De bodem in zicht
Verdieping van de Westerschelde
Handhaving
Jan-Eelco Dijk
Nauwelijks is de inkt van het verdrag tussen Nederland
en België over de verdieping van de Westerschelde droog,
of de discussie over verdere verdieping van de vaargeul
barst in alle hevigheid los. Wederom gaat het over aloude
tegenstellingen. De Antwerpse haven is gebaat bij een
vaargeul waar de grootste oceaanstomers met gemak
doorheen kunnen, maar voor instandhouding van de
natuur is verdere verdieping ongewenst.
staan. Ook België is zich bewust van het
belang van de ecologische waarde van
natuurgebieden als de Westerschelde.
Onderhandelingstafel
Het land heeft zich net als Nederland via
de ondertekening van het EU-verdrag ver
plicht de doelstellingen van de Habitat- en
de Vogelrichtlijn te realiseren. Het zou
toch wel verbazingwekkend zijn als België
dan van Nederland verwacht dergelijke
verplichtingen zonder meer opzij te zet
ten.
In het geschil tussen Hongarije en
Slowakije stuurde het Internationaal
Gerechtshof de kijvende verdragspartijen
terug naar de onderhandelingstafel.
Gezamenlijk moesten ze bepalen op
welke manier de schade aan de natuur in
de uitvoering van het project kon worden
voorkomen of beperkt.
De stelling dat de ecologische
waarden bij de verdieping van de
Westerschelde buitenspel staan
Onlangs werd door wetenschap
pers een oud verdrag onder het
stof vandaan gehaald. In het schei
dingsverdrag tussen Nederland en België
uit 1839 is vastgelegd dat Nederland ver
plicht is de noodzakelijke werken uit te
voeren voor een vrije scheepvaart op de
Schelde. Het verdrag mag dan oud en ver
geten zijn: feitelijk geldt het nog steeds,
aldus de rechtsgeleerden. Triomfantelijk
zwaaien Belgische havenbaronnen nu met
de bevindingen van de wetenschappers.
Zie hier het bewijs dat Nederland te allen
tijde verplicht is de Westerschelde bevaar
baar te houden voor schepen van het
grootste kaliber.
Verdrag
Wordt de soep echt zo heet gegeten als zij
is opgediend? Hoe oud het verdrag met
België ook is: in het internationale recht
geldt het beginsel dat verdragen moeten
worden nagekomen. In zoverre hebben de
geleerden dus gelijk. Het gaat echter te
ver om te concluderen dat België op
grond van het Scheidingsverdrag ongeli
miteerde verdieping van de Westerschelde
kan vorderen.
In de eerste plaats staat de tekst van het
verdrag zelf die conclusie in de weg: er is
enkel vastgelegd dat Nederland verplicht
is noodzakelijke werken uit te voeren
voor de bevaarbaarheid van de
Westerschelde. Dit hoeft niet direct te
betekenen dat de vaargeul werkelijk voor
alle schepen toegankelijk moet zijn.
Jurisprudentie
Misschien nog belangrijker is dat er inmid
dels jurisprudentie is gekomen over ver
dragen die zijn achterhaald door nieuwe
ecologische inzichten. Het Internationaal
Gerechtshof oordeelde bijvoorbeeld in
een geschil tussen Hongarije en Slowakije
dat nieuwe inzichten over het milieu niet
leiden tot nietigheid van een verdrag. Het
betreffende verdrag moet echter wel wor
den uitgevoerd in goed overleg en met
inachtneming van de gevolgen voor het
milieu. Deze uitspraak opent perspectie
ven voor de natuur in de Westerschelde.
Ook ten aanzien van het scheidingsver
drag zijn er volop nieuwe inzichten: het
hoeft geen betoog dat de wereld van nu
compleet anders is dan de wereld van
1839, en dat het denken over natuur en
milieu sinds de 19e eeuw niet heeft stilge-
gaat te ver: ook in het internatio
nale recht heeft de instandhou
ding van de natuur een vaste
plaats veroverd. Als het geschil
over de Westerschelde wordt
voorgelegd aan het Internationaal
Gerechtshof, dan mag je verwach
ten dat ook Nederland en België
terug worden gestuurd naar de
onderhandelingstafel om - met
inachtneming van het milieu - tot
afspraken te komen
Jan-Eelco Dijk is milieujurist bij het Bureau voor
Rechtshulp Zuid-Holland Zuid in Dordrecht. Hij verleent
in samenwerking met de ZMF juridische bijstand aan
mensen die met milieuproblemen kampen.
AL-SABAHIA
KUWAIT
15 WANTIJ juni'01