Melkveehouder Jo Kodde: "In de zomer horen koeien in de wei. Foto- Lex Kattenwinkel Koeien naar buiten Schaalvergroting doet zich volgens Kodde niet alleen voor in de akkerbouw, maar ook in de melkveehouderij. De komst naar Zeeland van melkveebedrijven op voormalige akkerbouwbedrijven zorgt in zijn ogen voor een extra aankleding van het landschap, "maar dan zullen de koei en wel naar buiten moeten". Dat is niet meer vanzelfsprekend. Sommige boeren houden hun koeien zomer en winter bin nen, vanwege voeder- en arbeidstechni- sche voordelen en ook omdat de mest op deze manier efficiënter benut kan worden. Toch vindt LTO-Nederland, de landelijke land- en tuinbouworganisatie, dat koeien 's zomers in de wei horen. Dat is goed voor hun gezondheid en welzijn, en het bevordert het imago van de landbouw. "Dat laatste is natuurlijk een belangrijke overweging waarom wij het stimuleren." Plaats Ook voor niet-grondgebonden landbouw moet volgens Kodde een plaats zijn in een Nationaal Landschap. "Intensieve veehou derijbedrijven hoeven op geen enkele manier een bedreiging te vormen voor een Nationaal Landschap, als ze maar net jes ingepast worden in het landschap. In mijn beleving mag deze sector zich nog best verder ontwikkelen. Zeker bedrijven die hun zaken goed op orde hebben moet je niet op slot zetten." Ook glastuinbouw is in een Nationaal Landschap in te passen, vindt Kodde. "Een locatie van bijvoorbeeld honderd hectare op een geschikte plaats is acceptabel. Over een omvang van 700 hectare kan ik me voorstellen dat er discussie is. Je moet natuurlijk geen glazen stad in een Nationaal Landschap willen bouwen." Agrotoerisme Een Nationaal Landschap is volgens Kodde zonder meer bevorderlijk voor de mogelijkheden op het gebied van (agro-) toerisme. "Er is extra aandacht voor natuur en de aankleding van het land schap. Dat maakt de provincie aantrekke lijker. En aantal boeren kan daar rechtst reeks van profiteren door zich op recre atie te richten of een andere publieksge richte activiteit. Agrariërs die dat niet doen maar die wel een bijdrage leveren aan ver fraaiing van het landschap zouden hier voor ook op de een of andere manier een beloning moeten krijgen. Misschien dat daar in een Nationaal Landschap wat voor bedacht kan worden." Zelf heeft familie Kodde al ruim twintig jaar een mini-camping. Die levert niet alleen extra in komsten op. "Ook vanwege de gezelligheid die de gasten mee brengen zouden we de mini-cam ping niet meer willen missen."# Lex Kattenwinkel is medewerker van de Wantijredactie. 12 WANTIJ oktober'01 Jo Kodde beboert samen met zijn neef ruim 90 hectare akker- en weiland in Arnemuiden. Het bedrijf is één geheel maar bestaat uit twee boerderijen, een met melkvee en een met akkerbouw. Samen met zijn zoon houdt Kodde zich in hoofdzaak met het melkveegedeelte bezig. Zijn vrouw runt de mini-camping. Daarnaast besteedt Kodde gemiddeld drie tot vier dagen per week aan zijn bestuurlij ke werkzaamheden. De melkveehouder uit Arnemuiden vervult verschillende functies binnen landbouworganisaties ZLTO en LTO- Nederland. Onder meer is hij een van de drie agrarische vertegenwoordigers in de Provinciale Commissie Groene Ruimte (PCGR). Als voorzitter van de Vakgroep Veehouderij Zeeland van de ZLTO ver scheen hij gedurende de mond- en klauw zeercrisis regelmatig in de Zeeuwse media, waardoor hij ook buiten de landbouw een bekend gezicht is geworden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2001 | | pagina 16