Waterhuishoudingsplan
mist regie
Er zijn in het afgelopen jaar veel belangrijke plannen
gemaakt door de provincie. Eén van die plannen is het
Waterhuishoudingsplan 2001-2006 met de titel Samen
slim met water'. Het is echter een plan zonder regisseur
en zonder concrete doelstellingen. Wat kan daar van
terecht komen?
De provincie werkt de ideeën die
Rijkswaterstaat heeft over het
waterbeleid in Nederland, verder
uit voor Zeeland. Deze ideeën en
plannen worden, 1 keer in de 6 jaar, op
geschreven in het waterhuishoudingsplan
van de provincie. De provincie wil in
Zeeland bereiken dat er duurzame 'water
systemen' ontstaan. Dat wil zeggen gebie
den waar water, waterbodems, oevers en
grondwater schoon zijn en veerkrachtig
genoeg om zichzelf ook schoon en levend
te kunnen houden.
Net als de provincie hebben ook de
Zeeuwse natuur- en milieuorganisaties
hun visie op de toekomst van het waterbe
heer in Zeeland gepresenteerd. De ZMF
vindt dat een groot aantal uitgangspunten
en hoofdlijnen van deze visie ook in het
waterhuishoudingsplan staat, zoals ruimte
voor water, water als ordenend principe
en de aanpak van diffuse bronnen. Dit is
een goede zaak. Toch heeft de ZMF een
aantal punten van kritiek.
Waterschappen
De Zeeuwse Milieufederatie heeft samen
met Staatsbosbeheer en Natuurmonumen
ten in een brief aan de provincie laten
weten wat zij van het plan vindt. De kri
tiek van de natuur- en milieuorganisaties
gaat er vooral over dat de provincie niet
de regie wil voeren en dat concrete doel
stellingen in het plan ontbreken. In het
waterhuishoudingsplan wordt niet duide
lijk hoe de provincie het waterbeleid gaat
sturen. De provincie wil in overleg en
samenwerking met waterschappen en
gemeenten komen tot uitvoering van het
waterbeleid. Daarin zegt de provincie een
regierol voor zichzelf te zien. Maar omdat
in het waterhuishoudingsplan concrete
Water moet meer
de ruimte krijgen.
Foto: R Verdurmen
meetbare doelstellingen ontbreken, kan er
niet écht worden gestuurd. De provincie
laat de inhoudelijke invulling en uitwer
king veel te veel over aan de waterschap
pen en gemeenten. Ze wil dus toch niet
echt regisseur zijn. Op die manier is een
duurzame waterhuishouding lastig te
bereiken. Een typerende voorbeeldzin is:
"In het waterhuishoudingsplan worden
waterbeheerders verzocht het waterbeheer
in verworven natuurgebieden waar moge
lijk af te stemmen en in te richten op de
natuurfunctie".
Duidelijkheid
Concrete doelstellingen scheppen duide
lijkheid over wat er van andere partijen
wordt verwacht. Een duidelijke doelstel
ling kan bijvoorbeeld zijn: 'De vervuiling
van het oppervlaktewater door te veel
voedingsstoffen moet binnen 6 jaar voor
de helft zijn teruggedrongen'. Pas als de
provincie zulke doelstellingen maakt, kan
zij echt de regisseursrol gaan vervullen.
De doelstellingen die nu in het waterhuis
houdingsplan staan zijn veel te vrijblij
vend en te vaag om een goed resultaat te
kunnen bereiken.
Ruimte voor water
Heel belangrijk voor Zeeland en ook voor
de rest van Nederland zijn de problemen
van de verdroging en de wateroverlast.
Voor het opvangen van water in extreme
weersituaties moet het water meer de
ruimte krijgen. Om meer ruimte aan water
te geven, zul je rekening moeten houden
met de samenstelling van de bodem, de
hoogte en ligging van het land: water als
ordenend principe. De provincie heeft
hiervoor 'waterkansenkaarten' gemaakt.
Deze kaarten geven inzicht in de mogelijk
heden én onmogelijkheden van het
gebruik van verschillende gebieden voor
bijvoorbeeld natuur, veeteelt, akkerbouw
of bebouwing. De kaarten zijn in het plan
hulpmiddel en hebben geen juridische
status en dat is een gemis. De ZMF is van
mening dat de waterkansenkaarten, als
hulpmiddel zonder juridische status, niet
voldoende garantie bieden voor een
goede uitwerking van het waterbeheer. Zij
zijn te globaal en wederom te vrijblijvend.
In het hoofdstuk 'water in de stad' van het
waterhuishoudingsplan is weinig aandacht
voor de relatie tussen het water in de stad
en het water in het platteland. De provin
cie heeft ook hier geen duidelijke doel
stellingen voor gemaakt.
Er wordt van gemeenten en
waterschappen verwacht dat zij
aangeven wat er gedaan moet
worden. Dat dit niet uit de verf
komt blijkt uit een voorbeeld van
de uitwerking in het waterbe
heersplan van het waterschap
Zeeuwse Eilanden. Uit de over
zichtskaart van het concept
waterbeheersplan blijkt namelijk
dat zij een groot deel (95%) van
het landelijk gebied (nog) niet
nader hebben ingevuld
Ilse Pama is medewerkster milieueconomie en inte
graal waterbeheer bij de Zeeuwse Milieufederatie
8 WANTIJ december '00