Parachutespringen ergert dorpsbewoners Handhaving Jan-Eelco Dijk Wat voor de één een hobby vol spanning en sensatie is, levert de ander een bron van ergernis op. Bewoners van Sinoutskerke en Lewedorp hebben zo langzamerhand him buik vol van de overlast van het parachutespringen. UljMlllUl ÉS Sf; uivmmiuiigLiSt/ip Voor de één een kick, voor de ander een ergernis. Foto: Jaap Wolterbeek. Op mooie zomerdagen is het een komen en gaan van vliegtuigjes die boven hun hoofden de springers droppen. Gevolg: geluidshinder van de ronkende Cessna- motoren, joelende parachutisten en af- en aanrijdende busjes om de pas gelande springers weer op te halen. Omwonenden vinden de landende parachutisten niet alleen hinderlijk, maar ook nog gevaarlijk. Minder koersvaste springers willen nog wel eens een landing op de provinciale weg maken. Vandaag of morgen komt er een neer op de motorkap van een auto. Springgebieden Een alerte buurtbewoner vond eind 1999 een publicatie in de krant. De luchtver keersleiding Nederland (LVNL) verleende op grond van de Luchtvaartwet toestem ming om drie springgebieden te gebrui ken. Voorheen waren dat er altijd zes. Omdat een paar locaties teveel hinder ver oorzaakten of te gevaarlijk waren geble ken, besloot LVNL de toestemming voor taan te beperken tot drie springplekken. Daaronder twee weilanden bij Sinoutskerke en Lewedorp. Bewoners zagen de bui al hangen: de vliegtuigjes die tot dan toe over Walcheren en Zuid- Beveland uitzwermden, zouden zich in de toekomst grotendeels naar de beide dor pen begeven. Een aantal buurtbewoners liet het er niet bij zitten en diende een bezwaarschrift in bij de LVNL. De hinder en het gevaar von den zij ontoelaatbaar groot. Bovendien wisten de omwonenden een veel betere plek: waarom werden de parachutisten niet op of vlakbij het vliegveld Midden- Zeeland zelf gedropt? Dat zou de dorpen in de omgeving veel hinder besparen. Luchtvaartwet Maar de bezwaren werden afgewezen. Men ging in beroep bij de rechtbank. Helaas, ook deze procedure werd niet gewonnen. De rechter wees op de Luchtvaartwet. Die wet, aldus de uit spraak, geeft een aantal criteria waaraan het verzoek tot toestemming voor para chutespringen moet worden getoetst. Die criteria zijn vooral van luchtvaarttechni sche aard. Zo mag een springlocatie geen gevaar opleveren voor het luchtverkeer op de doorgaande vliegroutes van en naar bijvoorbeeld Schiphol. Geluidshinder is een aspect dat geen rol mag spelen in de besluitvorming. De LVNL had dus in het verleden die hinder onte recht meegewogen bij het aanwijzen van de springlocaties. De veiligheid van ver keersdeelnemers op de grond was wel een aspect dat mocht worden meegeno men in de besluitvorming, maar de rech ter vond dat de aangewezen springgebie den niet als onveilig konden worden aan gemerkt. Domper Voor omwonenden was de uitspraak een juridische domper. Toch heeft de proce dure wel degelijk iets opgeleverd. De directeur van de parachuteschool was bereid naar de bezwaarmakers te luisteren en zegde toe het springen in Sinoutskerke en Lewedorp in de praktijk zoveel moge lijk te beperken. De omwonenden hebben nog een ijzer in het vuur. Op de akkers waar de parachu tisten neerkomen rust een agrarische bestemming. Het is maar zeer de vraag of een recreatieve activiteit als parachute springen daarin wel past. Als er weer volop parachutisten uit de lucht vallen, dan zullen de buurtbewoners zeker om handha ving van het bestemmingsplan verzoeken Jan-Eelco Dijk is milieujurist bij bet Bureau voor Rechtshulp Zuid-Hollancl Zuid in Dordrecht dat in samenwerking met de ZMF mensen die met milieupro blemen kampen, rechtsbijstand verleent. 15 WANTIJ december'00

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2000 | | pagina 19