f Het Belvedere-gevoel van: "J Conny Buijs, medewerkster ZMF voor mobiliteit, duurzaam bou wen en gemeentelijk milieube leid: "Vaak fiets ik, op mijn sportfiets, van Goes naar de Zak en terug. Binnen een paar minuten ben ik in de polder, waar mij een paar weken geleden een heerlijke zoete bloemenlucht tegemoet kwam. Deze keer afkomstig van de appelbomen die in volle bloei stonden. Samen met het bloeien de fluitenkruid en de zon maak te dat mijn fietstocht geheel com pleet. Want wat is er mooier dan tussen lichtgroene, net uitlopende struiken en bomen, fris jong gras en bloeiende planten door te fiet sen. Het voorjaar is voor mij de allermooiste tijd van het jaar, zeker wanneer aan de lucht prachtige Zeeuwse wolken han gen. Het landschap van de Zak is iedere keer weer verrassend en nooit hetzelfde. Maar steeds geniet ik op mijn fiets van de prachtige uitzichten, hel weidse en afwisselende landschap. Dan geniet ik extra van rust en ruim te die het Zeeuwse land mij hope lijk nog lang zal geven. Marlies Timmerman, hoold secretariaat: "Ik heb al veel van de wereld gezien en dus ook van vele uit zichten genoten. Wat mij daar van tot nu toe het meest bij gebleven is, is het uitzicht op het berglandschap te Nepal. Zo'n 12 jaar geleden maakte ik daar een trektocht. Mijn maag was behoor lijk van streek; dus uiteindelijk werd die trektocht een soort uit- puttingstocht. Ik moest 's nachts regelmatig mijn tent uil en zat dan, ondanks mijn lichamelijke problemen, volop te genieten van het maanlicht op de besneeuwde bergtoppen. De stilte, de mooie kleurschakeringen, de pure natuur. Binnenkort hoop ik op een hernieuwde, gezonde, ken nismaking. Ook dicht in de buurt zijn er volop mooie plekjes. In de lente is een rondje over de Val dijk bij Nisse zeker favoriet. Dan bloeit het fluitenkruid en kort daarop komen de meidoorns uit. In com binatie met de gele boterbloe men, het groene gras, het tere wit en de heerlijke geur van de mei doorns, is dat een prachtig stukje Zak. Melissa Ernst, medewerkster ZMF voor duurzame landbouw: "Dit jaar ben ik verhuisd naar een huis met tuin. De grindbak (mijn vorige bewoonster hield niet van tinnieren) heb ik omge toverd in tuin, samengesteld uit plantjes van vrienden en colle ga's en uit gratis verkregen zakjes zaad. Elke dag zit ik in het stadstuintje op mijn hurken, de plantjes uit de grond te kijken. En me af te vragen of wat er opkomt nu is wat ik heb gezaaid, of "onkruid" uit de tuin van de buren. En welke kleur de bloe men zullen hebben en of er dit jaar notaris-appeltjes aan mijn boom komen?Jawel, mijn tuin als minilandschap is momenteel favoriet. Maar het landschap waar ik nooit genoeg van krijg, is de zee! Dit weekend nog intens genoten van het uitzicht vanuit Carmen Silva, hoog op het duin van Domburg, op de altijd weer omrollende zee. Het geeft mij, als Zeeuwse meid, het gevoel van thuiskomen (de zilte zeelucht), van ruimte (het oneindige uit zicht) en van rust (de herhaling der golven). Goh, wie neemt mij mee de oceanen over?" Geertje van der Krogt, mede werkster ZMF voor planologie: "Met mijn zak vers geplukte ker sen zit ik langs het pad aan de voet van een dijk met bloemen en knotbomen. In de polder zie ik een hoogstamboomgaard, een groensingel, een haag van mei doorns en egelantiers rond een wei langs een groenblauw kreek restant en er grazen twee zicht baar tevreden Zeeuwse paarden. De brede akkerrand is bont getooid. Diep in het groen ver scholen ligt een boerenhuis met een grote, moderne boeren schuur, waar vandaan drie enor me machines op het toneel ver schijnen om de oogst van de pol der binnen te halen. Een knaap van 11 zit stralend naast zijn vader op het grote bakbeest: 'Als ik later groot ben, dan zal ik ze eens wat laten zien!'" Elly Geelhoed, medewerkster secretariaat ZMF en Wantij: "Het eerste stukje natuur wat ik me herinner uit nin jeugd, is een stukje natuurgebied op Noord- Beveland: d' Oesterpit bij Colijnsplaat. Bijna elke zondag nam nin vader ons daar mee naar toe. Ik vond het een leuke plek, er waren altijd vogels, maar welke, ja daar had ik toen nog niet veel kaas van gegeten. Ik weet nog dat het er altijd zo stil was. We plantten ons in het gras neer en keken alleen maar rond. Er stond een verlaten weegbrug- huisje. En de dikke palen in het landbouwhaventje maakten grote indruk. Maar het allerleuk ste was toch om aan de buiten kant van de dijk te kijken. Vaak spoelden er leuke, spannende dingen aan. Ook lagen er soms honderden zeekatten, die gingen we dan rapen, want die brachten een paar centen per stuk op. Nu, tientallen jaren later, zien de Noord-Bevelandse dijken er heel anders uit en wordt de horizon regelmatig onderbroken door de masten van de recreatievaart. Intussen ben ik op heel veel plaatsen geweest, maar dat stuk je Noord-Beveland blijft me altijd bij..., ik moet er binnenkort weer eens gaan kijken. Thijs Kramer, hoofd Groene Ruimte van de ZMF: "Mijn mooiste plekje van Zeeland is aan verandering onderhevig, merk ik. Tien jaar geleden lag ik het liefst tegen het dijkje met uit zicht over de Sint Kruiskreek, baltsende kiekendieven boven het riet, kluten en plevieren langs het slikrandje. Vervolgens was het moeilijk kiezen tussen twee ter rasjes. Die van de ver landde haven van Hoedekenskerke, altijd leuke steltlopers vanachter een glas trappist en zeehonden in de verte, rustend op de rand van een plaat. Of het terras van de Heerenkeet op Schouwen, een plekje met Griekse allures, uit zicht over de Oosterschelde en vlakbij de Prunje en de Flauwers- inlaag. Maar sinds kort is het ontegen zeggelijk 'de Blikkeneen wei landcomplex tussen Groede en Oostburg (of de Marolleput en Scherpbier). Een prachtig natuur gebied, met kreekjes en plassen, brak, en vol met vogels. Vroeger hebben we veel moeite moeten doen om het gebied te behouden. Nu is het in beheer bij het Zeeuwse Landschap, fors uitge breid en veel natter, 's Avonds, terug van het werk, rij ik er graag langs. Even kijken wat er zit. Tjeu van Mierlo, coördinator ZMF: "Zeeland is de provincie van de uitzichten. Het meest dynamische uitzicht kan ik jamtnergenoeg enkel als automobilist beleven. Komend vanuit Middelburg rich ting Sloe tuur ik bovenop het via duct van de A58 altijd even naar de waaier van tuimelende wie ken. Acht windmolens vormen één megaturbine met 24 blinken de bladen. Het meest panorami sche idtzicht van Zeeland beleef ik altijd vanaf de Plompe Toren op Schouwen. Zeeland in al haar landschappetijke verscheiden heid. Het meest ydillische uit zicht ervaar ik met de rug tegen het talud van de Valdijk met blik op Nisse. Met name op een mooie meidag daar waar Weel, wei en kerktoren één zichtslijn vormen. Een Zeeuwse Ruijsdael. Hét genotsuitzicht vormt echter de Westerschelde bij laag water vanaf het zonnige terras van café de Steiger bij Hoedjes. Met kijker en pint is het uitzicht weegaloos. Bootjes in slempend slik en pla ten waar plevieren pleisteren. Tilly Kats, medewerkster secreta riaat ZMF: HET STRAND Het strand is het mooiste wat er is Het zand, een duin, een vis Waar de oneindige zee z'n golven rolt jaar na jaar Wandelen met de wind in je haar Blote voelen in het zand Maar wat ik het allermooiste vind Is het opgroeien van je kind In een wereld zonder oorlog, ver vuiling en pijn Waar het heel gelukkig kan zijn Spelend in het zand Met de wind in z'n haar Waar de oneindige zee z'n golven rolt jaar najaar Dat is voor mij het STRAND 10 WANTIJ juni'00

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2000 | | pagina 10