a 09.46
Nacht op de kale berg
Vrijdag 3 november 2000
Aan de voet van de zeedijk bij
Nummer Een turen mannen naar
een zandbank in de Westerschelde. Ze
schatten de afstand tot de plaat op dui
zend meter.
Ze hebben een gammel kanootje meege
dragen en wat proviand, verpakt in plastic
zakken. De politie rijdt langs, vraagt wat
er in die zakken zit. Openmaken hoeft
nog net niet.
10.01
De mannen willen naar de zandbank, die
buiten het broedseizoen vrij toegankelijk
is. Maar hoe komen ze daar? Er is geen
veerdienst, geen aanlegsteiger. Je kunt uit
de lucht komen vallen. Zoals de Belgische
vlieger die, zo'n tien jaar geleden, op de
Hooge Plaat een noodlanding maakte. Er
moesten staalplaten overgevaren worden,
waarmee een landingsbaan werd aange
legd. Bij het starten van de vliegmachine
werd een helper een arm afgerukt door
de plotseling aanslaande propeller.
10.18
Ze hebben om beurten een paar meter op
de Westerschelde gepeddeld. Een van hen
is daarbij omgeslagen. De fikse wind geeft
de golven een wit schuimrandje. Volgens
de man die uitdruipt, is een overtocht per
kano absoluut gekkenwerk.
Bomans en Wolkers hébben, elk afzonder
lijk, eens een week op Rottumerplaat
gebivakkeerd. Wolkers had het er prima
naar zijn zin. Bomans kwijnde er weg en
overleed een weinig later. Toen hoorde je
dat het verblijf op een onbewoond eiland
zeer ongezond was. De helft overleefde
het immers niet.
10.27
Door hun kijkers zien ze hoe een man
met een kleurrijk windjack de Hooge Plaat
op gaat. Dat moet een van de beheerders
zijn. Ze proberen hem mobiel te bellen.
Ze zien dat hij met zijn jaspanden een
windstille zone schept, alsof hij op de
Vlissingse boulevard een sigaret aan wil
steken. De beheerder blijkt met zijn boot
je op weg naar de winterberging in
Terneuzen en onderwerpt de Hooge Plaat
aan een laatste inspectie.
10.58
Als je omslaat, hoe lang doe je er dan over
om, in het midden van de Hoofdplaatse
Vaargeul, naar de kant te komen? De
beheerder denkt dat je niet zomaar naar
de kant zwemt in water dat nog maar tien,
elf graden is: "In die kou beweeg je na
twintig minuten amper nog".
11.36
Na een kwartiertje peddelen staan de
mannen dan toch op de Hooge Platen.
Het is laagwater. Ze zijn diep onder de
indruk van de immense zandvlakte.
In I960 waren, volgens de Schelde Atlas
(uitgave SIC 1999). de Hooge Platen bij eb
-2 meter N.A.P) 1510 hectare groot. In
1990 was dat nog 1410 hectare. Volgens
de beheerder valt er tegenwoordig zo'n
1200 hectare droog. De Schelde Atlas stelt
dat de Westerschelde zich moeilijk laat
meten. De meetmethodes (luchtfoto's en
peillood) zijn onnauwkeurig. Daardoor
bestaat er (citaat) een onzekerheidsmar
ge in de oppervlaktebepalingen van de
platen, slikken en ondiepe watergebieden
van zo'n 200 a 300 hectare".
Terwijl de Hooge Platen 'krimpen', is de
plaat van Valkenisse-Oost de afgelopen
jaren gegroeid; van 215 hectare (in I960)
naar 469 hectare (in 1990). Wel worden,
volgens de Atlas, alle platen hoger.
Daardoor vormen zich minder 'kortsluit-
geulen' en neemt de versnippering van de
plaatcomplexen af.
De mannen struinen wat rond door de
duintjes bij de Bol, het hoogste punt op
de plaat. De Bol is bedekt met een dikke
laag gras. Over het gras en de verdorde
stengels van een niet meer te determine
ren gewas (zeeaster?) golft een groepje
distelvinken. Ze zien een tientallen meters
lange slang van zwarte kunststof. De met
zand gevulde reuzenworm is op een paar
plaatsen ondergestoven, lijkt de grond in
en uit te kruipen. Ook wemelt het hier
van plastic flessen. De Hooge Plaat scho
ner achterlaten, dat hebben ze zich voor
genomen.
Kan aan de enorme hoeveelheid literatuur over de
Westerschelde, nog iets oorspronkelijks worden toege
voegd? Dat vroeg de Wantijredactie zich af bij het maken
van dit Westerschelde-nummer. Misschien moesten we
maar eens kopje onder in dat estuarium. Een verslag van
24 uur op de Hooge Platen.
Waarom heeft elk brokstuk een roestbruin randje?
8 WANTIJ maart '01