spreekt 4. Wat vir ervan? Willem de Weert Wantij wordt naar 1400 adressen verzonden. Mensen die zich op de een of andere manier betrokken voelen bij het milieu in Zeeland. We prikten in het abonneebestand wil lekeurig een aantal namen, belden op en stelden de vraag: "Hoe gaat het volgens u met het milieu aan het eind van deze eeuw?" Dhr. L. Aarnoutse in Arnemuiden: "Ik ben boer. Twintig jaar geleden ben ik naar de biologische landbouw overgescha keld omdat ik niet steeds meer kunstmest en bestrijdingsmiddelen wilde gebruiken. Aan de andere kant vind ik dat de land bouw gauw de zwarte piet krijgt. Veel maatregelen zijn vanachter een bureau verzonnen, hebben weinig contact met de werkelijkheid. Ik heb bijvoorbeeld mijn twaalf melkkoeien weg moeten doen. Volgens een 'milieumaatregel' mocht het spoelwater van de melktanks niet meer op de mestvaalt terechtkomen omdat er dan 'reacties'plaats kunnen vinden. Welke reacties is mij nooit duidelijk geworden. Ik woon op een oude boerderij waar vroeger al het water, regenwater en afvalwater, naar de mestplaats gevoerd werd. Scheiden is erg duur. Voor mij was die investering niet verantwoord. Nu ik geen koeien meer heb is de gesloten kringloop verbroken en moet ik mest van elders aanvoeren. Dat is heel jammer. De ontwikkeling van alterna tieve energie vind ik een goede zaak. Van mij mag er bij elke boerderij een windmo len. Mw. I. Fransen-vd Putte in 's-Heer Hendrikskinderen: "Ik vind het erg dat er zo met veevoeder geknoeid wordt. Dat vlees van die beesten eten wij op. Ik vind het goed dat de milieu beweging zich inzet voor het natuurbe houd. Daarom steun ik ook het werk van de Bomenstichting en ben ik lid van de KNNV. Ik kom graag in de natuur, op de dijken rondom Nisse en bij het Goese Sas bijvoorbeeld. Maar we hebben ook een grote tuin. Daarin is altijd werk. Dhr. M. Hoogerheijde in Veere: "Ik ben al vanaf mijn 18e lid van de milieufederatie omdat ik me toen ongerust maakte over de industrialisering van het Sloegebied. Het gaat maar door met die fabrieken. Waar ze nu in Antwerpen weer mee bezig zijn. Je kunt er weinig tegen doen. Een beetje tegensputteren denk ik. Soms denk ik er wel eens over om mijn lid maatschap op te zeggen. Ik ben lid voor het milieu, niet voor die natuur jongens. Die gaan te vei-, met het afsluiten van gebieden bijvoorbeeld. Zelfben ik een fanatiek zeiler, leef van de wind zeg maar. Ze willen het Oliegeultje in de Ooster- schelde afsluiten, omdat de watersport de vogels en zeehonden zou verstoren. Die zeehonden zijn helemaal niet bang voor boten, ze zwemmen juist mee. Dat ze de zaak willen reguleren, met die waterscoot ers bijvoorbeeld, vind ik best. Maar alles maar afsluiten, dat gaat me te ver. Dhr. J. Ivens in Noordlaren: "Ik woon al lang niet meei- in Zeeland, maar houd me nog wel op de hoogte, via Wantij bijvoorbeeld. Ik ben in Hulst gebo ren en in mijn h.b.s.- tijd lid van de Vereniging Milieuhygiëne Zeeland gewor den. Destijds maakte ik me zorgen over de vestiging van Dow in Terneuzen. Daar wer den wetten met voeten getreden. Ik was ook tegen het Baalhoekkanaal. Ik merk de laatste jaren een omslag in jullie artikelen. Niet alleen maar kritiek maar ook mee denken en alternatieven aandragen. Dat vind ik wel goed. Zelf heb ik juist een offer te voor een zonneboiler aangevraagd. Een windmolen bij mijn huis was te duur. Die kun je niet leasen of pachten, maar moet je kopen. Ze zijn bezig hier langs het Zuidlaardermeer grond aan te kopen om daar wetland van te maken. Dat vind ik ook prima. Mw. D. Karelse in Borssele: "De milieufederatie moet in het algemeen de bestuurders en politici goed in de gaten houden. Die doen niet wat ze zeggen. Daarom ben ik ook lid van Greenpeace. Ik woon dichtbij de kerncentrale. Nee, bang ben ik niet. Dat kan ik me niet permitteren als je er zo dichtbij woont. Ik ben een tegenstander van kernenergie omdat ze met het afval geen raad weten. Bovengronds opslaan vind ik wel beter dan onder de grond. Bij de Covra kunnen ze er altijd nog bij mocht er iets mee moe ten gebeuren. Verder zou ik het goed vin den als de natuur een economische waar de krijgt, dat de natuur in geld uitgedrukt wordt. Daar walst iedereen maar over heen, tot de Raad van State toe. De winst van de laatste jaren is dat mensen zich ervan bewust zijn geworden dat alles wat ze willen gevolgen heeft. Eerst nadenken voor je wat doet. Mw. V. Calus in Sluis: "Ik ben pas lid van de ZMF. Ik heb in Wageningen gestudeerd. Zelf ben ik, zoals de meeste jongeren denk ik, niet zo'n milieudoordrijver. Wat me aanspreekt zijn vernieuwende ideeën in je eigen omgeving. Dat Wantijnummer over boeren die dur ven vond ik inspirerend. Ik heb op mijn drieëntwintigste nog geen afgewogen mening over wat er goed en fout met het milieu ging. De komst van varkenstallen naar Zeeuws-Vlaanderen en de vuile Westerschelde vind ik slechte zaken. Het gescheiden ophalen van afval is wel een goede ontwikkeling. Iedereen mopperde toen het kwam, maar het blijkt erg simpel om te doen. Maar ook hier geldt dat het wel praktisch moet zijn. Toen ik op een flat in Wageningen woonde, deed ik het gft- afval niet apart, dat stonk te veel. Nu ik op de boerenbuiten woon, doe ik er wel aan mee. Willem de Weert is eindredacteur van Wantij. 11 WANTIJ december'99

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1999 | | pagina 15