2. De Quarlespolder.
De ruim 200 ha van de Quarlespolder
biedt ruimte voor meerdere functies,
waaronder glastuinbouw. Windenergie
past daar vanuit milieu- en landschappe
lijk oogpunt goed bij. De polder leunt
tegen het industriële Sloegebied aan.
Langs de dijken westelijk en oostelijk van
de polder is plek voor lijnopstellingen.
Het moet mogelijk zijn om hier 20 MW te
plaatsen.
3. Ter neuzen West
Dit is het gebied van ruim 200 ha dat
begrensd wordt door het Kanaal, de
Hoekse, Goese en provinciale weg. Dit
gebied is op langere termijn bestemd voor
het ontwikkelen van bedrijvigheid. Tot het
moment dat het gebied daadwerkelijk tot
ontwikkeling wordt gebracht, is er alle
ruimte voor 22 MW windenergie.
4. De Autrichepolder.
Deze polder langs het Kanaal Gent-
Terneuzen is zo'n 400 ha groot. De zuide
lijke kant van de polder wordt pas over
langere tijd ontwikkeld voor havens en
industrie. Ook in de rest van het gebied
verdient windenergie een prominente
plaats omdat men dit industriegebied
duurzaam wil inrichten. In totaal kan ruim
25 MW geplaatst worden.
5. Noordoost Tholen.
In het gebied noordelijk van Tholen stad,
oostelijk van de Nieuwlandse dijk en aan
sluitend bij het daar al liggende bedrijven
terrein is er plek voor 15 MW
6. Stormvloedkering.
Langs de stormvloedkering staan al op
diverse plaatsen windparken. Er is nog
ruimte voor extra turbines aan de zuid
kant langs de havendammen van de bin
nen- en buitenhaven. De plaatsing van
windturbines versterkt hier het technolo
gische karakter van de kering. 13 MW is
haalbaar.
Milieufederatie staat open voor discussie
om deze en de hierboven genoemde alter
natieven te wegen.
In totaal bieden de beschreven alternatie
ven ruimte voor 120 MVC( uitgaande van 1
MW-turbines. Als een deel van de parken
bestaat uit 1,5 MW molens is meer moge
lijk. Ook kan het wenselijk zijn een
bestaand park te voorzien van molens met
een hoger vermogen, zoals in het
Sloegebied is gebeurd. Verder verwachten
we ook het nodige van de Zeeuwse
gemeenten die een klein park binnen de
gemeentegrens mogelijk maken.
Samen moeten deze initiatieven
ruim voldoende zijn om de
Zeeuwse doelstelling binnen vijf
jaar te halen. Beter laat dan
nooit
Alternatieven
Als gemeenten zich wat aan het streek
plan gelegen laten, dan zullen zij een
beleidsvisie opstellen waarin zij deze
ruimte weten te scheppen. Er kunnen in
de nabije toekomst nog andere alternatie
ve locaties worden aangedragen met vol
doende maatschappelijk draagvlak waar
men snel aan de slag kan en waar plaat
sing weinig effect heeft op landschap,
vogels, natuur, cultuurhistorie, bodemge-
bruik en geluidsniveau. De Zeeuwse
Tjeu van Mierlo is coördinator van de Zeeuwse
Milieufederatie.
Illustratie: Saskia Daniels
Uit: brochure"Windenergie en uw woon
omgeving" Landelijk Bureau Windenergie
4 WANTIJ maart '00