Figuur 2
Overzicht van de Delta met de diverse
watersystemen en dammen
0 Markiezaatskade;
1 Zandkreekdam; 2= Veerse Gatdam;
3= Grevelingendam; 4= Volkerakdam;
5= Haringvlietdam; 6= Brouwensdam;
7= Oosterscheldekering; 8= Philipsdam;
9=Oesterdam; 10= Stormvloedkering
Nieuwe Waterweg
Overzicht van de Delta met
de diverse watersystemen
en dammen.
Kaart: Rapport RIKZ-98.036.
zout/getijden
zout/stilstaand
I I zoet
Antwerpen
meer weer onderdeel maken van het
riviersysteem, of van een zoet weer een
zout meer maken. Of Rijkswaterstaat zo
ver wil gaan? Dat valt te betwijfelen. Het
poldermodel domineert bij de dienst.
Over alles moet consensus zijn. Daar
dreigt het Volkerak- Zoommeer de dupe
van te worden. Het is tijd om de nood
klok te luiden.
Waterbeheer
Een zout getijde gebied omtoveren in een
zoet meer, dat blijkt moeilijker dan
gedacht. Het hele waterecosysteem wordt
bij afdamming op z'n kop gezet. Direct na
de afsluiting sterven de zoute planten- en
diersoorten om langzaam maar zeker
plaats te maken voor zoete soorten.
Aanvankelijk ontwikkelde het meer zich
tot een helder watersysteem. Dat moet
vooral op het conto geschreven worden
van de grote watervlooien, die een fors
deel van het fytoplankton opvraten. Dat
fytoplankton was het gevolg van de forse
voedselstroom die het meer bereikte via
de Brabantse riviertjes. De watervlooien
zorgden ervoor dat je in 1990 meer dan
drie meter diep in het water kon kijken.
Na 1990 nam de vispopulatie toe en het
doorzicht van het water af. De vissen aten
de grote watervlooien op. De belangrijk
ste vis in het meer is de brasem, een
bodemwoelende soort die cle troebelheid
verergert en de groei van waterplanten
belemmert. De roofvisstand bleef achter,
zodat de bodemwoelers flink konden toe
nemen.
Blauwalgen
Vanaf 1994 treedt 's zomers blauwalgen-
bloei op. De laatste jaren versnelt de ver
troebeling van het water. Het fosfaatgehal
te van het meer stijgt en de jaarlijks terug
kerende periode met blauwalgenbloei
houdt langer aan.
Kortom het streefbeeld van een helder,
gezond functionerend watersysteem raakt
steeds verder uit beeld. In plaats daarvan
dreigt het meer af te zakken naar een per
manent troebel, voedselrijk meer. Een
doemscenario, dat op gespannen voet
staat met de status van waardevol natuur
gebied.
Dweilen
Waarom is het meer zoet gemaakt en niet
zout gebleven zoals het Grevelingenmeer
of brak zoals het Veerse Meer? De erva
ring leert dat zoute meren veel makkelij
ker ecologisch gezond te houden zijn dan
zoete. Zeker als er nauwelijks doorspoe
ling plaatsvindt en er grote hoeveelheden
voedingsstoffen op het meer geloosd wor
den. Doorslaggevend om het meer te ver
zoeten was de eis dat de omringende
landbouwgebieden van het zoete water
konden profiteren.
Nu, zoveel jaar later, moeten we constate
ren dat de keuze voor zoet water te opti
mistisch was. Een ecologisch gezond zoet-
watermeer lijkt niet realiseerbaar. Een
groot deel van het Brabantse landbouwge
bied watert af op het Volkerak-
Zoommeer. De meststoffen die de rivieren
meevoeren worden niet in het stilstaande
zoete water afgebroken. Tot nu toe pro
beert Rijkswaterstaat, de beheerder van
het meer, met kunst en vliegwerk het pro
bleem van de overbemesting in de hand
te houden: actief biologisch beheer door
roofvis uit te zetten, bevorderen van
oevervegetaties, aanleg van eilandjes,
accepteren van kleine peilschommelingen.
Het is dweilen met de kraan open. De
waterkwaliteit verslechtert met het jaar.
Een fundamentele herbezinning op het
beheer van het meer is noodzakelijk.
Landbouw
De Zeeuwse Milieufederatie kiest voor een
waterbeheer dat uitzicht biedt op een eco
logisch gezond watersysteem. Dat kan
tegen een stootje. Moet het meer dan wel
zoet blijven? Het is zeer de vraag of de
landbouw wel zoveel van het zoete water
gebruik maakt, als was gevraagd. Op het
eiland Tholen is het waterschap niet ver
der gekomen dan een eerste fase van her
inrichting om de landbouw van zoet water
te voorzien. De verfijning van het systeem
is er nooit gekomen omdat de boeren de
extra waterschapslasten niet wilden beta
len. Nog eens kritisch kijken naar het ren
dement van een zoet Volkerak-Zoommeer
is geen overbodige luxe. Als de boeren
vasthouden aan het belang van het zoete
water, dan zal er toch iets fundamenteels
moeten veranderen aan de aanvoer van de
meststoffen via de rivieren. Het afleiden
van de rivieren bijvoorbeeld zodat er geen
bemesting van het meer plaatsvindt of
een forse afname van de bemesting door
maatregelen in de landbouw in Brabant.
Als de landbouw zoet water wil, dan moet
hij er ook voor zorgen dat het meer niet
degenereert.
Zout
Als dit dilemma niet wordt opgelost, ligt
een zout Volkerak- Zoommeer meer in de
rede.
Overigens speelt er nog iets wat van
belang is. Door de toenemende water
overlast beraadt de overheid zich over
maatregelen tegen de hoge waterstanden
in de rivieren. Daarbij kijkt men nadruk
kelijk naar het in ere herstellen van de
oude verbindingen in de Delta, zoals via
het Volkerak-Zoommeer richting Ooster
en Westerschelde. Op dit moment ver
draagt een gezond watersysteem in het
Volkerak Zoommeer zich niet met het
regelmatig doorspoelen met rivierwater.
Anderzijds zit er wel perspectief in het
herstellen van de relaties tussen de ver
schillende bekkens in de Delta.
Een gezond meer krijgen op de
grens van Zeeland en Brabant
door in de marge wat bij te stu
ren, lukt waarschijnlijk niet. Er
zijn forse ingrepen noodzakelijk
om het doemscenario van een
troebel en halfdood meer te voor
komen. Rijkswaterstaat moet een
heldere keuze maken
In dit artikel is vooral gebruik
gemaakt van het rapport: Het Volkerak-
Zoommeer. De ecologische ontwikkeling
van een afgesloten zeearm. M.
Tosserams, E.H.R.R. Lammens en M.
Platteeuw. Juni 2000. RIZA rapport:
2000.024
Thijs Kramer is hoofd Groene Ruimte bij de Zeeuwse
Milieufederatie.
7 WANTIJ december '00