Diep, dieper, diepst Valkuil voor politiek al gegraven ^V"> - -gNSE^IBUo^ ^BEW. Ex^- Vincent Klap JS6 o> De haven van Antwerpen floreert en is de motor van de economie van Vlaanderen. Een goede toegang tot de haven vanaf zee is van groot belang. Dat verklaart waar om in Vlaanderen permanent de wens bestaat om de toe gang aan te passen aan steeds grotere zeeschepen. Maai de vaargeul ligt in het estuarium van de Schelde: de wijde, trechtervormige riviermond, waarin de invloed van eb en vloed groot is. Dit is een ecologisch waardevol gebied. Verder verdiepen is voor de natuur ongewenst, maar de valkuil voor de politiek is al gegraven: in de belang dat zowel België als Nederland recentelijk Europese richtlijnen ter bescherming van de natuur van het Schelde-estuarium hebben opgenomen in nationale wetgeving. Deze Vogel- en Habitatrichtlijnen leggen tal van beperkin gen op aan ingrepen in de natuur en zijn dus in conflict met het oude verdrag. Het zou hoogst merkwaardig zijn wanneer dit soort recente wetgeving het af moet leg gen tegen antieke wetgeving waarvan de interpretatie zelfs nog ter discussie staat. vorm van een schijnbaar controleerbaat voetje-voor-voet je-scenario. 1 Lastig punt voor de Vlamingen is dat de vaargeul over Nederlands grond gebied loopt. Voor verdieping moet Vlaanderen daarom altijd afspraken maken met Nederland. Problemen met de bevaarbaarheid van de Schelde zijn niet van vandaag of gisteren, maar dateren al uit de Tachtigjarige Oorlog. Het schei dingsverdrag tussen Nederland en België uit 1839 bevat een aantal paragrafen over de bevaarbaarheid van de Schelde. Deze zijn volledig gebaseerd op het volkenrech telijke handvest van de Akte van Wenen uit 1815. Kort samengevat komt het erop neer dat oeverstaten van internationale rivieren alle noodzakelijke inspanningen moeten verrichten (administratief, finan cieel en waterbouwkundig) om belemme ringen voor de scheepvaart te verminde ren en op termijn te beëindigen. Uit som mige passages kan worden afgeleid dat men er rekening mee hield dat de scheep- vaarteisen zich in de toekomst zouden kunnen wijzigen, dus dat de situatie van 1839 niet eeuwig de referentie zou blij ven. Dit laatste werd in 1925 expliciet ver woord in een ontwerpverdrag tussen Foto: Jaap Wolter beek beide landen, maar dit verdrag is door Nederland nooit ondertekend. Wetgeving In hoeverre anno 2001 een verdere ver dieping kan worden afgedwongen op basis van een verdrag uit 1839 is een zaak voor juristen. Het gaat er dan om of het begrip belemmering voor de scheepvaart begrensd is. Wordt de grens louter bepaald door wat economisch rendabel is? In dat geval zou bij wijze van spreken geëist kunnen worden dat mammoettan kers de Westerschelde moeten kunnen bevaren! Juridisch gezien is het verder van Diepgang De hele afgelopen eeuw is de vaargeul aangepast aan de grootte van de zeesche pen. Steeds moest België daartoe een ver gunning aanvragen bij Nederland en heeft die ook, soms na langdurig gekibbel, gekregen. In de jaren '70 kreeg België een belangrijke vergunning om sommige drempels in de Westerschelde met 4 meter te verlagen, zodat schepen met een diepgang van 10 meter onafhankelijk van het getij konden opstomen naar Antwer pen. In 1995 is daar een tweede verdie ping van nog eens 1,6 meter op gevolgd. Het is van belang te beseffen dat de diepte 3 WANTIJ maart '01

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2001 | | pagina 3