Het Scheldegevoel
van de Vlaming
Voor de gemiddelde Vlaming is de Schelde één van die
rivieren waarvan hij ooit bij aardrijkskunde moest leren
dat ze door België stromen. Hen echt Scheldegevoelis
niet aanwezig. Dat ligt anders bij de Antwerpenaren - die
de Schelde onmiddellijk in verband brengen met hun
en hun haven - en bij de bewoners van het
Zeescheldebekken. Dat is het deel van het estuarium tus- De echte natuurliefhebbers is het vooral te doen om de
zoetwaterslikken en schorren.
sen Gent en de grens met Nederland.
dDe ouderen kunnen zich de over
stroming van 1953 nog levendig
herinneren. Het gevaar is nog niet
geweken. In Zeeland heeft het Deltaplan
de vrees voor overstromingen grotendeels
kunnen wegnemen. Maar de Vlaamse ver
sie van dat Deltaplan - het zogenaamde
Sigmaplan - werd nooit volledig uitge
voerd. Er ontbreken nog de versterking en
verhoging van 25% van de dijken over een
lengte van zo'n 100 km, de aanleg van
gecontroleerde overstromingsgebieden,
alsook het "koninginnestuk" van het
Sigmaplan: de stormvloedkering net
stroomafwaarts Antwerpen.
Stroomopwaarts van de plaats waar deze
stormvloedkering ooit was gepland, gaan
de Scheldedijken fors lager. Het gevolg is
clat in het Zeescheldebekken een storm
vloed als die van 1953 nog steeds niet
gekeerd zou kunnen worden en dat het
risico op overstroming in Vlaanderen nu
veel groter is dan in Zeeland. Sinds 1953
vonden bovendien nog inpolderingen
plaats die het waterbergend vermogen van
het estuarium gevoelig deden afnemen,
terwijl de baggerwerken in de
Westerschelde tot een enorme toename
leidden van de indringing van het getij.
Samen met de stijging van de zeespiegel
leidt dit tot een drastische toename van
de hoogwaterstanden bij stormtij. De kans
op een stormtij zoals in 1953 is ondertus
sen 4,5 maal groter geworden.
Paradox
In de beveiliging van het Schelde-estuari-
um tegen overstromingen doet zich een
bizarre paradox voor. Als wordt afgezien
van de bouw van een stormvloedkering,
kan het bekken van de Zeeschelde slechts
afdoend beveiligd worden door de creatie
van bijkomende overstromingsgebieden
(door ontpoldering of door de aanleg van
gecontroleerde overstromingsgebieden
met overlaten). Gezien het dijkverloop
moeten daarvoor ook extra overstromings
gebieden op Nederlands grondgebied
vlakbij de Belgisch-Nederlandse grens
worden gecreëerd. Maar juist die plannen
voor ontpoldering doen bij de Zeeuwse
bevolking het gevoel van onveiligheid
tegenover overstromingen toenemen.
Langs de andere kant zou het inwerking
treden van een stormvloedkering net
stroomafwaarts Antwerpen tijdens storm
leiden tot een verhoging van de waterstan
den in de Westerschelde, zodat daar het
risico op overstromen toeneemt.
Ondertussen wordt wel hoe langer hoe
meer duidelijk dat die stormvloedkering
er nooit zal komen. Het ontbreekt
Vlaanderen aan het nodige budget om
zo'n waterkering te bouwen; ook zou de
bouw kunnen leiden tot een enorme aan
slibbing en aanzanding.
Verdieping
Voorspeld wordt dat het baggeren in de
Westerschelde leidt tot de verzanding van
nevengeulen - waardoor het waterber
gend vermogen verder afneemt - en tot
een versnelde penetratie van de vloedgolf.
Dan zullen de waterstanden bij springtij
verder toenemen en daarbij ook het risico
op overstroming groter worden. En dan
spreken we nog niet over de gevolgen van
een verdere zeespiegelstijging en van een
eventuele volgende verdieping die deze
processen alleen maar kunnen versnellen!
Het is duidelijk dat de politieke en maat
schappelijke discussie rond zo'n eventuele
verdere uitdieping niet losgekoppeld kan
worden van de discussie rond maatrege
len die noodzakelijk zijn om de verhoog
de overstromingsrisico's althans figuurlijk
in te dijken. De gevolgen van de ontkop
peling tussen de besluitvorming rónd de
in 1995 besliste verdieping en het daaraan
verbonden natuurherstel zijn bekend: het
natuurherstelplan voor de Westerschelde
is een lege doos geworden. Van buiten
dijkse maatregelen, die het verlies aan
intergetijde gebieden kunnen opvangen
door nieuwe slik- en schorvorming en
nieuw waterbergend vermogen, is hele
maal niets in huis gekomen.
Natuurherstel Zeeschelde
De angst voor de toename van het overs
tromingsgevaar is ook wat lokale besturen
langsheen de Zeeschelde bezighoudt en
hen kritisch stemt ten aanzien van de ver
diepingswerkzaamheden in de Wester
schelde. Nochtans heeft een aantal
gemeenten boter op het hoofd doordat
zij eigen gemeentelijke polclergrond niet
willen prijsgeven voor de aanleg van de
6 WANTIJ maart'01