Natuur in het
grensgebied
B* W
têt
pad. De bloemranden die de boeren creë
ren om het landschap te verfraaien, ogen
leuk voor de recreant, maar voor de
natuur zetten ze geen zoden aan de dijk.
Maaien of grazen
Zelfs in natuurterreinen trof men scherpe
overgangen aan, bijvoorbeeld waar gras
landen gemaaid worden die grenzen aan
een bosperceel. Nu er meer en meer grote
grazers worden ingezet zien we hoe de
bosrand geleidelijker overgaat in het gras
land. De bloemenrijkdom wordt groter en
er treedt verjonging op van bomen zoals
elzen.
De grazers zelf scheppen door hun vraat-
patroon een situatie van hoog en laag. Tot
op de bodem kaalgevreten kruiden naast
ruige pollen die om de een of andere
reden niet in de smaak zijn gevallen. De
grote schakering biedt de natuur kansen
al is het natuurlijk wel zo dat de beesten
alleen nuttigen wat smakelijk is en geen
onderscheid maken tussen algemeen
voorkomende en zeldzame flora. In de
Walcherse duinen van Oranjezon komen
drie plaatsen voor waar zeepkruid staat
Saponaria officinalis). Slechts op één
locatie, namelijk daar waar de koeien niet
Overal langs de landsgrens treffen we
natuurgebieden aan die in verbinding
staan met het Duitse of Belgische achter
land. Ook provinciale en gemeentelijke
grenzen kunnen de menselijke expansie-
zucht in de weg staan en daardoor de
natuur in de kaart spelen. Immers, vanuit
bestuurscentra breidde de mens in de
loop der eeuwen zijn invloed uit.
Ontginningen verliepen vanuit zulke cen
tra naar buiten toe. Aangezien dit van
twee, soms zelfs drie kanten (Vaals)
geschiedde, ontwikkelden zich langs de
grenzen niemandslanden waarin de
natuur zichzelf kon zijn. Juist de moderne
grensoverschrijdende activiteiten, die
tegenwoordig noodzakelijk schijnen te
zijn, vormen een bedreiging voor de laatst
achtergebleven gebieden. Neem de pol
ders op de grens van Brabant en Zeeland
die jaren ongemoeid zijn gelaten en nu
door het een na het andere plan bedreigd
worden. Gelukkig zijn er ook voorbeelden
van reservaten die dankzij een internatio
nale aanpak sterk aan waarde gewonnen
hebben. Het Zwin op de grens van
Zeeland en Vlaanderen heeft mens en
natuur veel te bieden.
Gradiënten
In onze moderne maatschappij zijn gren
zen scherp getrokken. Rijbanen eindigen
abrupt in een berm of goot, vaak gevolgd
door een trottoir. De stoep vindt zijn
einde in de huizenrij. Soms liggen er
voortuintjes die levenskansen bieden. In
grote steden echter rijzen vaak loodrechte
Richard Struijk
Juist in grenssituaties is de natuur op haar best. Wie de
natuur haar gang laat gaan ontdekt dat deze al gauw
grensverleggend bezig is. Weilanden en akkers die aan
hun lot overgelaten worden, dan wel extensief gebruikt,
zijn al spoedig het domein van wilde planten en zaailin
gen van bomen en struiken. Juist omdat er geen mensen
hand aan te pas komt, ontstaan echte natuurlijke ont
wikkelingen.
Door de mens
veroorzaakte
scherpe overgang.
Foto's: R. Struijk.
Op de scherpe overgang
van stoep naar huis
groeien er toch morieljes.
muren op zonder dat er van een geleide
lijke overgang sprake is. Biologen spreken
van gradiënten, overgangen. Voorbeelden
zijn hoog en laag, nat en droog, warm en
koud, zoet en zout. Ging het boerenland
vroeger geleidelijk over in ruige kanten en
beboste overhoeken, de moderne land
bouw heeft deze gradiënten tot een mini
mum gereduceerd. De perceelscheidingen
zijn scherp, de taluds steil. In de ruigte
hielden zich vroeger veel dieren en plan
ten op. Op de bloemen leefden insecten:
patrijs, leeuwerik en graspiepers vonden
er nestgelegenheid en voedsel. Er was
dekking voor haas, konijn, hagedis en
mogen komen, kunnen we elke zomer
van de paarsroze bloei genieten.
Vloeiende overgangen scheppen
betere grenssituaties dan de
scherpe, die wij zo overvloedig
creëren. In dit opzicht mogen we
in de ruimtelijke ordening, de
landbouw en het natuurbeheer
best nog een poos grensverleg
gend bezig zijn
Richard Struijk is lid van de KKNV Walcheren en voorzit
ter van de Stichting Duinbehoud Zeeland.
16 WANTIJ oktober '00