huisjes nog steeds plotseling veranderen
in recreatiewoningen en soms zelfs in per
manente woningen.
Landschappelijke inpassing
Of beter gezegd, het gebrek aan land
schappelijke inpassing. Naast het feit dat
overal op het platteland wegen gevonden
worden om toch stenen op te stapelen, is
er ook weinig goeds te melden over de
architectonische nonsens, die uit de
grond wordt gestampt, het gebrek aan
groen eromheen en ook de botte manier
waarop karakteristieke bebouwingspatro
nen doorkruist worden. Neem de opko
mende rundveehouderij. Tegenwoordig
ziet men steeds meer rundveehouders
leegkomende bouwblokken innemen.
Daar is op zich niets op tegen. Maar de
bestaande bebouwing wordt doorgaans
onmiddellijk afgebroken, om te wijken
voor nieuwbouw. Dit is niet direct verste
ning, want het is het één voor het ander,
maar de architectuur, bouwvorm en de
landschappelijke inpassing zijn meestal
ten hemel schreiend. Iets wat ooit moest
lijken op een droevig aftreksel van een
huis uit een Brabants zandgebied, wordt,
zonder enig architectonisch verband of
proportie, zo op de Zeeuwse klei
gekwakt. De erfbeplanting bestaat uit de
in januari buiten gezette kerstboom, die
het dan ook nog af laat weten. Wat een
triest gezicht.
Wijsheid
Wat is wijsheid? De meningen verschillen
nogal. Uit het Scooponderzoek 'Grenzen
verleggen' (een studie naar maatschappe
lijke ontwikkelingen in Zeeland) blijkt dat,
wil men in deze provincie een bepaald
voorzieningenniveau handhaven, daar een
zekere bevolkingsomvang bij hoort met
een samenstelling die jonger is dan de
vergrijzing van nu. Het platteland is z'n
productiefunctie voor de landbouw steeds
meer aan het verliezen en er bestaat grote
zorg over de functie als publieke ruimte.
Ook het project Vitaal Platteland stelt dit
aan de orde, overigens zonder pasklare
antwoorden te geven.
De Brabantse Milieufederatie schrijft in
haar 'Visie op verstedelijking en infrastruc
tuur', dat het bebouwd gebied juist de
open ruimte als tegenwicht nodig heeft.
De open ruimte verschaft de stad identi
teit en extensieve uitloopmogelijkheden
op korte afstand. Daarom moeten steden
voorzien zijn van een groene omgeving.
In de stad kunnen door het stapelen van
functies veel meer activiteiten plaatsvin
den op hetzelfde grondoppervlak. Door
het herstructureren van wijken neemt de
drang om buiten in het groen te gaan
wonen af. Op dit moment blijven tussen
de uitdijende bebouwde gebieden en
infrastructuur met daarlangs weer bebou
wing, alleen eilanden van groen over.
Bouwstop
In het artikel 'Bouwstop buitengebied is
contraproductief' (Nederlandse
Staatscourant, maart 2000) staat: "De
overheid probeert met een bouwstop
tegen een sterke maatschappelijke stroom
in te roeien, waardoor het onmogelijk
wordt om het proces planologisch in
goede banen te leiden. Een bouwstop
maakte het onmogelijk om bestaande mis
sers weg te werken en accenten en con
trasten van het ooit zo fijnmazige en rijk
gedifferentieerde netwerk van paden en
landschapselementen te herstellen.
Bovendien tast een bouwstop de econo
mische en sociaal-cultureje vitaliteit van
het platteland aan, namelijk de woonfunc
tie. Bewoners van het buitengebied beste
den een flink deel van hun elders verdien
de geld aan de woonomgeving (3 bewo
ners houden 1 arbeidsplaats in stand)."
Kortom, een pasklare oplossing is er niet.
Uitdaging
Het Rijk zou voorwaarden moeten stellen,
waaraan ruimtelijke plannen ook op lage
re niveaus moeten voldoen: gebiedsplan-
nen zouden alleen mogen worden goed
gekeurd als ze voorzien in ruimtelijke
kwaliteitverbetering en herstel van paden
en landschapselementen. Bouwen buiten
zulke plannen moet volledig worden uit
gesloten. Nieuwbouw hoeft niet onmoge
lijk te worden gemaakt, maar het moet op
de goede manier gebeuren en op de juiste
plaats en met respect voor de cultuurhis
torie.
De natuurbeschermingsvereniging 't
Duumpje heeft samen met de recreatie
sector "Kust in Kleuren' gepresenteerd.
Het is een visie op de inrichting van het
kustgebied van West Zeeuws-Vlaanderen,
waarbij landschap en recreatie op een
ingenieuze manier worden verweven,
zodat ze elkaar versterken. Een dergelijk
concept kan ook gehanteerd worden voor
het inpassen van bebouwing op het platte
land. Het gedachtegoed van Belvedere
(zie de vorige Wantij) -oorspronkelijkheid
en kwaliteit-, dat zijn de sleutelwoorden
waarmee men aan de slag moet. Blijkbaar
is dit gedachtegoed aan de huidige wel
standcommissies niet besteed.
Bouw op een goede manier, op
een goede plek. En durf eens iets
af te breken. Als er een nieuwe
loods of een nieuw huis wordt
gebouwd, weersta dan de verlei
ding om het oude object als
recreatiewoning te verhuren.
Herstel de fouten en bouw alsje
blieft eens iets moois op het
Zeeuwse platteland
Geertje van der Krogt is medewerkster planologie bij de
Zeeuwse Milieufederatie.
.y f
Elke gemeente wil zijn eigen bedrijventerrein (Breskens). Foto: Peter Verdurmen.
8 WANTIJ oktober '00