Denkend aan de Westerschelde De lezer spreekt Suffen op de Westersehe/rfe 8V) het ontwerp van de centra/e vVregtuigongevalien.exp/o,/^ yteeminslag, uitval van W k3o/fJoeh •erhp stoffen etc n. e")e0161 aardbevingen chemische stonen, etc. (xv* «ty,. e er"r» "aar r/„, "erstroming, Jan Moekotte '<cen^rH "Coming, %<7e Schelde, sd schadelijk Dit keer geen brandende kwestie. We vragen niet of u de stroom aan artikelen over de Westerschelde nog wel gele zen krijgt. We vallen u niet lastig met de vraag of u tegen verdere verdieping van de Westerschelde bent. We willen ook niet, nog niet in elk geval, achterhalen of u de Westerschelde een oorlog met België waard vindt. We wil len ooit nog wel eens weten waar en wanneer er volgens u ontpolderd kan worden, maar nu niet. Nee, dit keer blijven we in rustig vaarwater en hengelen naar beelden die bij de Wantijlezer opkomen als ze denken aan de Westerschelde. Wat komt er dan als eerste bovendrijven Dhr. H. Bom uit Oostburg: Bij de Westerschelde denk ik allereerst aan strijd. Strijd tussen de industrie en de natuur. De belangen van Antwerpen als zeehaven botsen niet die van de Westerschelde als natuurgebied. Dat zal altijd wel zo blijven, want schepen worden steeds groter en dus zal de Westerschelde steeds dieper moeten worden. Ik zie eigenlijk maar één oplossing en dat is de havenactiviteiten van Antwerpen verplaatsen naar Zeebrugge. Ik heb lang gewoond en gewerkt in Cadzand. Toen speelde de Westerschelde voor mij niet zo n grote rol. Toch geeft mij het zicht van boten op de Westerschelde een gevoel van grote schoonheid. Op de veerboot geniet ik van de overtocht, van de zee en het zicht op Vlissingen. Het is affreus dat de veerdienst Vlissingen-Breskens zou verdwijnen. Dhr. A. van Himme uit Terneuzen: "Heb ik nog wel recht van spreken? Ik ben namelijk geen lid meer van de ZMF omdat ik ga verhuizen naar Florida. Ik denk niet dat ik daar de Westerschelde zal missen. Negenentwintig jaar heb ik in de binnenstad van Terneuzen gewoond. Daardoor denk. ik bij de Westerschelde meteen aan de dijk en aan de schepen die je de sluis in en int zag varen. Ook zie ik meteen schepen voor me, op weg naar Antwerpen. De Westerschelde is voor mij met die bedrijvigheid dus als eerste een onder deel van onze industriële samenleving. Pas als je dieper doordenkt komen de gedachtes aan het natuurschoon. Want je weet natuurlijk wel beter. De Schelde is niet alleen maar een industriegebied op het water. Els Dieleman uit Vlissingen: "Mijn bed staat op een paar honderd meter van de Schelde. Ik. ben, zeg maar, aan de oever geboren en woon er al heel mijn leven. Als de wind goed staat kan ik. in bed de boten horen. Je hoort goed het verschil tussen een loodsboot en een zeeschip. Zo n loods- bootje maakt een veel hoger geluid. Grote schepen brommen en stampen. Maar dat hangt er van af of ze geladen zijn. Lege schepen hoor je, geloof ik. beter. Waarom dat zo is weet ik niet precies. Iemand heeft me eens uitge legd dat de schroef dan hoger in het water ligt. Nee, de Westerschelde heeft me nog nooit bang gemaakt, ook niet als het stormt. Dan ga ik juist graag naar buiten. Trouwens ook als het stil is. De zee, hoe die ook is, geeft me altijd ontspanning. Dhr. G. Sponselee uit Hulst: "De Westerschelde is voor mij een vaar weg met grote natuurwaarden. Aan die natuurwaarden mag niet meer getornd worden. Het is buitengewoon jammer dat Antwerpen 150 kilometer landin- ivaarts ligt, maar daar kunnen wij toch niets aan doen? Ik kan me niet voorstellen dat een verdere verdieping geen negatieve gevolgen heeft voor de natuur. Kijk, als Antwerpen nu de enige zeehaven van België was, dan kon je hun die niet ontzeggen. Dan lag het weer anders. Maar er zijn alterna tieven, Oostende, Zeebrugge. Voor mij is het verdronken land van Saeftinghe een geweldig mooi natuurgebied. Ook. ga ik geregeld kijken naar de vogels op de slikken. Daar geniet ik. van de grote verscheidenheid aan wadvogels. Welke Zeeuws-Vlaming steekt nou niet af en toe zijn hoofd boven de dijk uit?" Mevr. M. Beunke-de Bas uit Amsterdam "Maar één keer in mijn lange leven ben ik in het land van Saeftinghe geweest. Dat heeft een onvergetelijke indruk achtergelaten. Ik ben ettelijke keren met de veerboot overgevaren. Verschrikkelijk, mooi was dat. Mijn moeder kwam van Aardenburg, mijn man uit Middelburg. Ik woon al heel lang in Amsterdam, maar ik voel me een Zeeuwse. Had ruim 60 jaar een huisje in de duinen, kwam graag naar Zeeland. Nu gaat dat niet meer. Vroeger was je met de boot zeven uur onderweg om van de Maashaven in Rotterdam naar Zierikzee te komen. Daar namen we dan een trammetje. Ik hoop dat Wantij de Westerschelde beschermt. Ik. zie Wantij als een mond die je kunt roeren. Jan Moekotle is lid van de Wantijredactie. 20 WANTIJ maart '01

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2001 | | pagina 24