrariër in strijd met het provinciaal ruimte
lijk beleid. De benodigde vergunningen
kwamen niet op tafel.
De akkerbouwer legde het bijltje er niet bij
neer, maar diende na een aantal jaren een
nieuwe aanvraag in. Voor zijn 75 camping
plaatsen had hij nu nog maar twee hectare
nodig. Ter compensatie beloofde de boer
nu geen twee, maar vijf ha natuur te reali
seren. In het natuurgebiedje zouden een
wilgenbos, een vleermuizenkelder en een
kreek worden aangelegd. Voorwaarde was
dat de natuur- en landschapselementen
aansloten op de omgeving van de camping.
Bovendien: waar elders in
Zeeland landbouwers hun grond
in de aanbieding deden voor
Brabantse varkenshouders, pro
beerde de Schouwse agrariër niet
alleen zijn kwijnende bedrijf,
maar ook de natuur te behouden.
Natuurlijk heeft de komst van een
landschapscamping haar keerzij
de. Maar de Schouwse zaak laat
ook zien dat natuur, milieu en de
agrarische sector elkaar niet per
definitie hoeven te bijten.
Jan-Eelco Dijk is milieujurist bij het Bureau voor
Rechtshulp Zuid-Holland Zuid in Dordrecht dat in
samenwerking met de ZMF mensen die met milieupro
blemen kampen, juridisch helpt.
17 WANTIJ juni '99