Orchideeën komen
én verdwijnen
Kijken naar
Richard Struijk
De orchidee heeft een magische klank. Ze komen, maar ze
verdwijnen ook. Soms weten ze zich te handhaven. Enkele
ervaringen met vindplaatsen in Zeeland.
Bergnachtorchis in Oostkapelle.
Foto's Richard Struijk.
zaagd. Het leek mooi, maar van het licht
profiteerden ook de ruigtekruiden. Vorig
jaar moest ik me een weg banen door het
groen maar zonder succes. Ook dit jaar
was er geen enkel exemplaar te beken
nen. Voor alle zekerheid vroeg ik enkele
vrienden naar hun bevindingen. "Niet
meer terug te vinden," luidde het com
mentaar. "Die zijn verdwenen!" En dat na
zoveel jaren!
Nachtorchis
Ik eindig met een ervaring van zo'n 15
jaar terug. Met de KNNV togen we naar de
Schotsman. Volgens een van de deelne
mers zou er een welriekende nachtorchis
(PI. Bifolia) staan. Ik betwijfelde dat,
maar... zat er naast. Na enig zoeken von
den we de orchidee, die bijna 1 meter
hoog was. Uit haar krachten gegroeid
door de minder geschikte biotoop.
Dergelijke orchideeën zoek je niet in een
kalkrijk milieu, maar in vochtige heideter-
reinen of kalkarme duinvalleien. Niet in
het Zeeuwse dus.
De plant bleek dan ook een jaar later ver
dwenen. Dat was ook het geval met de
muggenorchis langs het waterleidingka
naal in de duinen van Oranjezon en het
hondskruid langs de weg naar Vrouwen
polder. Zo gaat dat met planten, zeker
met orchideeën
Rietorchis op de Schotsman.
Ik herinner me als de dag van giste
ren dat de eerste orchideeën op de
Schotsman op Noord-Beveland ver
schenen. Later groeiden ze uit tot
'plukweiden' en lagen de zonaanbidders
langs het Veerse Meer er midden in. De
rietorchis (Dactylorchis praetermissa)
domineerde, maar ook de vleeskleurige
(D. incarnata) alsmede de vele kruisingen
gaven kleur aan het geheel. Opvallend
waren de gevlekte orchideeën (D. macu-
lata) die doorgaans zwak zure grond pre
fereren. Niet ver uit de waterkant ston
den prachtige, uit de kluiten gewassen
exemplaren, soms tussen de akkerpaar
denstaarten. Voor hen die de vroegere
zandplaat al zo'n dertig jaar bezoeken, is
het duidelijk dat het orchideeënveld over
zijn hoogtepunt heen is. Gaandeweg ver
plaatsen de planten zich in oostelijke rich
ting, waar ze dood zullen lopen op bos en
struweel alsmede recreatieve bewoning.
Veel orchideeën gedragen zich als pioniers
om na dat stadium te verdwijnen.
Bergnachtorchis
Soms kunnen ze zich lang handhaven.
Een fraai voorbeeld daarvan vormt de
bergnachtorchis (Plathantera bifola chlor-
anta). In 1842 werd hij voor het eerst
ontdekt in Oostkapelle. De Atlas van de
Nederlandse Flora, deel 2, 1985, leert dat
de plant altijd tot de zeldzame soorten
heeft behoord, al waren er vondsten uit
het Zeeuwse bekend, zoals Walcheren en
Zeeuws-Vlaanderen. Nadat ik in '83 terug
keerde naar Oostkapelle had ik meer tijd
om de planten te volgen. Het kostte me
weinig moeite de vindplaats terug te vin
den. Al gauw werd me duidelijk dat de
ruigtevegetatie aan de winnende hand
was. Toentertijd stonden er echter nog
verschillende, fraaie, bloeiende planten,
maar de afgelopen jaren zag je het aantal
afnemen. Uiteindelijk, ik spreek dan over
een vijftal jaren geleden, waren er nog
maar enkele die tot bloei kwamen.
Op een avond bezochten Anton van
Haperen, wetenschappelijk medewerker
van SBB, en ik de locatie voor nader over
leg. Hoe zou het proces te stoppen zijn?
In hoeverre speelde de verzuring een rol
of kwamen de planten te veel in de scha
duw te staan en werden ze verdrongen
door brandnetel, bramen en klimop? De
werkgroep landschapsbeheer werd bena
derd en deze zou pogen wat lucht te ver
schaffen. Een enkele esdoorn werd omge-
Ricbard Struijk is lid van de KNNV Walcheren en voorzit
ter van Duinbehoud afdeling Zeeland.
18 WANTIJ oktober'01